Test: Fiat Multipla (2004)

Doe maar gewoon

Fiat Multipla 2004
AutoWeek 26 2004
AutoWeek 26 2004

Je leest het in AutoWeek 26 2004

Bij zijn introductie in 1998 verbaasde de Fiat Multipla vriend en vijand met z'n vreemde snuit. Het grote publiek kon er nooit aan wennen. Daarom heeft Fiat de Multipla nu een gewone neus gegeven, in de hoop dat hij die niet zal stoten.

November 1998: Fiat introduceert de Multipla; een zespersoons MPV. Eigenlijk moeten we zeggen: Fiat introduceert de Multipla opnieuw, want van 1956 tot 1966 was er ook al een Multipla en ook dat was een ruimteauto met zes zitplaatsen. Behalve de naam en het aantal stoelen hebben de klassieke en de moderne Multipla niets met elkaar gemeen. Het 'oude' model was z'n tijd ver vooruit; in de jaren vijftig van de vorige eeuw bestond het begrip MPV helemaal nog niet.

De Multipla van 1998 was bij de tijd; Renault had intussen een gouden greep gedaan met z'n midi-MPV, de Scénic en andere automobielfabrikanten volgden het goede voorbeeld. Onder andere Fiat dus. Maar de Italianen besloten het over een heel andere boeg te gooien dan de concurrenten. Die kwamen met wagens met twee stoelen voorin, een tweede zitrij voor drie personen en daarachter eventueel nog derde zitrij voor twee mensen. Fiat wilde de moderne Multipla vooral kort houden, om hem makkelijk bruikbaar te maken in het drukke stadsverkeer, en tegelijk ook zes zitplaatsen meegeven. Bovendien moest hij – anders dan andere MPV's -, met al het zitmeubilair op z'n plek, ook een flinke hoeveelheid bagage mee kunnen nemen. De eisen die aan het ontwerp werden gesteld, resulteerden in een model met drie stoelen voorin, drie achterin en daar weer achter een bagageruimte met een inhoud van 430 liter. Dat alles bij een wagenlengte van nog net geen vier meter. Maar omdat het nu eenmaal uit de lengte of de breedte moet komen, viel de Multipla met 1,87 meter ongebruikelijk breed uit. De midi-MPV is zelfs iets breder dan Fiats grote MPV, de Ulysse.
De keuze voor twee rijen met drie zitplaatsen had nog een ander gevolg. Om de mensen op de buitenste plaatsen genoeg hoofdruimte aan de zijkant te geven, mochten de zijruiten nauwelijks naar binnen hellen en viel het dak van de Multipla ongebruikelijk breed uit. Fiat wilde ook veel licht in het interieur, met als gevolg een groot glasoppervlak.

Merkwaardig
Door de keuzes die Fiat had gemaakt, zou de voorruit van de midi-MPV niet zonder knik kunnen aansluiten op de motorkap en zou de Multipla geen 'monospace' kunnen worden, zoals de Scénic. De Italiaanse ontwerpers trokken daaruit vergaande conclusies en gaven de MPV een merkwaardige vorm. Het leek wel of het gedeelte boven de taillelijn – met de ramen – ontworpen was voor een auto die een maatje groter uit had moeten vallen. Het koetswerk deed ook wel aan een echte, ouderwetse koets denken. Dat de Multipla de schoonheidsprijs niet zou winnen, was wel meteen duidelijk. Maar het pakte veel erger uit. In designkringen mocht er dan waardering zijn voor het gewaagde ontwerp, het grote publiek keerde zich massaal af van het model, dat duidelijk werd gezien als de Quasimodo van de autowereld. Terwijl concurrenten als de Renault Scénic, de Opel Zafira en later ook de Ford C-Max en de VW Touran goed scoorden, stelden de verkopen van de Multipla behoorlijk teleur.

Aardgas
Bij Fiat hebben ze ten slotte ingezien dat er veel waarheid schuilt in het oer-Hollandse gezegde 'Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg'. Bijna zes jaar na z'n introductie kreeg de Multipla een nieuwe 'gewone' neus. Een neus die netjes aansluit op de voorruit, zodat je niet langer het idee krijgt dat wagen is opgebouwd uit twee stukken die eigenlijk niet bij elkaar passen. Het uiterlijk van Fiats midi-MPV is er een stuk minder karakteristiek door geworden, maar beslist ook veel acceptabeler voor de grote groep kopers bij wie zo'n soort auto op het verlanglijstje staat. Dat verdient de Multipla. Want precies zoals Fiat het bedoeld heeft, is het een ruimteauto met handige afmetingen, al heeft de neuscorrectie hem wel tien centimeter langer gemaakt. En z'n rijeigenschappen zijn opvallend goed. De wagen ligt heel solide op de weg en ondanks z'n hoge opbouw vertoont hij zo weinig neiging tot overhellen dat je hem best vlot, ja bijna sportief door bochten kunt mennen. Z'n prettig direct, en niet te licht werkende besturing draagt daar ook een stevig steentje aan bij.
Stevig, maar toch voldoende soepel afgestemd zijn vering en demping. Daardoor vervoert de Multipa z'n inzittenden comfortabel. En de versnellingspook mag dan uit de middenconsole steken, hij ligt goed onder handbereik en je kunt er de versnellingen vlot en soepel genoeg mee inleggen. Multipla's kunnen rijden op drie soorten brandstof: benzine, diesel en aardgas. Het best beviel ons de dieselversie met 1,9-liter JTD-motor. Die krachtbron is soepel en je kunt er dus makkelijk mee vanuit lage toeren optrekken, waardoor je niet veel hoeft te schakelen. Sinds de introductie van Multipla is deze machine er ook nog eens tien paardenkrachten en een vijftal newtonmeters op vooruitgegaan. Daardoor is de diesel met een top van 176 km/h en een acceleratie 0-100 in 12,2 s nu de snelste Multipla. De 1,6-liter 16-kleps benzinemotor moet behoorlijk op toeren gehouden worden om een beetje vlot vooruit te komen. En dat betekent méér schakelen. De aardgasversie heeft in principe dezelfde krachtbron, die in dit geval op aardgas óf op benzine kan lopen. Omdat hij aardgastanks aan boord heeft, is deze uitvoering van de Multipla zwaarder. Daardoor is 'ie ook wat trager dan eentje met een gewone 1,6-liter benzinemotor, ook wanneer hij op benzine rijdt. Wordt er aardgas gestookt, dan kost dat wat pk's en Nm's, wat natuurlijk niet bevorderlijk is voor de prestaties. Het acceleratievermogen gaat er flink op achteruit. Volgens de fabriek vraagt optrekken 0-100 op gas niet minder dan 16 seconden, tegen 13,5 tellen op benzine.

Rommelig
In het interieur bleef eigenlijk alles bij het oude. Zo heeft de Multipla nog steeds z'n rommelig ogende middenconsole, met daarin opgenomen het naar de bestuurder gekeerde instrumentenpaneel. Ook biedt de ruimteauto, als vanouds, opbergruimte op allerlei plaatsen. De zes stoelen hebben allemaal hetzelfde formaat, en dezelfde vorm, die voor weinig steun opzij zorgt. Om de mensen voorin wat meer ruimte op schouderhoogte te geven, kan de middelste stoel iets verder naar achteren dan de twee buitenste. In plaats van met een middelste voorstoel is de Multipla ook leverbaar met een koelbox. De achterstoelen kun je verplaatsen; je kunt de rugleuningen voorover klappen; je kunt ze tegen de voorstoelen aan klappen en je kunt ze uit de auto halen en thuis laten.
In het najaar wordt het bij ons 'nieuwe ronde, nieuwe kansen' voor Fiats midi-MPV, want dan komt de Multipla met z'n nieuwe, 'gewone' gezicht in Nederland op de markt.