Audi RS4 Avant & RS4 Cabriolet
Boenderaarsgarde compleet
- Maurice de Bouvère
- Eerste rijtest
Als het aan Audi ligt, krijgen we een hete zomer. In juni mogen we de RS4 Avant verwachten. Tegelijkertijd komt de RS4 voor het eerst ook als Cabriolet. De nieuwkomers maken de range aan supersnelle uitvoeringen compleet.
Hoewel de vorige RS4, die uitsluitend als stationwagon – Avant in Audi-terminologie – leverbaar was, wist het Duitse merk toch meer dan 6.000 exemplaren van deze toch tamelijk exclusieve auto aan de man te brengen. Voor Audi een bewijs dat de belangstelling er wel degelijk is voor dit concept. Na de sedan, Limousine, zoals Audi deze variant heeft gedoopt – was de komst van een RS4 Avant dus slechts een kwestie van tijd.
Een RS4 verpakt als Cabriolet, is volledig nieuw. Nooit eerder heeft een open Audi zó veel vermogen onder de kap gehad. De RS4 Cabrio is vooral een akoestisch genoegen, want voor ontspannen cruisen met je haren in de wind is de 420 pk sterke 4,2-liter V8 wel erg veel van het goede; met een minder krachtige motor gaat dat ook prima. Maar met geopende kap krijgt de krachtbron alle kans z'n prachtige volle V8-klanken over de inzittenden van de RS4 uit te storten. De Sport-knop, die ook het fraaie, aan de onderzijde afgeplatte stuurwiel van de RS4 Limousine siert, treffen we ook aan in de Cabrio. De Sport-knop functioneert ook hier als een volumeknop voor de motor, doordat na het indrukken ervan de motor niet alleen agressiever reageert op bewegingen van het gaspedaal, maar er ook een klep in het uitlaatsysteem geopend wordt. Zowel het geluid als de klank van de krachtbron verandert, zodra je de knop beroert. De V8 klinkt ineens een stuk sportiever, agressiever en rauwer. En in geen van de versies van de RS4 kun je zo intens genieten van de symfonie die de motor dan ten gehore brengt als in de Cabrio. Met een diepe, donkere roffel klimt de achtcilinder in de toeren. Even doet hij je daardoor denken aan een vijfpitter. Maar dat maakt 'm niet minder imponerend. Vooral omdat die donkere klanken uit het motorcompartiment blijven komen, hoe hoog je de krachtbron ook in de toeren laat klimmen. Gillen of snerpen is 'm volkomen vreemd.
Vastberaden
En toeren maken, dat doet de V8 in de RS4 met graagte. Het is een echte hogetoerenmotor. Pas bij 8.250 tpm grijpt de toerenbegrenzer zonder genade in. Het vermogen wordt soepel opgebouwd; de RS4 geeft je geen onbehouwen schoppen in je rug wanneer je het gaspedaal vloert, maar duwt je vastberaden in de rugleuning van je stoel, om je daar te houden zo lang de acceleratie voortduurt. Het maximale vermogen bereikt de krachtbron bij 7.800 omwentelingen van de krukas. Het hoogste koppel van 430 Nm komt vrij bij 5.500 tpm. Daarbij is negentig procent van de trekkracht beschikbaar tussen 2.250 en 7.600 tpm. De direct ingespoten FSI-motor is in de basis afkomstig uit de A8. Maar door tal van modificaties aan de techniek kan hij in een veel hoger toerengebied presteren. Zo heeft Audi de achtpitter voorzien van nieuwe zuigers, drijfstangen en een andere krukas. Door de directe benzine-inspuiting wordt een gelijkmatige verdeling en een hogere verdichting van het lucht/brandstofmengsel in de verbrandingskamers verkregen. Hierdoor wordt de compressieverhouding hoger.
De prestaties van de RS4 limousine zijn om je vingers bij af te likken. Van 0 naar 100 km/h sprint de Audi in een schamele 4,8 seconden. 11,8 Seconden later doorbreekt 'ie schouderophalend de 200 km/h-grens. Bij 250 km/h houdt 'ie het vrijwillig voor gezien. Bij zowel de Avant als de Cabrio is de koek eveneens op bij 250 km/h. Beide nieuwkomers doen in de sprint maar heel weinig onder voor de Limousine; de spurt van 0 naar 100 km/h duurt bij de laatste twee slechts een tiende van een seconde langer.
Audi combineert het hoge vermogen van z'n RS'en traditiegetrouw met vierwielaandrijving. Dat verhoogt weliswaar het gewicht, maar vergroot uiteraard ook de grip in snelgenomen bochten. Een Torsendifferentieel verdeelt het vermogen naar behoefte over de voor- en achteras. In principe gaat veertig procent van het vermogen naar de voorwielen en zestig naar de achterwielen. Van hinderlijke aandrijfreacties in het stuur is ook in bochten geen sprake. De besturing werkt heel precies en met veel gevoel. Grip komt in vrachtladingen. Hoe je ook ravot met de RS4, hij lijkt niet uit balans te krijgen. De Audi heeft de neiging de buitenzijde van de bocht op te zoeken als je 'm de sporen geeft. In een snelgenomen bocht plotseling van het gas gaan, resulteert niet in een achterkant die de voorzijde probeert in te halen, maar slechts in een scherper de bocht indraaiende neus. Onder- en overstuur worden in de hand gehouden door het elektronische stabiliteitsprogramma ESP. Het systeem omvat ABS, elektronische remkrachtverdeling (EBD) en aandrijfslipregeling (ASR).
Over the top
Het interieur van de RS4 Limousine is identiek aan dat van de Avant. Het is een lust voor het oog. De kuipstoelen spelen een hoofdrol in het binnenste van de Audi. Niet alleen omdat ze er heel fraai uitzien, maar vooral omdat ze formidabel zitten. Ze omarmen je innig en geven een perfecte steun. Het maakt niet uit welk postuur je hebt, want de lendensteunen zijn verstelbaar. Vanuit de kuipjes kijk je uit op een sportief ogende cockpit. Het dashboard is voorzien van koolstofvezel panelen en in de voetenbak prijken aluminium pedalen. Maar deze accenten verbleken bij het RS4-stuurwiel. Het is wellicht het meest inspirerende element van de 'cockpit'. Het is lekker compact, met een dikke, goed in de hand liggende rand, en heeft aluminium spaken. Met name de afgeplatte onderkant met het RS-logo erop geeft het stuur z'n aura van sportieviteit. Met zo'n stuur voor je neus popel je om eens stevig te boenderen met deze rappe Duitser; je vergeet op slag aan boord dat je in een stationwagon zit.
De Cabriolet onderscheidt zich van de Avant, en ook van de Limousine, doordat hij in standaardtrim weliswaar sportief zitmeubilair heeft, maar de opvallende RS-kuipen ontbeert. Op bestelling schroeft Audi ze er overigens wel in.
De Audi RS4 sedan bemachtig je al niet voor een appel en een ei. Er hangt namelijk een prijskaartje aan dat € 106.900 vermeldt. De Avant moet € 109.000 opbrengen, en de Cabriolet vergt een investering van € 123.290. En de prijs die je betaalt voor het ongefilterd opvangen van de donkere, roffelende V8-klanken van de RS-motor, is ons eigenlijk te hoog; met een 2,0- of desnoods een 3,2-liter FSI-krachtbron is de open A4 al prima bediend. Het surplus aan vermogen dat de RS-motor te bieden heeft, gebruik je in de cabrio in de praktijk niet en komt dus nauwelijks tot z'n recht. En bovendien blijft de A4 Cabrio ook zonder deze beul onder de kap een plaatje. De open RS4 is met andere woorden wat over the top. De RS4 Avant lijkt voor de liefhebbers van het snelle spul uit Ingolstadt een rationeel verstandiger keus.