Audi A4 FSI
Wat te tanken?
Afgelopen vrijdag presenteerde Audi in München een nieuwe benzinemotor voor de A4: de 2.0 FSI. Een viercilinder met directe brandstofinjectie. Daarnaast kreeg de 1.8 Turbo iets meer vermogen, net als de 2.5 V6 TDI. Met de FSI reden we door het achterland van dat andere Beierse merk.
Audi timmert hard aan de weg om de geclaimde voorsprong door techniek ook op het vlak van directe benzine-inspuiting waar te maken. De 24 uur van Le Mans gold voor het merk als een belangrijk podium om de FSI-techniek wereldkundig te maken. Met de R8, voorzien van een 3,6-liter V8 biturbomotor én FSI, toonde Audi zich voor de tweede achtereenvolgende keer technisch soeverein. In 2000 ging Audi (zonder FSI) ook al met de eer aan de haal, zodat de wisselbeker nu voorgoed in Ingolstadt kan blijven. En dat is de stad waar ook de TDI werd geboren. Eind 1989 verscheen de eerste direct ingespoten turbodiesel van Audi, een vijfcilinder. Een motor die uitblonk door zijn grote souplesse en lage verbruik. Twee jaar later volgde de 1.9 TDI, een motor die we tot op heden - in geëvolueerde versie - terugvinden is zo'n beetje elke auto van de VW-groep. En nu is dan voor Audi de tijd aangebroken voor directe benzine-injectie. Daarin is het merk met de vier ringen niet de eerste. Mercedes-Benz had het al in de jaren vijftig op de legendarische 300 SL (de 'vleugeldeur'). Tegenwoordig zijn het Mitsubishi en Renault die deze techniek al enige tijd in een aantal modellen gebruiken. De Japanse GDI kon wat verbruik betreft z'n beloftes niet helemaal waarmaken. Het ware rendement moet 'ie hebben van een aangepaste rijstijl. En van de juiste brandstof.
Omslagpunt: 13 jaar!
Zoals de kop boven dit artikel al aangeeft, is een direct ingespoten benzinemotor sterk afhankelijk van de juiste kwaliteit brandstof. En daar wringt de schoen. De tweeliter FSI drinkt het liefst zwavelarme superplus. Dat hebben we in Nederland dus niet. De benzine die het meest in de buurt komt, is Pura van Shell. Deze zwavelarme brandstofsoort heeft echter een octaangetal van 95. Daar neemt de A4 2.0 FSI uiteraard best genoegen mee, maar de prestaties zijn dan van een (iets) lager niveau dan de fabrieksopgave. Dat komt doordat het motormanagement maatregelen treft om pingelen te voorkomen, wat ten koste gaat van het absolute vermogen. Een tweede optie is om dan maar super plus te tanken, feitelijk niet de ideale soort voor de FSI. En aardig wat duurder dan een litertje Euro ongelood. Waarmee gezegd is dat het voordeel van een A4 2.0 FSI ten opzichte van een gewone 2.0 uiterst gering is. Wie zo'n 20.000 kilometer per jaar aflegt met een FSI en altijd Pura tankt is op jaarbasis een kleine 130 euro goedkoper uit dan zijn buurman die euro tankt met zijn tweeliter A4. Het door de fabriek opgegeven verbruik voor de FSI bedraagt 7,1 l/100 km, dat voor de 2.0 ligt op 7,9 l/100 km. Gering verbruiksverschil, duurdere brandstof en een catalogusprijs die 1.730 euro hoger ligt. Dan is het voordeel wat besparing op brandstof aangaat al snel tenietgedaan. Pas na 13 jaar begint de FSI zich 'terug te verdienen'!
Ja, ook voor 't milieu
Financieel gewin vormt dus geen basis om over te stappen op de FSI, die naast de 2.0 in het programma komt. Zorg voor het milieu zou de klant over de FSI-streep kunnen trekken. Schoner en zuiniger is de directe inspuiter namelijk wel. Dat komt doordat het verbrandingsproces dankzij de FSI-techniek veel beter te beheersen is. Pas aan het eind van de compressieslag wordt op exact het juiste moment de exacte hoeveelheid brandstof ingespoten. Tot op de milliseconde nauwkeurig, onder een druk van maximaal 110 bar. De brandstof wordt onder druk gezet door een hogedrukpomp die door de nokkenas wordt aangedreven. Dit lijkt dus sterk op het common-railprincipe, dat we bij veel dieselmotoren zien. Audi ontwikkelde een nieuwe cilinderkop voor deze technologie. Deze kop dient als basis voor nog komende FSI-motoren. In tegenstelling tot de vijfkleps tweeliter heeft de FSI vier kleppen per cilinder. Verder plaatste Audi in het inlaatkanaal een klep, de zogenoemde 'Tumble', die de luchtstroom naar iedere afzonderlijke cilinder beïnvloedt. Afhankelijk van de belasting van de motor en de stand van het gaspedaal kiest de elektronica de juist stand van deze klep. En dankzij een ingenieuze vorm van uitlaatgasrecirculatie, waarbij maximaal 30 procent van de uitlaatgassen wordt teruggevoerd naar de verbrandingsruimte, is Audi erin geslaagd de NOx-emissies met 70 procent te reduceren.
Soepele machine
Hoe vertaalt al deze fraaie techniek zich in de dagelijkse praktijk? Ofwel: rijdt zo'n FSI een beetje? De vermogenstoename ten opzichte van de 130 pk sterke vijfkleps tweeliter bedraagt 20 pk. Het koppel steeg naar 200 Nm (2.0 5V: 195 Nm bij 3300 tpm), dat tussen 3250 en 4250 toeren aanwezig is. We vertrekken vanaf vliegveld München, waar we direct de befaamde Autobahn op draaien. De motor is al op bedrijfstemperatuur, dus meteen trappen met dat ding! Even checken op die beloofde top van 218 km/h erin zit. Op de teller met gemak. En wat is die A4 een lekker stabiele en rustige auto. Zelfs op topsnelheid. Daar komt bij dat de FSI tweeliter prettiger in het gehoor ligt dan zijn indirect ingespoten bloedverwant, die we toch een tikje te rauw vinden. We stellen het tempo naar beneden bij en eenmaal op de binnenwegen laten we de snelheid mede bepalen door het verkeersaanbod. Nee, we doen niet ons uiterste best om zo zuinig mogelijk te rijden. Dan scoor je met iedere auto aansprekende waarden. Wat we doen is vooral heel normaal rijden. De FSI-krachtbron toont zich over de hele linie soepel en reageert ook onderin goed. Nog een pluspunt is het ontbreken van een voelbare overgang van deellast naar vollast, zoals bij veel mager-mengselmotoren het geval is. Na deze testronde geeft de boordcomputer een gemiddeld verbruik aan van 8,8 liter op honderd kilometer. Met de 2.0 5V scoorden we in een test gemiddeld 10,9 liter over dezelfde afstand. Dan pakt het finacieel redelijk gunstig uit voor de FSI, ondanks het feit dat we de juiste benzine (nog) niet hebben in Nederland. Dus zijn er tóch nog meerdere motieven om de 2.0 FSI te prefereren boven de 2.0 5V: hij is zuiniger, beter voor het milieu en hij heeft een gecultiveerder karakter. Is dat nog niet genoeg, neem 'm dan omdat 'ie in een A4 hangt. Heerlijke auto.
Meer kracht voor 2.5 TDI en 1.8 T
Tegelijk met de introductie van de FSI kondigde Audi nog twee wijzigingen op motorgebied aan. Zo is het vermogen van de A4 1.8 T gestegen naar 120 kW/163 pk. De A4 2.5 V6 TDI mobiliseert dezelfde hoeveelheid paardenkrachten. De 2.0 FSI, de 1.8 T en de 2.5 V6 TDI zijn aan de buitenkant te herkennen aan de 16-inch lichtmetalen wielen. De topsnelheid van de 2.5 TDI nam toe tot 227 km/h, het maximum koppel staat ongewijzigd op 310 NM bij 1400 tpm. Het koppel van de 1.8 T steeg naar 225 Nm, waarmee deze A4 in 8,6 tellen naar 100 km/h moet snellen. Zijn top bedraagt 228 km/h.