Ford Bronco - Eerste rijtest
Wrangler-worstelen
De liefhebbers wachten gevoelsmatig al een eeuwigheid op een nieuwe Ford Bronco in retrostijl. Al in 2004 trok een studiemodel de aandacht tijdens de autoshow in Detroit, nu kunnen we op stap met de productieversie die via de grijze import ook zijn weg in ons land vindt.
Beschaafd
Hoe de Bronco rijdt? Hij voelt zwaar en robuust. Je hebt zicht op een bijna volledig horizontale motorkap. Aan de zijkanten ervan zitten peillijsten die het eenvoudiger maken om de Ford te plaatsen in bochten en assisteren bij het manoeuvreren. Hoewel Bronco ‘ruig, wild paard’ betekent, maakt hij op het asfalt een beschaafde indruk. Er zijn minder stuurcorrecties nodig dan in de Wrangler, die met zijn starre assen graag een stapje opzij zet. De onafhankelijke voorwielophanging van de Bronco maakt het verschil. Dit is in lijn met de traditie, want het oermodel uit 1966 had al zo’n constructie. De nieuwkomer heeft tal van verwijzingen naar deze voor Amerikaanse begrippen ingetogen, compacte klassieker. Het strakke design is intact gelaten net als de bescheiden standaarduitrusting. De basisuitvoeringen van de Bronco waren in de jaren 60 zeer karig uitgerust; zelfs voor een verwarming moest je bijbetalen. Deze politiek van verleidelijk lage basisprijzen en lange optielijsten was door de illustere Ford-manager Lee Iacocca ingevoerd met de Mustang en beviel kennelijk goed.
Bijna tochtvrij
Softtop-offroaders zoals het exemplaar dat deze pagina’s siert, maken bij hogere snelheden altijd vrij veel geluid. Ook bij de Bronco is dat het geval, bij 90 km/h is het geluidsniveau aardig hoog. Daarmee zul je moeten leven, want de productiestart van de hardtop-versies is als gevolg van kwaliteitsproblemen uitgesteld. Daar staat tegenover dat het tot zo’n 70 km/h met half geopend dak bijna tochtvrij is in het interieur. Een genot is ook de door ons gereden krachtigste motorvariant, een V6 die bij stationair toerental fluisterstil is, maar die er bij het accelereren op los ronkt en met zijn indringende geluid zelfs aan oude Britse roadsters doet denken. De Bronco wordt ook geleverd met een compactere 300 pk 2,3-liter viercilindermotor met turbo, en dit dan in combinatie met inschakelbare vierwielaandrijving.
Al met al kunnen we stellen dat de Bronco in zijn nieuwste gedaante in het terrein bijna net zo goed presteert als de Jeep Rubicon, maar op het asfalt aanmerkelijk beter rijdt. Het blijft een icoon, het is mooi dat hij terug is.
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
- +Rijdt comfortabel op asfalt
- +Fijne motor
- -Goedkoop plastic in minder luxe uitvoeringen
- -Softtop veroorzaakt veel geluid