Voorwielaandrijving: een eeuw geleden was het er al

Opmars naar voren

Tracta

Met voortschrijdend technisch inzicht zijn we in de loop der jaren steeds beter in staat om complexe systemen beter te beheersen. Desalniettemin vindt veel moderne techniek zijn wortels in het verleden, ook voorwielaandrijving.

Voorwielaandrijving, sturen en aandrijven met dezelfde wielen, het wordt in sommige kringen nog altijd gezien als een compromis. Daarnaast geeft voorwielaandrijving constructief ook de nodige hoofdbrekens. De belangrijkste uitdaging: een eenparig draaiend wiel terwijl de auto de ingestuurde route volgt. Dat de homokinetische koppeling nog uitgevonden moest worden, weerhield de automobiele pioniers er echter niet van met voorwielaandrijving aan de slag te gaan.

De creatie van Cugnot

Wanneer we de door stoom aangedreven artillerietrekker van de Fransman Nicolas Cugnot uit 1771 als auto mogen beschouwen, dan is dat niet alleen de eerste auto, maar tevens ook de eerste voorwielaandrijver. Problemen met kruiskoppelingen of homokineten heeft Cugnot niet, net zo min als met differentiëlen. Zijn voertuig heeft om te beginnen maar één voorwiel, én de hele stoommachine stuurt mee.

Wanneer eind 19e eeuw de auto met verbrandingsmotor het licht ziet, zijn de eerste exemplaren om praktische redenen achterwielaandrijvers. Het is een periode waarin er lustig op los geëxperimenteerd wordt, zo ook in het Wenen van net voor de eeuwwisseling. De gebroeders Gräf, van origine fietsfabrikanten, zien brood in de auto en geven technicus Josef Kainz opdracht er een te ontwerpen, een zogenaamde voiturette. Het wordt een karretje met een ééncilinder De Dion-Bouton-motor. De motoren van De Dion-Bouton vinden in die dagen gretig aftrek bij producenten van motorfietsen, dus de keuze van Kainz is niet helemaal verbazingwekkend. Wel opzienbarend is dat die motor in tegenstelling tot wat tot dan toe gebruikelijk is niet de achterwielen aandrijft, maar de voorwielen. Van serieproductie is het nooit gekomen, desalniettemin lieten de Gräfs de constructie wel patenteren. De voiturette heeft nog jaren dienst gedaan en staat tegenwoordig in het Technisches Museum Wien, als eerste voorwielaangedreven auto.

Commerciële doorbraak

Commercieel beter blijkt de oplossing van de Franse ingenieur Auguste Latil. Latil komt (ook in 1898) met een constructie waarbij de vooras van een paardenkar of rijtuig eenvoudig vervangen kan worden door een gemotoriseerde unit.

Victoria Combination

Voorwielaandrijving lijkt die dagen in de lucht te hangen. Eveneens in 1898 komt de Société Parisienne met de Victoria Combination. Deze voiturette krijgt net als de auto van de gebroeders Gräf een De Dion-Bouton motor mee, de constructie doet echter meer denken aan die van Latil: de motor stuurt met de vooras mee.

De Fransman Jean-Albert Grégoire vindt in de jaren twintig de Tracta-koppeling uit en past deze met redelijk succes toe in de auto’s die ook de merknaam Tracta dragen.

Hoewel er hier en daar nog met het concept voorwielaandrijver wordt gestoeid, wordt een grote stap voorwaarts gezet met de kruiskoppeling, met auto’s als de DKW F1 (1931) en de Citroën Traction Avant (1934) in een leidende rol. Het is echter de homokinetische koppeling die er in de tweede helft van de 20e eeuw voor zorgt dat de voorwielaandrijver uiteindelijk echt volwassen wordt.

Dit artikel verscheen eerder in AutoWeek Classics nummer 5 uit 2014.

Lezersreacties (21)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.