Ford Focus 1.6 EcoBoost 150pk Titanium (2011)

De Focus sedan van de nieuwste generatie is de knapste Focus met kont ooit. Hij zou zomaar kunnen dienen als de representatieve dienstfiets voor de accountmanager die om budget- en bijtellingsredenen kleiner moet of wil rijden. Ford heeft trouwens zijn best gedaan om de vierdeurs Focus niet al te veel op een sedan te laten lijken. En profil wordt het echter meteen duidelijk. Je ziet meteen de kier van de klep, die in de zijkant doorloopt.

Achterin is de Focus niet overdreven ruim. Ook moet je met het instappen voorzichtig zijn, want de daklijn loopt wat schuin af. De bagageruimte van de Ford verstouwt 475 liter. En wat blijkt als we in Carbase op Autoweek.nl kijken? De laatste Orion (die op het eind Escort sedan heette) kon 490 liter kwijt.

Bij Ford zijn ze dol op de Individual-line waarmee je het interieur naar een hoger plan kunt tillen. En dus zitten we in deze testauto op mooi zwart leer, met witte stiksels. Ook kun je als bestuurder je stoel elektrisch verstellen en kunnen beide inzittenden voorin de billen warmen dankzij de stoelverwarming. Ook zonder dat Individual Pack ziet de Focus er vanbinnen bijzonder uit. Het met knoppen bezaaide dashboard oogt druk en haast futuristisch. Ford heeft wat betreft de bediening de laatste tijd vorderingen geboekt. Je kunt in het centrale display tussen snelheidsmeter en toerenteller diverse metingen in één krijgen. En via de knoppen op het stuur kun je er ook de instellingen van de auto en de veiligheidssystemen op je persoonlijke voorkeuren afstemmen. Mits je natuurlijk het Driver Assistant Pack en het Easy Driver Pack neemt. Je kunt veiligheidssystemen krijgen die eerder aan hogere segmenten voorbehouden waren, zoals het Low Speed Safety System en het Lane Departure Warning, BLIS dat de dode hoek in de gaten houdt.

Fijne motor

In de Focus sedan zit de inmiddels bekende 1.6 Ecoboost-motor. Die vierpitter met turbo levert minimaal 150 pk, en dan heb je met de Focus nog altijd 20 procent bijtelling. De indirect ingespoten krachtbron levert een maximumkoppel van 240 Nm, dat al bij 1.600 toeren beschikbaar is. Het is een fijne motor, die prima presteert, al komen we bij de sprint van nul naar honderd niet in de buurt van de 8,7 seconden die Ford belooft. Sneller dan 9,4 tellen lukt niet. De Ford heeft een handgeschakelde zesbak en over de prestaties zijn we zeker tevreden. Als een auto in het vijfde verzet binnen 8,7 seconden van 80 naar 120 km/h versnelt, dan zegt dat veel over de soepelheid van de motor. Overigens klinkt de Ecoboost wel lekker, vanaf 3.000 toeren klinkt er zowaar een sportieve snerp. Met een verbruik van 1 op 12,8 is hij ook nog redelijk zuinig.

De Focus stuurt licht, maar de auto reageert ook direct op stuurbewegingen. In bochten is de Focus lekker speels, je kunt 'm gewoon heel goed plaatsen. De dynamiek druipt van het onderstel af. De Focus stuurt in, heel even lijkt het kontje zich naar buiten te zetten en strak gaat-ie de hoek om. Zonder dat de auto op drempels en richels oncomfortabel is. De demping haalt snel de beweging uit de koets, maar doet dat op een vriendelijke wijze.