Honda Civic 1.5 Turbo - Skoda Octavia 1.5 TSI - Vergelijkende Test

C’en van ruimte

Skoda Honda Octavia Civic
AutoWeek 38 2020
AutoWeek 38 2020

Je leest het in AutoWeek 38 2020

Dat auto’s de afgelopen decennia flink gegroeid zijn, weet iedereen stiekem wel. Pas als je de achterkleppen van de nieuwe Skoda Octavia en Honda Civic opentrekt, realiseer je je echter pas echt hoe groot een moderne compacte middenklasser geworden is. Zeeën van ruimte, in het C-segment.

Bestaat er zoiets als te véél ruimte? Die vraag dringt zich op als je naar de specificaties kijkt van de nieuwe Octavia hatchback. Een moderne auto in de compacte middenklasse voldoet voor een gezin met kinderen namelijk prima en de bagageruimte komt dan meestal niet aan de 400 liter. Nee, dan de Octavia. 600 liter slikt de enorme achterbak van deze kersverse Tsjech en daarmee heeft hij in het C-segment eigenlijk geen concurrenten. Sterker nog, ook de meeste D-segmenters komen daar niet aan. Toch zit de Octavia prijstechnisch wel degelijk midden in het C-segment.

Een van de weinige andere hatchbacks in dit deel van de markt die de 400 liter weet te overstijgen is de Honda Civic. Die blijft echter steken op 420 liter, een fors voordeel dus voor de Skoda. Waarmee we overigens niet willen beweren dat de Honda in welk opzicht dan ook krap is. Starend in de beide echoputten kunnen we maar één conclusie trekken: klagen over gebrek aan ruimte bij een van deze twee geeft alleen pas als je er een aardig verhuisbedrijf mee zou willen beginnen.

Op papier is het ruimtevoordeel van de Octavia wel groter dan in de praktijk. Op de achterbank gaat de Skoda onverdroten verder. Tussen benen en voorstoelen en tussen hoofd en dak bevinden zich zeeën van ruimte. Ook op zijn voorganger was wat dat betreft niet veel aan te merken. Voorin viel echter nog wel wat winst te boeken op het gebied van kwaliteitsindruk en dat heeft Skoda duidelijk ter harte genomen. De kwaliteitssprong is opvallend groot. Onderhuids lijkt het dan wel sterk op de Seat Leon en de Volkswagen Golf, toch heeft Skoda er een eigen draai aan kunnen geven, die ook nog eens ergonomisch heel goed uitpakt. De zitpositie is net zo goed instelbaar als in de andere MQB-derivaten en dankzij een aantal fysieke sneltoetsen is er veel minder ergernis over het modulaire entertainmentsysteem. Nog altijd moet je voor sommige basale functies net wat te veel menu’s doorlopen, maar door de snellere navigatie komt de nadruk meer te liggen op hoe mooi het er allemaal uitziet en op hoe snel het touchscreen reageert op aanrakingen.

VORIGE EEUW

Wat de Tsjech in dit geval ook een handje helpt is dat zijn Japanse tegenstander een infotainmentsysteem heeft dat uit de vorige eeuw lijkt te stammen. Het werkt traag, is onlogisch ingedeeld en mooi valt het ook niet te noemen. Hetzelfde geldt voor het deels digitale instrumentarium, dat een stuk minder mogelijkheden biedt dan bij Skoda. Het fysieke gedeelte levert ergonomisch gelukkig geen problemen op. Grote, duidelijke knoppen of een uit de tellerbak stekende stengel voor dashboardverlichting zijn dan wel minder mooi om te zien, het werkt een stuk makkelijker. De gebruikte materialen zijn degelijk, de zitpositie is goed verstelbaar: dat klopt allemaal prima.

Op de achterbank geeft de Civic bovendien weinig toe op de Octavia. Ook hier gaat op dat de Honda de onderliggende partij is op papier, maar het aantal keren dat dit echt een belemmering zal zijn, blijft beperkt. Zo zul je in de praktijk ook niet snel tegen de grenzen van het onderstel aan lopen. Hoewel de hier geteste 1.5 turbomotor alleen verkrijgbaar is in de uitvoering Sport+, voelen de eerste meters juist verrassend comfortabel aan. De besturing werkt niet heel direct en vrij licht, hij absorbeert hobbels en oneffenheden met de nodige gratie en ook de sportstand van de dempers maakt hem niet direct knetterhard.

Toch blijkt er een heel diepe laag onder de eerste indruk te zitten zodra je aandringt. Hoe harder je duwt, hoe meer het onderstel van de Civic gaat verbazen. Het kost echt moeite om de vooras over de rand van grip te drukken en de achterzijde zou zelfs met dynamiet niet van zijn plek zijn te krijgen. Niet dat je dit als berijder iedere dag gaat doen, maar dat Honda zoveel dynamiek combineert met een prettige hoeveelheid comfort is toch wel indrukwekkend.

ZWEVERIG

Wat dat betreft rijdt de Skoda een flink stuk eendimensionaler: alles draait om een zo hoog mogelijke mate van comfort. Liever een scherp sturende auto? Daarvoor kun je terecht bij de Seat-dealer. Op de snelweg deint de Octavia goedmoedig op en neer en zodra het wat harder gaat, rolt en duikt hij aanzienlijk meer dan de Civic. Toch weet de nieuwe generatie op dit vlak een betere indruk te wekken dan zijn voorganger. Die was bij vlagen zo week dat het onwennig kon aanvoelen, de nieuwe is voldoende competent om een wat hoger tempo aan te kunnen zonder dat je het idee hebt dat het onderstel elk moment de handdoek in de ring kan gooien. Bovendien is de Octavia nog wat comfortabeler dan de Civic onder normale omstandigheden, hoewel zijn voorsprong op dat gebied minder groot is dan zijn achterstand in dynamisch opzicht.

Net zoals eerder dit jaar in de Combi ligt ook onder de kap van de Octavia hatchback de 1.5 TSI met 150 pk en 250 Nm koppel. Formeel staan die Newtonmeters vanaf 1.500 toeren tot je beschikking, in de praktijk duurt het iets langer voordat de Skoda echte stappen gaat zetten. Het is vooral het middengebied waarin de Tsjechische krachtbron de beste indruk achterlaat. De TSI loopt soepel, stil en heeft voldoende kracht om tempo te maken zonder dat het veel moeite lijkt te kosten. De licht maar duidelijk schakelende zesbak levert geen reden tot klagen op. Kortom: een aandrijflijn die tevreden stemt, maar die nou ook niet bepaald werkelijk inspirerend is.

Bij Honda pakken ze de zaken wat dat betreft net wat anders aan. De tijd dat er viercilinders in de neus werden gelegd die zoveel toeren draaiden dat je je afvroeg of ze niet per ongeluk een motorfietsmotor hadden geïnstalleerd, mag dan wel achter ons liggen, VTEC leeft nog steeds. Op papier heeft de Civic een dikke 30 pk meer dan de Octavia, in eerste instantie is het echter vooral de 10 Nm mínder die opvalt.

Pas als de 1.5 bij 2.000 tpm wakker lijkt te worden, gaat het echt beginnen. Vanaf dat punt tot de toerenbegrenzer gaat de viercilinder steeds meer leven en terwijl de motor van de Skoda boven de 5.000 toeren voelbaar afvlakt, trekt de Honda juist in één streep door naar zijn begrenzer. Is dat nou beter? Nee, niet per se. Leuk is het af en toe echter zeker en als je de handbak een beetje stevig aanpakt, blijkt er ook in de transmissie veel gevoel te zitten ondanks de vrij lange schakelwegen. De versnellingen sluiten nauw op elkaar aan waardoor de motor zich indien gewenst lekker op toeren laat houden en als je er echt vol voor gaat is de Honda echt sneller dan de Skoda. De enige reden dat er op de 0-100 sprint maar een halve tel tussen zit, is dat de Octavia net wél en de Civic net níét de 100 weet aan te tikken in de tweede versnelling. Bij een meer beheerste rijstijl noteert de Civic een keurig verbruik van bijna 1 op 17!

Daarmee kan de aanzienlijke aanschafprijs op de langere termijn dan misschien weer een beetje worden terugverdiend. Goedkoop Honda rijden zit er namelijk niet echt in. De 1.5 is, zoals eerder gezegd, alleen te verkrijgen in de uitvoering Sport+ en die kost al meteen € 36.720. Zelfs met de erg complete standaarduitrusting, inclusief allerlei actieve veiligheidssystemen, navigatie, 17-inch lichtmetaal, stoelverwarming en panoramadak, is dat een behoorlijke som geld. Voor de metallic lak en de leren bekleding tel je dan nog eens € 2.600 neer, waarmee de totaalprijs van de testauto oploopt naar € 39.320.

MEER KEUZE

Dan lijkt de Skoda met een totaalprijs van € 34.970 een koopje, al ontbreken er dan wel wat opties als je hem vergelijkt met de Civic. Skoda biedt je in ieder geval meer keuzevrijheid bij het samenstellen van je auto’s. In plaats van door te moeten sparen voor een hogere uitvoering om in het bezit te komen van een dodehoeksensor, heb je ook de mogelijkheid om die gewoon los te bestellen. Door die sensor en een panoramadak toe te voegen en onder meer het HUD en de 18-inch wielen van de Skoda weg te laten, ontstaat een uitvoering die wat vergelijkbaarder is. Reken er echter maar op dat de Civic bij een zo gelijk mogelijke uitrusting alsnog een paar duizend euro duurder is. Maar hoewel die ontegenzeglijk minder ruim is dan de Octavia, hebben we na een week testen niet een situatie kunnen bedenken waarin we omwille van de ruimte liever in de Skoda hadden gezeten.

Dus als we terugkomen op de vraag waarmee we begonnen, moet het antwoord wel luiden: nee, er bestaat niet zoiets als te veel ruimte. Maar soms is ruim voldoende ook goed genoeg.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Oordeel

Wederom weet de Honda Civic indruk te maken met zijn fijne onderstel en de voor moderne begrippen zeer enthousiasmerende turbomotor. Het is een auto die aan de oppervlakte comfortabel, makkelijk en ruim is en zijn bestuurder indien gewenst ook echt betrekt bij het rijden. De pittige prijsstelling, beperkte keuzevrijheid in uitrusting en het achterhaalde infotainmentsysteem kosten hem echter punten. De Skoda Octavia scoort op deze zaken beter. De nieuwe Octavia voelt veel meer als een gebruiksvoorwerp. Dat is bepaald geen schande, want voor veel mensen is een auto precies dat. En met zijn indrukwekkende bagageruimte, zijn gunstigere prijs en zijn modernere techniek aan boord steekt de Skoda Octavia zijn Japanse tegenstander, de Honda Civic, nipt de loef af.