Test: Jaguar XJ 2.0 SC (2012)

Uitvalsbasis voor onze testritten is het prachtige stadje Stratford upon Avon. Wie zijn geschiedenis kent weet daar zowel wieg als graf van William Shakespeare staan. En wie zijn geschiedenis niet kent, weet dat toch ook al gauw, want de oude toneelschrijver is nog steeds op elke hoek van de stad aanwezig. En dat geldt deze dagen ook eventjes voor de Jaguar XJ, want die krijgt er twee nieuwe motoren bij en de wereldpers mag daar uitgerekend hier kennis mee maken.

We stappen eerst in de viercilinder versie, dan is de V6 later een warm bad. Maar laten we het niet dramatiseren, al zijn we bij Shakespeare te gast. Het van Ford afkomstige tweeliter blok is voorzien van een turbo en daarmee schopt hij het tot een heel nette 240 pk en 340 Nm. En hij staat voor net onder de negentig mille in de prijslijst.

Voetenbad

Om daarvan te genieten, moet je wel eerst even door een koud voetenbadje. Je stapt in die prachtige, futuristische en gestrekte koets, vleit je neer op het zachte, uitstekende leder, geniet van het opgeruimde, hoogwaardige interieur, drukt vol verwachting op de startknop en dan begint een vierpittertje te roffelen. Een pittig vierpittertje, oké, maar toch. Het dissoneert met alle weelde die zich rondom je uitstrekt. Je zet de auto met die prachtige, kenmerkende aluminium draaiknop in D en de koets glijdt in alle rust van zijn plaats. Eenmaal op toeren wordt het viercilindergeluid minder storend, temeer daar de prestaties van de motor alleszins meevallen. Het is zaak om hem ruim boven de tweeduizend toeren te houden, maar dat heeft de automaat gelukkig zelf ook begrepen. Het is de achttraps ZF die eerder dit jaar in de XF diesel debuteerde. Vanaf modeljaar 2013 is die standaard in alle motoriseringen van de XJ, waarmee hij de bekende zesbak naar Huize Avondrood stuurt. De programmering van de software is per motor verschillend en geoptimaliseerd, en dankzij het grote aantal verzetten weet hij de viercilinder goed in het ideale bereik te houden. En ondanks dat het geen transmissie met dubbele koppeling is, weet de ZF snel en naadloos te schakelen. Een echte snelheidsensatie krijg je misschien niet, maar volgens de fabriek zit je na 7,5 seconden al op de honderd. De top ligt op 240 km/h en dat zijn waarden waar je mee thuis kunt komen. Op tijd. En dat is mooi, want in de basis is de XJ al een lekkere auto. Het onderstel is sportief afgesteld, voor dit segment wellicht zelfs wat té sportief, maar ons hoor je niet klagen. Alle oneffenheden op de vrij slechte wegen hier worden zonder schroom doorgegeven. Echt comfortabel is anders, maar als bestuurder voel je precies wat er gebeurt en daar worden wij gelukkig van. Een knop op de middentunnel met een finishvlag erop biedt toegang tot de Dynamic-mode en dan worden de dempers nog wat minder vergevingsgezind. Ook de gasrespons, schakelkarakteristiek en besturing worden daardoor beïnvloed. Die besturing is sowieso wat aan de lichte kant, maar opvallend precies, wat het sportieve karakter van de XJ nog aanzienlijk verbetert. Je kunt de auto heel secuur over de smalle, bochtige wegen hier sturen en dat is echt een heel plezierige bezigheid. Gaat een linkerbocht over in een naar rechts, dan zet de koets zich razendsnel in de tegenovergestelde koers.

Alternatief

Des te meer plezier biedt de V6, de tweede nieuweling onder de motorkap van de XJ. In de basis is het de bekende V8, waar twee cilinders van zijn afgezaagd. Om de drie liter slagvolume wat meer sjeu te geven heeft Jaguar en een mechanische compressor op geschroefd en dat levert 340 pk en 450 Nm op. Om dat maximale koppel te genieten moet je wel wat verder in toeren klimmen, want pas vanaf 3.500 tpm is het beschikbaar. Daar is overigens niks mis mee, want het geluid van de V6 is heerlijk wanneer je hem een beetje laat werken. Maar ook bij lagere toerentallen kom je weinig tekort, de V6 is een erg fijne, krachtige motor en een prima alternatief voor de V8. En het laatste restje twijfel zal als sneeuw voor de zon verdwijnen als je naar de prijslijst kijkt. De V8 begint bij € 179.910, met twee cilinders minder kun je al voor € 111.990 instappen. Toegegeven, dat is enigszins vertekend, want de V8 is er minimaal als Supersport, terwijl de V6 begint als Premium Luxury. Opvallend is dat de V6 stop/startsysteem heeft, terwijl de viercilinder dat vooralsnog ontbeert. Jaguar heeft er voorkeur aan gegeven de ontwikkeling daarvan eerst op de V6 te doen, omdat daar de winst van zo'n ingreep groter is. Maar reken erop dat bij een volgende modelwijziging ook de vierpitter er bij het stoplicht het zwijgen toe doet. De nieuwe motoren in de XJ staan vanaf volgende maand in de Nederlandse showrooms, en voor de liefhebbers van extra grip en de wintersporters is het goed te weten dat de V6 eind dit jaar ook met vierwielaandrijving beschikbaar is.