Ariel Atom II (2006) - Blits Bezit
Schietgebed
36 reacties
Video
Helaas kunnen wij deze video niet weergeven, omdat je niet akkoord bent gegaan met de
cookie voorwaarden.
Onze video speler heeft rechten nodig voor de "Social Media".
Wijzig je cookie instellingen
- Dennis van Loenhout
- Blits bezit
Is de perfecte auto al gebouwd? Een lastig te beantwoorden vraag, want in elke auto kun je wel iets vinden wat beter, logischer of praktischer kan. De Ariel Atom is bijvoorbeeld lang niet perfect, zeker niet praktisch, en een onlogischer vehikel bestaat er niet. Maar de wijze waarop de Atom erin slaagt om tegelijkertijd alles te zijn wat je als automobilist wenst en vreest, is ongekend. Wij hebben er geen woorden voor, en als we die wel hadden, dan zouden ze dubbel en dwars worden overstemd door het geraas van de supercharger.
Probeer maar eens in een Atom te stappen zonder dat je een schietgebedje doet aan alle hogere machten die je op dat moment te binnen schieten. Dat is onmogelijk. Als je je aandacht één seconde laat verslappen of je rechtervoet een procentje te veel aanspant, maakt de Atom gehakt van je. Dan zijn die hogere machten de enige hoop die je nog hebt om niet voortijdig in de hemel te belanden. Maar als je erin slaagt om één te worden met de Atom ben je ook in de hemel.
Aan de basis van het verhaal van de Ariel Atom staat een man die Smart heet. Of Niki Smart onder de indruk is van de gelijknamige microcar van Mercedes is niet bekend, maar het vermoeden bestaat van niet. Als student aan de universiteit van Coventry sloeg Smart de handen ineen met docent Simon Saunders. Hun project kreeg de codenaam ‘LSC’, Light Sports Car. Raceicoon Tom Walkinshaw was één van de financiers van het project, en Smart liet zich overduidelijk inspireren door misschien wel de slimste autobouwer die Groot-Brittanië ooit voortbracht, Colin Chapman van Lotus. Die zei immers ooit ‘Simplify, then add lightness’. Nou, Smart heeft hem gehoord.
HELEMAAL NIETS
De Ariel Atom is misschien wel de meest versimpelde vorm van een sportwagen. Waar je in een Bugatti Chiron haast verzuipt in de overal aanwezige overdadige luxe heb je in een Atom helemaal niets. Geen leer, geen klimaatregeling, geen soundsysteem, geen navigatie, nul connectiviteit, portieren zijn afwezig en zelfs een dak werd door Smart bestempeld als overbodige luxe. Zonder al die opsmuk kun je je namelijk veel beter concentreren op wat je wél krijgt. In willekeurige volgorde zijn dat een vederlicht buizenchassis, vier wielen, een stuurwiel en drie pedalen. De achterliggende boodschap van al dat minimalisme lijkt te zijn dat de bestuurder hier het belangrijkste onderdeel is.
Wat je verder ook van de Atom vindt, hij is dus in elk geval gebaseerd op een mooie gedachte. Of de Atom ook een mooie auto is, mag ieder voor zich beslissen. Het naakte buizenchassis, de puntige neus en de airbox boven het hoofd van de bestuurder laten in elk geval geen misverstand bestaan over de intenties van de Ariel. De lichtjes zijn wat knullig aan die kernachtige racewagenvorm vastgeplakt, en het felle kleurtje op de weinige bodydelen is niet eens echt nodig. Opvallen doe je toch wel als je in een Atom zit.
Dat de Atom gehakt maakt van een onoplettende bestuurder hebben we al verklapt. Een verstandige Atom-nieuweling begint rustig en gunt zichzelf de tijd om de Ariel te leren kennen vóór hij het gaspedaal diep intrapt. Dan maak je kennis met een aantal sterke punten die op snelheid je vrienden zijn. Stuurgevoel zoals de Atom dat heeft, zul je in geen enkele middenklasser – ook niet in de beste Focus of de duurste BMW – zien.
De Atom gaat waar je wilt en door het buizenchassis heen kun je de wielen zien, waardoor je tot op de millimeter precies je lijn kunt bepalen. Terwijl je dat doet, zorgen vering en demping ervoor dat er zich in je hoofd een realistisch beeld vormt van het wegdek, zonder dat de Atom onnodig bokt, rolt of duikt. En de bediening? Eitje. De koppeling is zo mak als een lammetje en het gaspedaal doet precies wat je wilt, mede dankzij de tweeliter Honda-motor die achterop het buizenchassis is geschroefd, want bij lage toerentallen is dat de beschaving zelve. Bovendien zit je met je giechel in de openlucht, waardoor je je nog bewuster bent van alles wat de auto doet. Op hoge snelheid is een helm trouwens onmisbaar, want geen enkele auto kan vliegen sneller in je gezicht laten belanden dan de Atom.
ONGEKEND EN ABSURD
Sneller. Uiteindelijk is dat wat de Atom wil, sneller gaan. We kennen de VTEC, we weten hoe de motor een ontzettende keel opzet als het toerental stijgt. De opwinding daarvan wordt door de Atom met een factor driehonderd versterkt doordat je de motor als het ware als een rugzak draagt. Bovendien doet de jankende supercharger nog een duit in het zakje. Dan de snelheid. Die is ongekend. Absurd zelfs. De Atom accelereert in 2,8 seconden naar 100 kilometer per uur. Niet dat je als doorsnee bestuurder snel genoeg kunt schakelen om die tijd te halen, dat doet er niet toe.
Sneller dan in een Ariel Atom zul je nooit optrekken, of je moet een paar miljoen op de bank hebben en een Bugatti kunnen kopen. De acceleratie is ronduit verslavend. Dat geldt ook voor de rijeigenschappen van de Atom, maar die komen met een enorme disclaimer. Tijd voor een kleine vergelijking: een Porsche Boxster uit 2006 weegt 1.295 kilo en brengt een vermogen van 240 pk naar de achterwielen. Met een Boxster is het fantastisch rijden, mede door de prima stabiliteitsregeling die ingrijpt voor het echt misgaat. De Ariel heeft geen stabiliteits regeling. Hij heeft ook geen 240 pk, maar 245 pk, en hij weegt geen 1.295 kilo. De Atom legt slechts 456 kilo in de schaal. Om het even in perspectief te plaatsen: het gewichtsverschil tussen de Porsche en de Ariel is ongeveer de massa van een Fiat 500.
BIJ DE LES BLIJVEN
Zoiets blijft natuurlijk niet zonder gevolgen. Het kost de Ariel geen enkele moeite om uit te breken, een minieme reflexbeweging in je rechter grote teen is al genoeg. Je moet dus bij de les blijven, want omdat de Ariel zo snel is, breekt hij meestal uit als de snelheid al aardig opgelopen is. Een ander heikel punt zijn de remmen: die zijn zonder meer beregoed, maar ze zijn ook onbekrachtigd en je krijgt geen hulp van ABS. Je moet het dus allemaal zelf doen. En dat is dus die disclaimer: je moet verdraaid goed bij de les blijven en weten wat je doet. De Ariel Atom laat je geen andere keuze.
En daarin zit hem de echte magie van deze totaal onpraktische en onlogische bom-op-wielen. Ja, ook dat vedergewicht, het geluid en die krankzinnige pk-gewichtsverhouding zijn magisch, maar het meest betoverend is de manier waarop de Ariel de inzet van al je zintuigen eist. Deze auto rij je op de toppen van je concentratie, en in die staat voel je elke nuance, elke centimeter wielspin, de vroegste tekenen van een kwispelende staart, en zie je elke hobbel waarin de wielen verzeild dreigen te raken.
In tegenstelling tot veel nieuwe auto’s – waarin de bestuurder een steeds passievere rol krijgt opgelegd – ben jij in de Ariel Atom het centrale punt, en zodra je het gaspedaal aanraakt, bevind je je midden in een draaikolk van ongehoord rijgenot. Als dat je ding is, is er op deze wereld bijna geen betere auto te vinden. Wat is dit ding toch verschrikkelijk goed. Wat een pure fun. En wat ben je een bofkont als je er eentje bezit.
BLITSE BEZITTER
ls het om auto’s gaat, heeft Koen Audenaert (46) een duidelijke voorkeur: “Ik houd erg van fabrikanten die geen rekening houden met wat de klant wil, maar gewoon bouwen wat ze willen. Neem mijn Ariel, daaraan zie je dat iemand zich heeft uitgeleefd.” Toen hij voor zaken in Engeland was, ging Koen op bezoek bij Ariel, en daar werd hij tot over zijn oren verliefd. “Dan kom je bij een woonhuis met daarnaast een loods waarin een groepje mensen zit te sleutelen. Iedereen was enorm gastvrij en supereerlijk over zijn product. Ik vond het fantastisch.”
Helaas deelt Koens thuisland België de liefde voor de Ariel Atom niet bepaald. “Het is zo ergerlijk dat zo’n prachtig product kapot gaat aan homologatienormen”, zegt Koen knarsetandend. “In België zijn drie Atoms op kenteken gezet, daarna mocht het niet meer.” Bijna tegen beter weten in plaatste Koen een zoekopdracht op een autowebsite. Toen hij die al bijna was vergeten, ontving hij op een mooie ochtend, tijdens het ontbijt, een melding: één van de drie Atoms met Belgisch kenteken was te koop. In een ommezien was Koen de nieuwe eigenaar. “De eerste rit was verschrikkelijk. Het rijdt extreem hoekig, je wordt er ziek in. Ik dacht echt ‘Wat heb ik nu gekocht?’”
Koen beleefde heikele avonturen met zijn Ariel, maar in wat klinkt als een haat-liefde verhouding overheerst toch vooral de liefde. “De eerste keer reed ik met een Vespa-helm, dat was het domste wat ik ooit kon doen. Ooit reed ik bij de garage weg nadat er nieuwe banden waren gemonteerd. Ik gaf gas, en toen de VTEC erin kwam, vloog ik midden op de kruising in de rondte. Maar toen ik al mijn lessen had geleerd, kwam ik erachter dat de Atom gewoon supersensationeel is. Na een trackday sta je er met tintelende handen naast te stinken en dan kun je alleen maar ‘wauw’ denken. Sinds ik papa ben geworden heb ik er iets minder plezier in, maar ik wil mijn Ariel nooit meer kwijt.”
Dit artikel is gratis te downloaden in PDF-formaat. Hiervoor maak je eenmalig een AutoWeek account aan, waarna je onbeperkt uit het AutoWeek archief kunt downloaden.
Lezersreacties (36) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.