BMW 135i Coupé
Vereende kracht
Voor BMW is de 135i veel meer dan slechts een modelvariant op basis van de 1-serie. Het is een lichtvoetige coupé in de geest van de aloude 2002 Tii en Turbo. Bovendien maakt de 1-serie hiermee zijn debuut in de VS, waar men het tot nu toe zonder de kleine BMW moest stellen. Minder fraai dan de 3 Coupé, maar wel een eersteklas rijmachine, zo blijkt.
Hubert Rauberger, leider van het project 1-serie Coupé, neemt in het eerste deel van zijn toespraak geen enkele keer de voor BMW zo gevleugelde term Freude am fahren in zijn mond. In plaats daarvan gaat het alleen maar over Efficient Dynamics, CO2 en andere groene praat. BMW wil graag het schoonste jongetje van de klas zijn en slaagt daar wonderwel heel aardig in. Bovendien steekt Rauberger niet onder stoelen of banken dat de 1-serie Coupé in eerste instantie een auto voor de Verenigde Staten is. De gewone 1-serie is daar niet te koop, omdat de Amerikanen niet zo gek zijn op hatchbacks, al was het alleen maar vanwege het feit dat er geen twee golftassen (blijkbaar de nieuwe norm) meekunnen. Kein problem, zeggen de Duitsers, plakken we er toch gewoon een kontje aan? En daarmee is de 135i Coupé de eerste Einzer op de Amerikaanse markt. De diesels maken de grote reis vanuit Leipzig – waar deze auto wordt gebouwd – naar de VS niet, de hier niet -leverbare 128i weer wel. Nederlander Daniel Starke is medeverantwoordelijk voor het ontwerp.
Zwaarder dan een 520i
In de ruimte waar de perspresentatie wordt gehouden, staat een 2002 Tii van begin jaren zeventig. BMW ziet de 1-serie Coupé als een soort wederopstanding van die auto, of eigenlijk zelfs van de 2002 Turbo. De reden dat de turbo voor benzinemotoren bij het Beierse merk zo innig wordt omarmd, is gelegen in het feit dat het grootste nadeel dat dit type compressor met zich meebrengt – het turbogat – er niet meer is. Daarover straks meer. Alle brandstofbesparende maatregelen op technisch gebied ten spijt, lukt het BMW niet om de 1-serie Coupé tot een lichtgewicht te maken. Voor de 135i noteren we een leeggewicht van maar liefst 1.485 kg. Dat is meer dan de nieuwste 520i sedan en slechts 15 kg minder dan de 335Ci. Toch weten ze in Beieren best hoe het moet, want de huidige 520i is in alle opzichten groter dan zijn voorganger en desondanks 10 kg lichter! Nu we toch met cijfers bezig zijn: voor de 3,0-liter twinturbomotor moet je behoorlijk diep in de buidel tasten. Bij de 3-serie sedan is er een prijsverschil van E 2.950 tussen de 330i en de 335i. Omgerekend naar de 1-serie Coupé is dat E 5.950. Hierbij gaan we uit van de 3-deurs 130i, die als Coupé ongeveer E 2.500 meer zou kosten dan de hatch, zoals dat ook bij de 3-deurs en Coupé 120d het geval is.
Feitelijk 140i en 130d
De diesels (120d en 123d) zijn nog niet beschikbaar voor testritten, maar we voelen ons allerminst gestraft met de 135i. Voor hen die dat nog niet mochten weten: die heeft geen 3,5-litermotor, maar een 3,0-liter zes-in-lijn met twee turbo's. Een prachtig stuk techniek, met hoeveelheden pk's en koppel die vergelijkbaar zijn met een 4,0-liter V8. Vanuit die optiek had deze auto dus best '140i' mogen heten. De krachtigste zescilinder van BMW levert 306 pk en tussen 1.300 en 5.000 toeren is het maximumkoppel van 400 Nm altijd paraat. De twee dieselmotoren mogen er trouwens ook zijn. Ze zijn beide volledig uit aluminium vervaardigd, wat ze een stuk lichter maakt dan motoren met gietijzeren blokken. Met zijn 177 pk en 350 Nm is de 120d allesbehalve een stumper, maar de 123d is toch wel het neusje van de zalm. Deze diesel maakt gebruik van dezelfde twinturbotechniek als de 135i en 535d, waarmee het tweeliterblok er 204 pk en 400 Nm weet uit te persen. En daarmee overtreft hij de eerste 530d van 1998, die met zijn zescilinder 3,0-liter goed was voor 184 pk en 390 Nm.
Mooi visitekaartje
We gaan de weg op in de 135i. De zitpositie is uitstekend, de stoelen top. Het dashboard is gelijk aan dat van de gewone 1-serie. Mooi en doordacht vormgegeven en alles wat je ziet of aanraakt, is even solide. Hoewel BMW spreekt van een vierzitter, zien we de twee achterste zitplaatsen meer als een prettig heenkomen voor kinderen dan voor volwassenen. Been- en hoofdruimte zijn achterin aan de krappe kant. Het uitlaatgeluid dat de zespitter voortbrengt, is fantastisch. Een indrukwekkend, diep en donker tromgeroffel rond 2.000 toeren, overgaand in een oorstrelende symfonie van techniek bij het toenemen van het toerental. En dan die trekkracht. Waanzinnig gewoon. De acceleratie overtreft die van een Ferrari 348 en tik je 'm bij 70 km/h in zes (1.300 toeren), dan pakt de motor zonder enige vorm van tegensputteren op. Een mooier visitekaartje dan dit kun je als motorenbouwer niet afgeven. BMW doet zijn naam eer aan. De acceleratie van 80 naar 120 km/h duurt volgens fabrieksopgave niet langer dan vijf seconden, dat is 0,4 seconde minder dan we onlangs voor een M3 noteerden. Meer motorvermogen heeft een sportievere versie van de 1 Coupé feitelijk niet nodig, vandaar dat de sportievere variant (zie kader) vooral lichter wordt.
Niet spijkerhard
Opmerkelijk genoeg voelt de 135i minder straf geveerd dan een reguliere 1-serie. Heeft BMW lering getrokken op de kritiek die het extreem harde onderstel van die auto kreeg? Daar komt ook nog bij dat de sterkst gemotoriseerde Coupé een M technic-onderstel heeft. Maar op de mooie Zweedse binnenwegen waar we de eerste kilometers maken, valt op dat we weliswaar niet met een luchtgeveerde limo onderweg zijn, maar ook niet met een auto die je constant irriteert door te hard veergedrag. Om het onderstel echt op z'n merites te kunnen beoordelen, kunnen we het circuit op. De 3,2 kilometer lange baan die we rijden, kent veel korte bochten. De BMW gaat niet bij de eerste beweging van het stuur de hoek om, hij aarzelt even. Hij moet zich eerst even zetten en hangt iets in zijn veren. De elektrisch bekrachtigde besturing is direct en precies. Op de achteras heeft de 135i banden in de maat 245/35/18, de grip is dus enorm. Met alle systemen uit is hij best tot een lekkere drift te verleiden, dankzij het enorme vermogen. In korte bochten is er eerst onderstuur, in de langere, snellere bochten gaat hij heel beheerst over alle vier de wielen. Een auto waar je je al snel één mee voelt. Helaas hangt aan al dit genot een stevig prijskaartje: minstens E 51.150 moet de 135i opbrengen. En vooralsnog lepelt BMW deze motor niet in de driedeurs 1-serie, hoewel dat qua prijs niet zo gek veel zou uitmaken. Er komt begin volgend jaar nog wel een benzinemotor bij voor de Coupé: de 125i.