Ford Bronco - Eerste rijtest

Wrangler-worstelen

Ford Bronco
AutoWeek 44 2021
AutoWeek 44 2021

Je leest het in AutoWeek 44 2021

De liefhebbers wachten gevoelsmatig al een eeuwigheid op een nieuwe Ford Bronco in retrostijl. Al in 2004 trok een studiemodel de aandacht tijdens de autoshow in Detroit, nu kunnen we op stap met de productieversie die via de grijze import ook zijn weg in ons land vindt.

De Ford Bronco is net zo’n icoon als de Jeep Wrangler, zijn grootste opponent. De eerste nieuwe Bronco sinds 25 jaar wordt door Ford niet via de officiële weg naar Europa gehaald, omdat de CO2-heffing het model de das om zou doen. Dat maakt de weg vrij voor de grijze import. We gaan vandaag op stap met een Bronco in Badlands-uitrusting. Dat is het op één na hoogste uitrustingsniveau. Onze testauto is bovendien voorzien van twee sperdifferentiëlen en all terrain-banden in de maat 285/70R17.Deze uitvoering is overduidelijk gericht op de Jeep Wrangler Rubicon, getuige een korte overbrenging voor in het terrein (met 3,06:1 niet zo kort als die van de Rubicon, maar de totale overbrenging is net zo kort), een stabilisator op de vooras die je kunt loskoppelen en minimaal 800 mm doorwaaddiepte. Met het Sasquatch-offroadpakket wordt dat zelfs 850 mm, waar de Jeep niet verder komt dan 760 mm. Ook heeft deze Bronco een indrukwekkende bodemvrijheid van 255 mm volgens een eigen meting. Ook de semi­-permanente vierwielaandrijving met handmatige spermogelijkheid doet denken aan de lay-out van de Wrangler-aandrijflijn. Waar je bij de Jeep het middendifferentieel en de lage gearing bedient met een kleine schakelpook, bedien je in de Ford alles met een druk op de knop. Het middendifferen­tieel en de GOAT-keuzeknop (Goes Over Any Terrain) met vijf terreinmodi (sneeuw, modder, zand, ‘Baja’, rotsen) bedien je op de middenconsole. Boven op het dashboard zitten met rubber beklede knoppen voor het loskoppelen van de stabilisator en twee sperdifferentiëlen op de voor- en achteras.Net als de Wrangler Rubicon heeft de Ford dus een offroad-uitrusting, maar dan op een andere manier gepresenteerd. Er zijn echter nog twee verschillen. Zo wordt de aanblik in het Jeep-interieur niet bepaald door displays; in de Ford is dat juist wel het geval. In de Badlands-variant doen de kunststoffen in het interieur hoogwaardig aan, maar in een goedkopere uitvoeringen zoals de Outer Banks, waarin we ook even konden plaatsnemen, kijk je tegen eenvoudig plastic aan. Daarnaast is de onderrijdbescherming voor de motor en de transmissie bij de Badlands van metaal en bij de Outer Banks van kunststof.

Beschaafd

Hoe de Bronco rijdt? Hij voelt zwaar en robuust. Je hebt zicht op een bijna volledig horizontale motorkap. Aan de zijkanten ervan zitten peillijsten die het eenvoudiger maken om de Ford te plaatsen in bochten en assisteren bij het manoeuvreren. Hoewel Bronco ‘ruig, wild paard’ betekent, maakt hij op het asfalt een beschaafde indruk. Er zijn minder stuurcorrecties nodig dan in de Wrangler, die met zijn starre assen graag een stapje opzij zet. De onafhankelijke voorwielophanging van de Bronco maakt het verschil. Dit is in lijn met de traditie, want het oermodel uit 1966 had al zo’n constructie. De nieuwkomer heeft tal van verwijzingen naar deze voor Amerikaanse begrippen ingetogen, compacte klassieker. Het strakke design is intact gelaten net als de bescheiden standaarduitrusting. De basisuitvoeringen van de Bronco waren in de jaren 60 zeer karig uitgerust; zelfs voor een verwarming moest je bijbetalen. Deze politiek van verleidelijk lage basisprijzen en lange optielijsten was door de illustere Ford-manager Lee Iacocca ingevoerd met de Mustang en beviel kennelijk goed.

Bijna tochtvrij

Softtop-offroaders zoals het exemplaar dat deze pagina’s siert, maken bij hogere snelheden altijd vrij veel geluid. Ook bij de Bronco is dat het geval, bij 90 km/h is het geluidsniveau aardig hoog. Daarmee zul je moeten leven, want de productiestart van de hardtop-versies is als gevolg van kwaliteitsproblemen uitgesteld. Daar staat tegenover dat het tot zo’n 70 km/h met half geopend dak bijna tochtvrij is in het interieur. Een genot is ook de door ons gereden krachtigste motorvariant, een V6 die bij stationair toerental fluisterstil is, maar die er bij het accelereren op los ronkt en met zijn indringende geluid zelfs aan oude Britse roadsters doet denken. De Bronco wordt ook geleverd met een compactere 300 pk 2,3-liter viercilindermotor met turbo, en dit dan in combinatie met inschakelbare vierwielaandrijving.

Al met al kunnen we stellen dat de Bronco in zijn nieuwste gedaante in het terrein bijna net zo goed presteert als de Jeep Rubicon, maar op het asfalt aanmerkelijk beter rijdt. Het blijft een icoon, het is mooi dat hij terug is.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

  • +Rijdt comfortabel op asfalt
  • +Fijne motor
  • -Goedkoop plastic in minder luxe uitvoeringen
  • -Softtop veroorzaakt veel geluid

Gerelateerde forum topics

Praat verder op het forum