Test: Fiat Stilo 1.4 16V & 1.9 MultiJet (2004)
Nieuwe impuls
- Sandor van Es
- Eerste rijtest
De Fiat Stilo is nog lang niet uitgespeeld. Integendeel, voor 2004 komt Fiat met twee nieuwe motorversies en een facelift. Wij reden er al mee.
Dat ongeveer één op de vijf verkochte Stilo's een Abarth is, bewijst dat deze snelle vijfcilinder zijn weg naar de liefhebber wel weet te vinden. Maar als volumemodel moeten de resultaten in Nederland toch enigszins tegenvallen. In 2003 werden er (tot en met november) 4.464 Stilo's op kenteken gezet en daarmee blijft de scherp geprijsde compacte middenklasser wel erg ver achter bij de 307, Golf en Focus. En dat terwijl hij bij de vórige multitest (AutoWeek 43/2002) een keurige derde plek wist te halen, achter de 307 en de Mégane. We roemden toen vooral de waar voor z'n geld.
Nadat onze overheid heeft besloten milieuvriendelijke spaarmodellen niet langer te stimuleren, is de zuinige Stilo 1.2 16V inmiddels uit de markt geprijsd. Hij wordt vervangen door een 1.4-versie, die voor een nieuwe stimulans aan de onderkant van het gamma moet gaan zorgen. Aan de bovenkant wordt de range uitgebreid met een 140 pk-sterke MultiJet-dieselmotor. Maar er is nog meer nieuws. Het Centro Stile heeft de achterkant van de vijfdeurs Stilo gefacelift, waarbij vooral de nieuwe lichtunits met geïntegreerde mistlampen (die verlieten hun positie naast de kentekenplaat) opvallen. Verder is de bumper wat aangepast en zijn de beschermstrips voortaan in carrosseriekleur uitgevoerd. Al met al zorgt dit voor een wat strakker, harmonieuzer uiterlijk. Verder krijgen alle Stilo's vanaf 2004 het ronde Fiat-logo centraal op de achterklep mee en zijn de koplampen aangepast – al moet je daarvoor wel héél goed kijken. Ten slotte komt Fiat met zeven nieuwe lakkleuren en krijgen de vijfdeurs plus de Multi Wagon standaard een two-tone interieurontwerp mee.
Flink roeren
Behalve in de Punto, Idea en de Lancia Ypsilon wordt de 1.4 16V, nieuwste telg van de FIRE-familie, nu dus ook gemonteerd in de Stilo. Het vermogen van 95 pk is indrukwekkend voor een motor van dit formaat. Vijftien stuks meer dan de 1,2-litermotor, die voor het gewicht van de Stilo wel héél minimaal was. We stappen in een vijfdeurs, waarbij meteen de frisse, tweekleurige contrasttinten opvallen. Jammer dat Fiat gelijk niet even naar het stoelontwerp heeft gekeken. Het blijft merkwaardig, die sleuf tussen de rugleuning en het zitvlak als je de stoel laat zakken. Je mist daardoor niet alleen wat steun helemaal onderin je rug, het tocht ook nog eens. Ook hadden ze wat ons betreft wel even aan die stuurbekrachtiging mogen sleutelen. We hebben er al veel over geschreven, toch doen we het nog een keer: het gevoel in het stuur is en blijft matig. Je hebt meer contact met de elektronica dan met het asfalt. Alsof je achter het stuurtje van een spelcomputer zit. Maar goed, de motor; daar gaat het om. De kleine zestienklepper sleurt de vijfdeurs in 12,4 seconden naar de honderd en zorgt voor een top van 178 km/h. Heel behoorlijk dus, al moet je wel flink doortrappen om 'm tot presteren aan te zetten. Pas vanaf zo'n 4.000 tpm komt de vierpitter echt tot leven, zowel qua kracht als geluid. Je moet dan ook flink in de standaard gemonteerde zesbak roeren om de gang erin te houden. Niet dat dit een probleem is, want het schakelen gaat heel trefzeker, zij het wel een tikkeltje licht. Voordeel van die zes versnellingen is dat je, naast het sportief kunnen opjagen van de motor, op de snelweg het toerental kunt drukken en daarmee de nodige rust in de auto krijgt; bij 140 km/h in zes draait de motor slechts zo'n 3.500 tpm.
Vlam in de pijp
De 140 pk sterke 1.9 JTD 16V is een heel ander verhaal, zo merken we op de binnenwegen rond Turijn. Henk Wijngaard wist het al toen hij in 1984 over de Brennerpas scheurde: dieselen is zo gek nog niet. De rechterhand kan voornamelijk op het stuurwiel blijven, zo schakellui is deze krachtige oliestoker te rijden. Al bij 2.000 omwentelingen komt de vlam in de pijp, in de vorm van 305 machtige newtonmeters. De nieuwe MultiJet, die we al kennen van de Alfa 147 en 156, levert maximaal vier inspuitmomenten per verbrandingsslag, met een inspuitdruk van 1.400 bar. Gevolg: een betere, gelijkmatigere verbranding en een verhoogd rendement. Dit, samen met de zestienklepstechniek en de turbo met variabele geometrie, zorgt ervoor dat de viercilinder sterker, soepeler en stiller is dan de oude JTD, die overigens ook leverbaar blijft. De prestaties zijn machtig: de honderd wordt bereikt in 9,8 seconden, Fiat geeft een top op van 200 km/h. Maar het is vooral de manier waaróp, die indruk maakt. De turbo moet heel even ademhalen, dan wordt je als door een onzichtbaar elastiek richting horizon getrokken. Het gemak en de rust waarmee je naar rijbewijsbedreigende snelheden wordt gesleurd, is imponerend. Bij diezelfde 3.500 toeren waarmee de 1.4 140 kilometer rijdt, staat de teller van de MultiJet al op de 190. En dan nog is er wat trekkracht over. Ondanks de rustiger motorloop blijf je wel merken dat je aan 't dieselen bent. Zo nu en dan zijn er wat trillingen voelbaar in de auto. Ronduit irritant is de vibrerende binnenspiegel, waardoor het moeizaam achteruitkijken is. Hetzelfde ongemak constateerden we in 2002 ook al in onze duurtest-Stilo JTD. Ook dit onderdeel hadden de techneuten van Fiat wel even onder de loep mogen nemen.
Maar goed, dat neemt niet weg dat de nieuwe motorversies een zeer positieve indruk hebben achtergelaten. De vernieuwde Stilo-modellen zijn vanaf januari leverbaar. De 1.4 16V is er al vanaf € 16.395, de MultiJet is er in de zeer complete Emotion-uitvoering vanaf € 26.995.