Lotus Elise 111S (1999)

Al sinds de geboorte van de Lotus Elise was er een roep hoorbaar: de roep om meer vermogen. Nu hebben ze bij Lotus zelden om vermogen verlegen gezeten, en dus presenteerden de Engelsen de 111S. Eerlijk gezegd: waar die roep om extra power vandaan kwam - we weten het niet, maar het moet welhaast van mensen zijn met een betrekkelijk sombere levensverwachting. We hebben toch een paar keer met een "standaard-Elise" gereden, maar ons nog nooit op de gedachte kunnen betrappen dat het ding wat aan de "underpowerede" kant was. Integendeel: dankzij z"n idioot lage gewicht (695 kilo) heeft de gewone Elise aan z"n 120 "armzalige" pk-tjes meer dan genoeg om werkelijk verzengend hard te gaan. Maar... Lotus is en blijft Lotus, en dus geldt het credo: als het harder k‡n, dan gaat het harder.

Zelfbeheersing

Het geval wil dat in de gewone Elise de gewone K-series 1.8-motor van Rover zit. En laat Rover van die motor nu ook een sterkere variant hebben, de VVC. Die motor - hetzelfde blok, maar een andere kop met variabele kleptiming - wordt door Rover in de 200 Vi en de MG-F gehangen en is goed voor 143 pk. Het moet een bovenmenselijke hoeveelheid zelfbeheersing hebben gevergd, maar Lotus heeft helemaal niets aan de motor veranderd. Gewoon, hup: dat ding in een Elise hangen en g‡‡n, zou je zeggen. Maar zo werkt het ook weer niet.
Om te beginnen is die VVC-motor iets hoger dan de normale 1.8, en dus moest er een alleszins bescheiden bult in de (nu glasfiber) motorkap komen om hem te laten passen. En als je toch bezig bent met wat milde aanpassingen... en dus kwam er een iets andere "wafelijzer"-grille, werden de clignoteurs voorzien van rookglas, kwamen er plexiglas beschermkappen over de koplampen, andere lichtmetalen wielen met bredere, speciale Pirelli-achterbanden (225 breed in plaats van 205) en niet in de laatste plaats een stevige achtervleugel. Ook de binnenkant kreeg een paar aanpassinkjes: wat carbon-fiber accenten op het dashboard, andere raamslingers en vooral niet te vergeten: andere stoelen. En als er toch één ding was waar we op zaten te wachten, dan was het dat. De oude stoelen zaten op zich perfect, ware het niet dat men vergeten was de zittingen van wat vulling te voorzien. Dat is bij deze ook geregeld.

En door

Maar het belangrijkste is natuurlijk die motor, die overigens in Nederlandse uitvoering nog iets sterker is en 150 pk heeft. Je hoeft niet over speciale gaven te beschikken om te vermoeden dat de Elise er met dat apparaat niet echt langzamer op is geworden. De 111S is van 0-100 om precies te zijn een halve seconde sneller dan de gewone Elise: 5,4 in plaats van 5,9. Dat is minder sneller dan u had verwacht? Klopt, dat is min of meer bewust gedaan. De versnellingsbak is namelijk ook gewijzigd, of liever gezegd: de verhoudingen. De 1 en 2 zijn langer - met kortere verhoudingen was de 111S nog een stuk sneller geweest - en de 5 is juist korter geworden. Dit alles om de - heilig woord bij Lotus! - driveability te verhogen. In die opzet zijn ze wat ons betreft geheel geslaagd. Je hoeft niet de hele tijd de naald naar het rode gebied te jagen om hard te gaan, al is dat nooit een slecht idee. Zeker niet bij de 111S, want waar de gewone aan het eind van het toerenbereik wat puf tekortkwam, dendert deze, met dank aan de variabele kleptiming, onverdroten door. En door.

Wat het onderstel betreft huldigt Lotus hetzelfde principe als bij het uiterlijk: als iets perfect is, moet je er niet te veel mee rotzooien. En gelijk hebben ze.
Dat onderstel was al heel erg in orde, en dus hebben ze dat met rust gelaten. En ook deze keer hebben we ons weer sufvermaakt met die Elise. Wat met dit ding kan grenst aan het ongelooflijke. Driften, onderstuur, overstuur - "t is allemaal op afroep beschikbaar, en dan met bakken tegelijk. Het enige waar we niet helemaal vrolijk van worden is de prijs. Een gewone Elise kost namelijk dik 78 mille. De 111S is met zo"n f 95.500 dus veel en veel duurder. En waar die laatste ontegenzeggelijk sneller is, vragen we ons af of hij ook echt dik 17.000 piek sneller is. Hoewel... afvragen - eigenlijk weten we wel zeker dat hij dat niet is. Maar Elise is en blijft een ontzettend lekker ding.