'Nederlanders geven weinig om bandenspanning'
Eén op drie controleert het nooit
Het af en toe controleren van de bandenspanning is essentieel voor de veiligheid maar ook voor het verbruik van je auto. Toch is er een aanzienlijk deel van de Nederlanders dat dit nooit controleert.
Dat blijkt uit onderzoek van voorlichtingsorganisatie Milieu Centraal, uitgevoerd door I&O Research onder 2.855 respondenten. Een op de drie automobilisten controleert zijn bandenspanning nooit. De helft van de Nederlandse automobilisten weet dat het wordt aanbevolen om de banden minimaal één keer per twee maanden te controleren en op de juiste spanning te brengen. Slechts een kwart van alle automobilisten doet dit ook daadwerkelijk. Jongere automobilisten spannen de kroon, zo blijkt. Van de autorijders onder de 25 jaar checkt ruim de helft nooit de bandenspanning.
Bij een te lage bandenspanning slijten de banden sneller, is er vaak minder grip én verbruik je meer brandstof. Ook stoot je auto dan meer uit. Een belangrijk bijkomend gevaar is dat je een klapband kunt krijgen, met mogelijk een ongeluk tot gevolg. Allemaal zaken die maken dat het regelmatig controleren van de bandenspanning absoluut niet onderschat moet worden. Vaak kun je op een sticker op het bestuurdersportier of aan de binnenkant van de tankklep vinden welke bandenspanning de juiste is voor jouw auto.
