Zo slecht is de Rolls-Royce Silver Shadow die Frank kocht
Genadeloze keuring
Enige tijd geleden kon je lezen hoe redacteur Frank Jacobs in een vlaag van verstandsverbijstering een zwaar doorleefde Rolls-Royce Silver Shadow kocht. Dat er wat haken en ogen aan zaten, ontdekte hij al op weg van de veiling naar huis. Maar een dermate complexe auto moet na een halve eeuw wel haast lijken in de kast hebben. Frank brengt zijn Shadow naar een Rolls-Royce-specialist en je raadt het al: daar wordt een compleet kerkhof blootgelegd.
In zijn tijd heette de Rolls-Royce Silver Shadow de beste auto ter wereld te zijn, maar zijn tijd is al ruim een halve eeuw verleden tijd. Een halve eeuw geleden was mijn vader een fitte, sportieve vent en die zie ik nu ook geen marathon meer lopen. Dat brengt ons op de hamvraag van vandaag: wat is er nog over van die ‘beste auto ter wereld’, vijftig jaar nadat hij per schip van de fabriek in Crewe naar de Saoedi-Arabische importeur in Jeddah werd verscheept? Ik weet, dankzij de bijgeleverde fabrieksdocumenten, checklists, orderpapieren en vrachtbrief, dat hij in het najaar van 1974 met nog vier Shadows aan boord van de MS Hermione richting Midden-Oosten ging en middels de RDW-gegevens dat hij twee jaar geleden naar Nederland kwam. De 47 jaar daartussenin zijn vooralsnog één groot, zwart gat, waarin van alles kan, of beter, moet zijn gebeurd.
Inmiddels is deze Silver Shadow bijna drie maanden mijn trotse bezit, maar rijden deed ik er sinds de aankoop amper mee. Een dermate complexe auto met een halve eeuw ervaring kan onaangename verrassingen verborgen houden. Feit is dat er bij hobbels onheilspellend gebonk klinkt vanuit het verder fluweelzachte onderstel, dat de motor vaak een cilinder mist en dat de V-snaren op springen staan. Daarom weerstond ik alle verleidingen en liet ik mijn nieuwe oogappel onder zeil in de stalling, om hem pas te wekken voor de grote keuring bij specialist Brabo in Lisse.
Uitzondering dat ik erbij mag zijn
Ik meld mij klokslag half negen bij Brabo, waar ze monteur Frank (zijn voornaam heeft hij alvast mee) een ochtend voor me hebben vrijgemaakt. Hij sleutelt sinds zijn zeventiende aan Rolls-Royces, zegt aftersalesmanager André Lagas, terwijl hij mijn gegevens in het systeem zet en Frank mijn Silver Shadow naar binnen rijdt. Brabo hanteert een zogeheten 95-puntencheck, waaruit straks een reeks adviezen en vervolgens een offerte moet voortkomen. Normaal gesproken mag je daar als klant niet bij zijn. “Niet omdat we iets te verbergen hebben, maar omdat we liever niet hebben dat de monteur wordt afgeleid, wat vertraging en vergissingen kan veroorzaken”, legt André uit. Maar voor dit artikel maakt Brabo Cars een uitzondering, zodat monteur Frank deze ochtend zit opgescheept met verslaggever Frank én fotograaf Pieter die hem op zijn vingers kijken.
Natuurlijk heb ik zelf al een hele trits gebreken ontdekt. Het rechter voorportier wil niet op slot, de ramen achter reageren amper nog op de bediening, de radio is dood, de elektrisch bedienbare antenne zit los en wil niet meer, de kilometerteller staat stil, er komt gebonk uit de wielophanging, stationair loopt de motor niet helemaal lekker, de kofferklep sluit niet goed aan en het klokje staat stil. Dat laatste is ironisch als je denkt aan de beroemde advertentie waarin Rolls-Royce destijds zei dat het enige geluid dat je aan boord kon horen, het klokje was.
De monteur werkt aan de hand van een gedetailleerde checklist. Achter elk van de 95 regels staan twee aanvinkvakjes: C voor ‘Check’ en A voor ‘Aandacht Vereist’. Als ik na enige tijd genoeg moed heb verzameld om een steelse blik op het klembord te werpen, zakt die moed mij meteen weer in de schoenen. Het aantal C-tjes is op de vingers van één hand te tellen, de lijst A-tjes is nu al schier oneindig. Daarvan zou ik bij een huis-tuin-en-keukenauto al aardig nerveus worden, maar aan een Rolls-Royce is bijna alles veel duurder. Dat geldt voor de onderdelen, maar daarnaast zit alles zodanig in- en weggebouwd, dat je voor de kleinste ingreep bij wijze van spreken de halve motorruimte moet leeghalen. Gelukkig is het voor Brabo al dertig jaar dagelijkse kost, wat mij hoop geeft dat het aandeel arbeidsuren binnen de perken kan blijven. Naast zijn checklist hanteert de monteur een tweede klembord waarop hij specifiek noteert wat er per punt volgens hem nodig is om van het A-tje een C-tje te maken. Het eerste vel papier is nu al bijna vol en ik weet dat aan bijna elke regel een prijskaartje hangt.
Natte vinger
Maar goed, ik moet niet zeuren. Toen ik aan dit avontuur begon, wist ik dat deze dag zou komen. Hoewel mijn hart nog steeds de sterkste drijfveer is, zit mijn gezond verstand ditmaal niet op een tropisch eiland aan een cocktail te slurpen. Met een natte vinger heb ik mijn verwachting van de schade op €10.000 gesteld en om niet helemaal voor gek te worden versleten, heb ik mijn plafond op 15 mille bepaald. Pakt het nog duurder uit, dan mag een ander, nog gekker óf handiger dan ik, hier zijn tanden op stukbijten. Kortom, vandaag valt de beslissing of deze Rolls-Royce Silver Shadow, mijn jeugdheld, ook definitief de mijne blijft, of dat hij weer in de verkoop gaat. Wat het ook wordt, één ding staat vast: dit grapje gaat me een hoop geld kosten.
Aan de andere kant: zeiden ze in Crewe niet ooit dat als je naar de prijs van een Rolls-Royce vroeg, je hem niet kon betalen? Vergeet daarom gauw wat ik hierboven schreef. Dus blijft klant Frank, in dit geval tevens verslaggever Frank, net zo stoïcijns als monteur Frank, wiens lijstje gebreken tijdens mijn overpeinzingen alweer een stuk is gegroeid. Laatstgenoemde Frank heeft inmiddels de armen van de brug onder mijn Silver Shadow gedraaid en de auto net met de voorpootjes van de grond getild. Een tweede monteur beweegt met een koevoet een voorwiel op en neer, terwijl Frank zorgelijk naar de wielophanging kijkt. En húp, weer een A-tje. Er zit iets los. “Er bonkt wel iets bij de wielen als ik een hobbel raak”, probeer ik hem voor te zijn. “Geen wonder, hier zit flink wat speling”, beaamt hij vanuit mijn wielkast. Beide voorwielen hebben speling onder de fuseekogel, het linkerwiel ook erboven.
Maar dan ziet monteur Frank iets wat hij, zijn lange staat van dienst ten spijt, nog niet eerder meemaakte. Bij het rechter voorwiel zit een extra schokdemper aan de draagarmen gelast. We staan perplex. De wonderen zijn de wereld nog niet uit, want Franks volgende aandachtspunt is het verdeelhuis van de remkracht. “Dat is nog niet zo lang geleden vernieuwd en helemaal in orde. Toch nog iets positiefs”, beurt hij mij op.
Proefrit duurt wel erg lang
Wanneer monteur Frank 94 van de 95 controlepunten heeft afgevinkt, is de tweede pagina opmerkingen bijna vol. Nog één checkpoint te gaan, maar dat is wel de proefrit. Als er érgens lijken uit de kast kunnen komen, dan is het wel op dit punt. Frank blijft lang weg, terwijl elke tik van de klok boven de balie als een roestige spijker in mijn trommelvlies prikt. Wanneer komt hij terug? Is dat dan op een trailer? Een klein half uur later komt het verlossende antwoord de straat weer inrijden, op eigen kracht. Terug in de werkplaats trekt Frank de motorkap opnieuw open, omdat hij niet kan verkroppen dat een van de acht cilinders voor spek en bonen meedraait. Hij vervangt de bougie, maar dat verandert niets. Het blijkt de cruisecontrol te zijn die een vacuümlek veroorzaakt. Frank topt de slang af. Daardoor doet de cruisecontrol het niet meer, maar loopt de Six-and-Three-Quarter in elk geval weer op acht pitten. Daarna vervangt Frank ook alvast de afgebrokkelende V-snaren, zodat ik zonder samengeknepen billen naar huis kan rijden en mijn fiets, die ik voor alle zekerheid heb meegenomen, in de gigantische kofferruimte kan blijven liggen.
Monteur Frank gaat in conclaaf met aftersalesmanager André, die mij aansluitend in zijn kantoor uitnodigt. Het lot van mijn Rolls-Royce wordt in dit uur bezegeld en de hoop die ik had, is de afgelopen drie uur ineengezakt tot een zielig hoopje.
“Het valt me eigenlijk reuze mee”, begint André zijn betoog. Ik knipper met mijn ogen; heb ik het goed gehoord? Droom ik dit, of heb de afgelopen drie uren gedroomd? “Zeker, er moet een hoop aan gebeuren, maar al met al is het best te overzien. Je hebt in elk geval geen miskoop gedaan. Tenzij je hem in concoursstaat wilt brengen, want het herstel van leer, hout en de koets zouden in dat geval echt enorm in de papieren gaan lopen. Maar jij wilt hem alleen technisch weer in orde krijgen en dat lijkt me prima te doen.” Buiten breekt intussen de zon door; dat kan geen toeval zijn.
André loopt Franks aantekeningen punt voor punt door en legt uit wat hij denkt dat er aan moet gebeuren, hoe nodig het is en of het ingrijpend (lees: duur) wordt. “Ik zei weliswaar dat het me meevalt”, besluit André, “maar we moeten er niettemin op rekenen dat het alles bij elkaar boven de €5.000 uitkomt.” Met mijn beste pokerface slik ik een zucht van verlichting in. Ik zeg maar niet dat ik me had ingesteld op zo’n tienduizend. Boven de vijf is een ruim begrip, maar tien zal het vast niet worden, stel ik mezelf gerust.
Spirit of Ecstacy is te groot
Dat blijkt helaas te voorbarig, ontdek ik enkele dagen later als de offerte van André in mijn mailbox ploft. Nog steeds heb ik geen exact bedrag en dat is logisch. Je weet immers nooit wat je allemaal nog tegenkomt, zodra je het een en ander openmaakt. Daarom noemt Brabo per stelpost een minimum- en maximumbedrag. Gemiddeld genomen zal de waarheid ergens in het midden liggen en dan is de uiteindelijke schade mede afhankelijk van hoe ver ik wil gaan. Aan de motor en het onderstel ga ik niet knoeien en doe ik geen concessies, daar mag Brabo zich op storten. Maar de radio en antenne krijg ik vast zelf aan de praat, de motorruimteverlichting en nog wat kleine dingen niet, maar dat kan ik missen. Zo zijn er nog wel wat punten waarmee ik de garagerekening enigszins kan temperen. Eén gebrek tenslotte waaraan ik niets ga doen, omdat ik het eigenlijk wel grappig vind: mijn Spirit of Ecstacy is te groot, omdat ze afkomstig is van een vroeger model Rolls-Royce, wellicht een Silver Cloud.
Hoe dan ook: de kogel is door de kerk, het licht staat op groen en de rook is wit. Monteur Frank heeft niet genoeg gebreken aangevinkt om te voorkomen dat ik een jeugddroom afvink. Mijn Rolls-Royce Silver Shadow is here to stay. Vanavond nog begin ik aan de reparaties die ik zelf kan uitvoeren. Daarna ga ik Christine van Stephen King herlezen en mezelf herkennen in Arnie Cunningham; wee degene die me ooit voor de voeten heeft gelopen. Maar wat zou het: voortaan mag je mij in één adem noemen met Paul McCartney, David Bowie, Freddy Mercury, Elton John, prinses Margaret en Cliff Richard.