Hoe de Volkswagen Golf Country flopte
Aanmodderen
- Holger Karkheck
- Achtergrond
De nuchtere carrosserie van de vijfdeurs Volkswagen Golf in combinatie met 4x4-techniek van een Oostenrijkse specialist: de Golf Country was een cross-over, lang voordat dit woord werd uitgevonden. Slechts 7.735 exemplaren vonden hun weg naar een koper.
Onder de automodellen met een bijzonder korte bouwtijd neemt uitgerekend een versie van een verkoopsucces als de tweede Volkswagen Golf een hoge positie in: de Golf Country. De compacte offroader was nog geen twee jaar in productie, van mei 1990 tot december 1991. Na elf miljoen exemplaren te hebben gebouwd van zijn succesvolle compacte middenklasser, besloot Volkswagen om een nieuwe weg in te slaan, een weg letterlijk buiten de gebaande paden om precies te zijn. Om gelijk met de deur in huis te vallen: dat liep niet goed af.
Maar laten we bij het begin beginnen! De hoog-op-de-poten-Golf is op de autosalon van Genève van 1989 voor het eerst aan de wereld getoond, toen nog als studiemodel onder de naam Montana. Die aanduiding verdwijnt snel weer van het toneel, want blijkbaar had bij Volkswagen niemand eraan gedacht dat Steyr-Daimler-Puch in Zwitserland zijn versie van Mercedes’ G-model al onder die naam aan de man bracht. Zodoende luistert de offroad-Golf bij zijn debuut als productiemodel, tijdens de IAA in september van datzelfde jaar, naar de naam Country. En het is direct één van de blikvangers van de show, naast de Opel Calibra en de BMW 850i. De Golf II is dan nog altijd een kaskraker, terwijl hij dan al zeven jaar op de markt is en zijn opvolger Golf III zich al aan het warmlopen is. De fabrikant uit Wolfsburg verlaat heel dapper eens de gebaande paden en – let op de volgende woordspeling – verkent nieuw terrein om de verkoopcijfers van het model een extra zetje te geven.
Voor alle individualisten
De Golf Country is echt een verhaal apart. Hij komt maar liefst zo’n 18 centimeter hoger op zijn wielen te staan, terwijl ook de prijs serieus de hoogte ingaat: hij kost met 53.770 gulden (€ 24.400) in Nederland ruim tweemaal zoveel als een Golf CL met de basismotor. De transformatie tot semi-terreinwagen gebeurt op ongeveer 900 kilometer afstand van de VW-fabriek in Wolfsburg, om precies te zijn bij de 4x4-specialist Steyr-Daimler-Puch in het Oostenrijkse Graz. De Golf wordt daar aangeleverd als een vijfdeurs Golf CL syncro, dus de versie die al vierwielaandrijving heeft. De Oostenrijkers voorzien hem van een extra frame, versterkte veren en dempers en een aangepast uiterlijk met onder meer een bullbar en een onderrijdbescherming. Ook wordt aan de buitenzijde een reservewiel gemonteerd, en klaar is de terrein-Golf. Tenminste, dat was het idee. In de praktijk functioneerde dat geheel veel minder goed dan de verzamelde technici hadden ingeschat. Eén van de struikelblokken die de Golf Country op zijn pad tegenkwam, was de Suzuki Vitara. Dat was een echte terreinwagen, waartegen de Golf in geen enkel opzicht was opgewassen. “De grenzen van de Golf zijn in het terrein veel sneller bereikt”, schrijven onze collega’s van AutoBild destijds. Dat kwam onder meer doordat hij doodleuk op nogal brede zomerbanden stond. In de krant Die Welt heet de Golf Country wat politiek correcter “een interessante terreinlimousine”.
Volkswagen zelf noemt de Country in gelikte advertenties (inclusief kampvuur) de ‘Golf voor alle individualisten’. En één ding moeten we de dames en heren van de marketingafdeling nageven: als gevolg van de lage verkoopaantallen ben je inderdaad een individualist als je een Country koopt. VW probeert de boel in elk geval op de thuismarkt te redden door een goedkopere variant op de markt te brengen, de Country ‘Allround’. Die is weliswaar iets minder prijzig, maar dat zie je er ook wel aan af: ‘Waldgrün’ is de enige leverbare carrosseriekleur, hij staat op stalen wielen en je zit op goedkoop kunstleer. Daarmee is het op papier de ideale auto voor boswachters en jagers, maar ook ditmaal blijft succes uit. Begin 1991 proberen de VW-medewerkers het nog met een luxueuzere in plaats van een soberder aangeklede variant; een verchroomde bullbar, dito wielen, beige leren bekleding en een vouwdak moeten de kopers over de streep trekken. Maar omdat hij nog veel duurder is dan de standaardversie, worden er slechts 558 van deze versie verkocht.
Filmheld
De Country wordt zelfs een filmheld. In het winterse spektakel ‘Fire, Ice and Dynamite’ met Roger Moore, Uwe Ochsenknecht en Siegfried Rauch rijdt een door Kamei getunede Golf Country over het witte doek. Deze variant heet officieel overigens Sahara. Maar wat ze in Wolfsburg ook uit de hoge hoed toveren, de beoogde afzet van ‘in eerste instantie 5.000 auto’s per jaar’ wordt bij lange na niet gerealiseerd. Het gewaagde uitstapje in het terrein blijkt een misrekening en eindigt al in december 1991, als de teller op exact 7.735 exemplaren blijft steken.
Vandaag de dag heeft de Country een kleine schare liefhebbers. Een aanrader voor alle fans is de site vw-country.de van model-adept Alexander Kramp. En op Instagram zijn zelfs foto’s te zien van een Lego-model van de offroad-Golf. Voor een net gebruikt exemplaar betaal je vandaag de dag maximaal circa € 20.000. Maar je moet ze logischerwijs wel met een lantaarntje zoeken, ook in het buitenland. Inmiddels kunnen we vaststellen dat de Golf nog steeds met afstand de bestverkochte auto van Duitsland is, terwijl de SUV-versie daarvan, de Tiguan, hem daar op de hielen zit. Kennelijk is dat de receptuur die meer mensen aanspreekt dan een Golf op hoge poten.