Hoe de Audi 100 C3 nog lang voortleefde in China
Als Hongqi, ook met motoren van Chrysler of Nissan
De gestroomlijnde Audi 100 C3 was in 1982 een sensatie. Hij bleef in productie tot 1991. Maar daarmee hield het niet op. De Audi 100 van weleer ging namelijk naar China en kreeg daar een compleet nieuwe carrière onder een andere vlag. Een rode vlag.
De stroomlijn-carrosserie van deze auto kennen we maar al te goed. De nieuwe Audi 100 die eind 1982 het levenslicht ziet, heeft een vormgeving die in de windtunnel tot stand is gekomen. De gladde vormen met onder meer vlak in de carrosserie geplaatste zijruiten, zorgt voor een Cw-waarde van 0,30. Dat is lager dan de Citroën CX en de Ford Sierra. Door zijn relatief lichte bouw en goede stroomlijn is de nieuwe Audi relatief zuinig. In de loop van de jaren vormt dit model voor Audi het opstapje naar de premium-klasse, samen met de duurdere Audi 200 en de grote V8, die op ditzelfde model is gebaseerd. Dat verhaal brachten we je eind vorig jaar nog in het kader van het mooie autojaar 1982.

De laatste serie van de Audi 100 C3, die in 1991 werd opgevolgd door de C4.
Maar als in 1991 deze Audi in Duitsland uit productie gaat, is dat nog geenszins het einde van het model. Een paar jaar later duikt er namelijk een vrijwel identieke auto op in China. Dezelfde gestroomlijnde carrosserie, hetzelfde ruime interieur. Onder de motorkap zit echter geen roffelende vijfcilinder, maar een vierpitter van Chrysler of een V6 van Nissan. De motorkap wordt gesierd (?) door een rood ornament dat nog het meeste weg heeft van een hanenkam. En waar is het trotse logo met de vier ringen gebleven? Nee, dit is geen Audi 100 meer. Dit is de Hongqi CA7220. En hij is gebouwd door Volkswagen in samenwerking met de Chinese producent FAW. Hongqi, inderdaad, het merk dat we nu zelfs in Nederland kennen, van de E-HS9.
Die samenwerking was een eis van de Chinese regering. Toen het communistische China in de jaren 80 besloot dat het wat meer kapitalisme wilde toelaten, moest er ook een auto-industrie uit de grond worden gestampt. Sinds de jaren 60 werden er op kleine schaal auto’s geïmporteerd, vooral uit Rusland en Japan. Maar nu wilden de Chinezen zelf auto’s produceren. Westerse fabrikanten kregen een uitnodiging om zich in China te vestigen. Zij brachten de broodnodige knowhow mee en als dank konden ze zich laven aan de gigantische Chinese markt. Natuurlijk gaven de Chinezen hun markt niet zomaar cadeau. Ze stelden eisen. De belangrijkste was dat de westerse fabrikanten niet op eigen houtje in China mochten opereren, maar dat ze een joint venture moesten oprichten samen met een Chinese onderneming. Zo hadden de Chinezen altijd zeggenschap over de fabrikanten. Volkswagen was in 1978 begonnen met de export van auto’s naar China. In 1984 startte de samenwerking van VW met fabrikant SAIC in Shanghai (zie kader). In 1990 kreeg Volkswagen daarnaast First Automobile Works (FAW) als partner toegewezen.
Limo’s en vrachtwagens
FAW was inderdaad de eerste autofabrikant van de Chinese Volksrepubliek, de fabriek was in 1953 opgericht met hulp van de Sovjet-Unie. In 1956 bouwde FAW de eerste Chinese vrachtwagen, de Jiefang. Die truck zou tientallen jaren in productie blijven. In 1958 produceerde FAW de eerste staatsiekaros van China. Die bijzondere auto kreeg de merknaam Hongqi, wat Rode Vlag betekent, een belangrijk nationaal symbool. De Hongqi CA72-LE was de eerste van een reeks van dergelijke enorme limousines. Nog steeds dienen Hongqi-limo’s als officieel vervoermiddel voor leden van de Chinese regering.
FAW maakte ook de Volkswagen Jetta voor China
Maar FAW maakt ook andere voertuigen. Vrachtwagens, bestelauto’s en personenauto’s. In 1991 begint de samenwerking tussen Volkswagen en FAW met de bouw van een fabriek in Changchun in de provincie Jilin. Hier bouwt FAW-Volkswagen Automobile Co. Ltd sinds 1992 de Volkswagen Jetta II, die meer dan twintig jaar in productie blijft. In 1995 wordt Audi AG bij de joint venture betrokken en worden er in dezelfde fabriek ook Audi’s geproduceerd. Die productie gaat door tot op de huidige dag.
Audi populair bij Communistische partij
Doordat Volkswagen AG al enkele jaren auto’s importeerde in China, was het merk Audi populair geworden bij kaderleden van de Communistische Partij. Maar in 1990 werd besloten dat partijbonzen niet meer in geïmporteerde auto’s mochten rijden. FAW wilde in dit gat springen door zelf een auto te produceren en sloot een deal met Volkswagen: de fabriek in Changchun ging naast Volkswagens ook de Audi 100 C3 bouwen. Het aantal uitvoeringen bleef beperkt tot twee, met de 2,0-liter viercilinder of de 2,3-liter vijfpitter. Daarnaast zou FAW op basis van diezelfde Audi 100 ook een nieuwe Hongqi ontwikkelen.
Audi met de Chinese naam met Audi 1.8, 2.2 van Chrysler of 2.0 V6 van Nissan
De overeenkomst met Volkswagen hield in dat er voor elk Audi-platform en elke Audi-motor die werd geproduceerd voor Hongqi, een vergoeding aan de Duitsers werd betaald. FAW vond een goedkope oplossing door motoren van Chrysler en Nissan toe te passen. Met Nissan had het bedrijf al langere tijd een deal en eind jaren 80 had FAW van Chrysler het ontwerp en de machines voor de compacte K-car gekocht. Zo kon het gebeuren dat de Audi met de Chinese naam een 1,8-liter Audi-motor kreeg, maar het kon ook een 2,2-liter viercilinder van Chrysler zijn, of een 2,0-liter V6 van Nissan.
Langwerpig ornament op de motorkap
Aan het uiterlijk van de auto hebben de Chinezen aanvankelijk weinig gewijzigd. Wel kwam er midden op de gladde motorkap een langwerpig ornament van rood, doorschijnend kunststof. De nieuweling werd in 1994 geïntroduceerd met de typeaanduiding CA 7220, of CA7180, of CA7200 of nog anders. Het verschil tussen al die typeaanduidingen is moeilijk te doorgronden, maar het heeft ongetwijfeld met de motorisering te maken.
Afgezien van de logo’s kun je bij de eerste van deze Hongqi’s het verschil met een Audi 100 bijna niet zien. Maar mettertijd worden er wijzigingen doorgevoerd. De strakke stroomlijn van Audi wordt doorbroken, er wordt Chinees water bij de Duitse wijn geschonken. Er komt meer chroom in de grille, er worden andere wielen gemonteerd en er komen uitstekende randen langs de wieluitsnijdingen in de spatborden. De versie met 1,8-liter viercilinder krijgt later de modelnaam Mingshi, de 2,0-liter zespitter van Nissan heet dan Xinxing, wat vertaald wordt als Century Star of Rode Ster.
Er komt ook een verlengde versie. Tussen het voor- en het achterportier wordt de auto met zo’n 25 centimeter verlengd. Deze limousines worden hoofdzakelijk door het bestuur van de Communistische Partij gebruikt, maar later komen ze als tweedehandsjes terecht in het circuit van trouwauto’s en taxi’s. En zelfs zou er een vierdeurs pick-up-versie zijn gebouwd, maar slechts in zeer kleine aantallen.
Nauwelijks nog herkenbaar als Audi 100
De eerste generatie van de Hongqi/Audi werd geproduceerd van 1994 tot 2000. Van 2000 tot 2005 werd de tweede generatie van dit model gebouwd, die gebaseerd is op de eerste Audi A6. Maar die auto is bijna onherkenbaar veranderd. Aan de voorkant verschijnt een grote, verchroomde grille die sterk doet denken aan de Lancia’s uit de jaren 80. En achter heeft de mooie, lichte achterspoiler van de Audi A6 plaats gemaakt voor een gladde kofferklep, maar wel met links en rechts een kleine verhoging, als een vaag vermoeden van vleugels.
Motorisch is het nieuwe model niet anders dan het oude, de Nissan zescilinder en de Chrysler vierpitter worden nog altijd gebruikt. Ook van deze nieuwe versie wordt weer een verlengde versie gebouwd, maar nu is de verlenging achter de C-stijl aangebracht, achter het achterportier dus. En daar blijft het niet bij, want van die extra lange Hongqi wordt ook een open variant gebouwd. Een paar honderd stuks zelfs. De lange open limo wordt in het midden voorzien van een grote beugel, want hij is bedoeld voor parades. Een dergelijke auto wordt bijvoorbeeld in 2005 gebruikt bij de huldiging van de ruimtevaarders die zijn teruggekeerd van de tweede Chinese bemande ruimtevlucht.
Als in 2005 de productie van deze laatste Hongqi-Audi stopt, zijn er naar schatting meer dan 160.000 gebouwd. Daarmee stopt de samenwerking van Hong Qi en Audi. FAW heeft inmiddels een samenwerking met Toyota en de opvolger wordt een licht aangepaste Toyota Crown. Volkswagen/Audi gaat samen met FAW wel gewoon verder met de productie van allerhande Volkswagens en Audi’s, zelfs tot op de dag van vandaag.
Lees ook

De Audi 100 C3 was een stroomlijnwonder - topper uit 1982

Audi 100 (1991) - Liefhebber Gezocht

Audi 100/Audi A6 C4 – Facelift Friday

Hoe de Citi Golf uitgroeide tot bijna dikste Volkswagen Golf I ooit

Audi 100 vs. Renault 25 - Classics dubbeltest

Audi A6 1.8 5V (1997)
Lezersreacties (19) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.