Dacia Duster vs. Suzuki Vitara - Vergelijkende Test

30 is het nieuwe 20

53 reacties

Video
AutoWeek 45 2021
AutoWeek 45 2021

Je leest het in AutoWeek 45 2021

Auto’s zijn duur in Nederland en dat geldt nog meer voor SUV’s. Voeg ook nog een automaat toe aan het wensenlijstje op en je bent verzekerd van een gepeperde aanschafprijs, behalve bij Dacia en Suzuki.

Nee, echt goedkoop zijn de auto’s op deze pagina’s nu ook weer niet. Bij Dacia zit je met krap 30 mille zelfs helemaal aan de bovenkant van het gamma en ook bij de Suzuki-dealer krijg je vast een koekje bij de koffie als er dit soort bedragen spelen. Toch zijn deze auto’s relatief gezien koopjes, want elders kost een even ruime SUV met een automatische transmissie gegarandeerd meer. Deze specifieke categorie is er dit jaar wel op vooruitgegaan, want bij zowel Suzuki als Dacia gaat het om nieuwe uitvoeringen. De Vitara was eerder leverbaar met automaat, maar combineert die sinds dit voorjaar voor het eerst met de 1.4 Boosterjet Smart Hybrid-motor die een jaar eerder werd gelanceerd. Bij Dacia wordt er sinds de recente facelift zelfs helemaal voor het eerst een Duster met automaat in de Nederlandse showrooms gerold. De facelift-Duster laat zich het gemakkelijkst herkennen aan nieuwe koplampen en achterlichten, waarbij nu ook het dimlicht door leds wordt verzorgd.

Wie een automaat kiest, krijgt automatisch een versie met een voor dit merk ongebruikelijk riante 150 pk, afkomstig van de 1,3-liter viercilinder die ook in tal van Renaulten zelfs Mercedes-modellen is te vinden. De aandrijflijn wordt bovendien alleen geleverd in combinatie met de topuitvoering, Prestige genaamd. Toch laat de Duster zich met deze aandrijflijn met geen mogelijkheid boven de 30 mille duwen. Bij Suzuki kan dat wel, maar alleen als je voor de hier geteste Style gaat. De uitvoering Select biedt niet veel minder en is ook voor minder dan 30 mille de jouwe.

LEVENDIG

De Vitara is met 129 pk iets minder krachtig dan de Dacia, maar wel bijzonder levendig. Hij is zelfs op vrijwel alle meetonderdelen sneller dan zijn opponent en voelt ook daadwerkelijk vlot aan. Dat is echter niet dankzij de automaat, maar ondanks de automaat. De traditionele zestraps transmissie is zeker niet de snelste in zijn soort en neemt rustig de tijd voor schakelmomenten. Soms zijn ze ook goed voelbaar, al gaat dat op andere momenten weer beter.

Ook het loslaten of juist weer intrappen van het gaspedaal levert soms een nadrukkelijk schokje op. Met gas los begint de auto stevig te vertragen. Dat hoort bij de mildhybrid-hulp, die op verbruiksgebied duidelijke voordelen biedt, maar niet bijdraagt aan een soepele rijervaring. Opvallend is dat de Suzuki heuse schakelflippers heeft, zelfs met een verlichte plusen min-aanduiding. Minder fijn is dat de pook bij het wegrijden al snel per ongeluk in M (manueel) in plaats van D eindigt, waardoor de motor al voor het einde van de straat onbedoeld in de toerenbegrenzer hangt. Wie aan die onhebbelijkheid went, heeft heus geen onprettige auto aan de Vitara met automaat, al zijn er dus wel prettiger transmissies.

De EDC-bak van de Dacia is daarvan een mooi voorbeeld. Net als bij de motoren mag Dacia rekenen op de meest actuele Renault-techniek en dus wordt er gewoon een automaat met dubbele koppeling gemonteerd. Ook hier geldt dat er snellere exemplaren in omloop zijn, maar daar zal geen Duster-koper zich aan storen. Veel belangrijker is dat het schakelen soepel, vlot en op de juiste momenten plaatsvindt, en dat is het geval. Flippers ontbreken hier, maar je kunt wel handmatig schakelen met de pook. Ook de motor van de Dacia bevalt net wat beter dan die van de Suzuki, vooral omdat hij prettiger in het gehoor ligt en versnellen en vertragen een stuk soepeler gaan. Als er moet worden getankt, zijn de rollen omgedraaid, want de Suzuki is veel zuiniger. En dat is zeker in dit segment en met de huidige brandstofprijzen een belangrijk pluspunt van de Japanse techniek.

TERREINWAGEN

Hoewel de motor van de Duster een beschaafd type is, dringt er met name op de snelweg behoorlijk wat geluid door in het Dacia-interieur. Met name het windgeruis is dan nogal prominent aanwezig, waaraan de enorme dakrails ongetwijfeld een stevige bijdrage leveren. De Vitara is eenmaal op snelheid wat stiller. Ook gaat die auto beter om met korte oneffenheden en is zijn besturing net even communicatiever. De Dacia stuurt erg licht en gevoelloos, maar voelt tegelijkertijd wel aan als ‘meer auto’.

De Roemeen is aan alle kanten net even groter dan de Japanner en laat dat duidelijk merken. Hij doet met zijn hoge zit, stoere vormen en hoge motorkap een beetje denken aan de terreinauto die de Suzuki Vitara ooit was, maar nu nadrukkelijk niet meer is. Dat beide auto’s met vierwielaandrijving leverbaar zijn, verdient wel een vermelding, zij het dat de integrale aandrijving alleen bij Suzuki met een automaat is te combineren. Dat de Dacia een stuk groter is dan de Vitara, uit zich niet in wezenlijk meer zitruimte achterin. In beide auto’s is hier net voldoende ruimte voor een volwassenne van gemiddelde lengte, maar houdt de beenruimte bepaald niet over. Opmerkelijk, zeker omdat het verschil wel heel groot wordt als de achterklep open gaat. De Dacia heeft overduidelijk een grotere laadvloer en vertaalt dat ook in een veel groter aanbod aan bruikbare liters. Met de bank omhoog kijken we al naar 100 liter verschil, maar met de bank plat loopt dat op naar een gigantische 500 liter. Met 1.623 liter is de Dacia dan zelfs ongeveer even ruim als een Volkswagen Tiguan en die bevindt toch duidelijk een segment hoger.

De Vitara beschikt wel over een handige dubbele bodem, zodat losse spullen onder de vloer kunnen worden verstopt. Als er meer mee moet dan achterin past, is het goed om te weten dat beide auto’s aanhangers tot 1.500 kg mogen trekken.

SAMENHANG

Met het Dacia-interieur is iets bijzonders aan de hand. Het vele harde kuntstof en een aantal goedkope oplossingen maken direct duidelijk dat het hier om een budgetproduct gaat, maar tegelijkertijd oogt de boel opvallend modern en coherent. De knoppen en schakelaars zien er strak en fris uit, alles is in dezelfde stijl getekend en met het bedieningsgemak is niets mis. Suzuki heeft meer geld besteed aan aardigheidjes, zoals een duidelijk fraaier aangekleed instrumentarium en een met zacht materiaal bekleed dashboard. Toch is de algehele indruk niet wezenlijk beter, onder meer doordat het de verschillende elementen hier minder goed lukken om één samenhangend geheel te vormen.

Uiteraard krijgen beide auto’s een touchscreen mee. Bij Suzuki is dat 7 inch groot, bij Dacia is het scherm nieuw en een maatje groter. In beide gevallen is bij de topversies navigatiesoftware aanwezig, maar worden we stiekem blijer van Android Auto en Apple CarPlay. Die telefoonhulpjes hebben juist bij eenvoudige infotainmentsystemen veel meerwaarde en dat is hier dus zeker het geval. De digitale omgeving van Dacia werkt evengoed duidelijk beter, vooral dankzij de goede reactiesnelheid. Het Suzuki-scherm is naar hedendaagse maatstaven simpelweg traag. Wel weer geinig is dat je tussen de tellers werkelijk allerhande informatie kunt oproepen, van energiestromen tot een soort g-krachtmeter.

Helaas moet dat wel nogal onhandig gebeuren via het ‘stokje’ dat uit de tellerbak zelf steekt. Dacia houdt het hier sober, maar laat je de boel wel keurig met knopjes op het stuur bedienen. Suzuki gaat een flinke stap verder dan Dacia als het gaat om uitrusting. Zo nemen we hier adaptieve cruisecontrol (standaard!), Lane Departure Warning en een regensensor waar, allemaal attributen die bij Dacia niet leverbaar zijn.

Dat geldt ook voor een fijne voorziening als een panoramadak, dat bij Suzuki als optie te krijgen is. Dacia trakteert Prestigekopers wel op een dodehoeksensor, ‘normale’ cruisecontrol en automatische klimaatregeling. De parkeercamera verdient een pluim, want behalve naar achteren kun je met dit apparaat onder meer ook langs beide flanken kijken. De zitpositie is in beide auto’s aan de hoge kant, maar net niet storend hoog. De rugleuning is helaas in beide gevallen niet traploos verstelbaar, waardoor het wat lastiger is om een fijne zit te vinden dan bij een traploos systeem.

Nog een detail waaraan je kunt zien dat elke euro bij Dacia er één is: de knop voor de stoelverwarming is niet op het dashboard geplaatst, maar bevindt zich direct aan de stoel. Ook heeft de billenverwarmer hier maar één stand, tegen twee voor de Suzuki. Jammer, maar als we over de stoelverwarming gaan klagen, weet je dat Dacia al ver is gekomen.

Verder lezen?

Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.

Inloggen of Registreren

Oordeel

De Dacia wint, maar het verschil is klein. De keuze hangt sterk af van je wensen. De Duster is veel ruimer, heeft een fijnere aandrijflijn en is iets goedkoper. De Suzuki zit echter beter in zijn spullen en verdient die geringe meerprijs in de loop der jaren terug door zijn zuinigheid. De Vitara is alleen niet meer de jongste, en dat is te zien.

    PRIVATE LEASE Dacia Duster

    Lezersreacties (53) (gesloten)

    Maak melding van misbruik

    Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

    Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.

    De discussie is gesloten.
    Reageren is niet meer mogelijk.

    Praat verder op het forum