VriMiBolide: Bristol Blenheim

Bristol Blenheim 4
Bristol Blenheim3Bristol Blenheim3Bristol BlenheimBristol BlenheimBristol BlenheimBristol Blenheim

Vrijdag, tijd voor de vrimibo. Bitterballen erbij, blokjes kaas, drankje in de hand en praten met collega's over auto's. Zo ga je nog lekkerder het weekend in. Om jullie daarbij te helpen presenteren we elke vrijdagmiddag de VriMiBolide, de auto die de tongen los moet maken tijdens de vrijdagmiddagborrel. Deze week: de Bristol Blenheim!

Feitelijk is de Bristol Blenheim geen op zichzelf staand model, maar een versie van de 603, een Bristol die van 1976 tot diep in de 20e eeuw in productie is geweest. Die 603 was voor de Engelse fabriek die van oorsprong vliegtuigen bouwde de eerste auto sinds de Tweede Wereldoorlog die een significant ander design kreeg dan zijn voorganger, de 411. Weliswaar was er een jaar vóór de 603 al een 411-opvolger getoond onder de naam 412, maar waar die auto in 1993 de pijp aan Maarten gaf, ging de 603 als Blenheim vrolijk verder tot het moment dat Bristol uiteindelijk de handdoek in de ring moest gooien.

Het uiterlijk van de 603 was in 1976 dan helemaal nieuw, bij de introductie van de Blenheim in 1994 was dat al lang niet meer het geval. Het gigantische vierkante bakbeest bestond voor het grootste gedeelte uit 'neus', met daaronder een Chrysler V8 die in de beginperiode 225 pk leverde om uiteindelijk uit te groeien tot 400 pk in de 3S.

Sportief werd de auto echter nooit, wat met een leeggewicht van 1.730 kg niet echt een verrassing mag heten. Bij de Briste fanclub vindt men de auto trouwens helemaal niet zwaar of ouderwets: 'The Blenheim range are modern cars employing all the latest technology. The difference is that they are still hand made and inspected to the highest standard of traditional British excellence and aircraft tradition, and have separate chassis with aluminium lightweight coachwork', lezen we op de website.

Uiteindelijk kwamen er voor Bristols faillissement in 2011 vijf versies van de Blenheim. Naast het eerste model waren dat de Blenheim 2, Blenheim 3, Blenheim 3G, Blenheim 3S en Blenheim 4. De 3G verdient een bijzondere vermelding: de auto werd af-fabriek van een lpg-installatie voorzien, wat gezien het immense brandstofverbruik geen gekke maatregel was.

Geheel in Britse traditie werd er gretig bij andere autofabrikanten gewinkeld voor onderdelen. Naast het motorblok waren de achterlichten daarvan het meest zichtbare onderdeel: de Blenheim begon met achterlichten van een Opel Senator, maar voor de laatste serie vond men de exemplaren van een Audi A4 Avant beter passen.

Wie nu een Blenheim zoekt, heeft weinig keus. Op het Engelse Pistonheads staat een exemplaar uit 2002 te koop voor 50.000 pond. Met een nieuwprijs van tegen de anderhalve ton is dat toch een behoorlijke afschrijving. Geïnteresseerden die de profieldiepte van het reservewiel willen controleren kunnen de kofferbak dichtlaten: de Blenheim had die achter een luik onder het linker voorspatbord! Eigenzinniger en Britser wordt het toch niet?

Video

Lezersreacties (35)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.