Het Opel-museum van Gonnie's (78) overleden man is een must voor iedere Opel-liefhebber
Collectie van Meindert van Wijk
Wie het Opel-museum van wijlen Meindert van Wijk in het Friese Tijnje bezoekt, zal van bovenstaande uitspraak vreemd opkijken. Immers, we zien niet alleen klassieke vierwielers van het merk met de Blitz, maar ook fietsen, kinderwagens, koelkasten en naaimachines. Plus zaken als emaillen borden, boeken, miniaturen en reclamemateriaal. En een onderdelenvoorraad om u tegen te zeggen. Waarom zou het dan ook zomaar Ford kunnen zijn?
Het leven hangt soms van toevalligheden aan elkaar. Neem nu Meindert van Wijk, die na zijn schoolopleiding in dienst trad bij de Heerenveense Opel-dealer Jager & Wierda. Hij kon daar naar hartenlust zijn specialisatie - plaatwerken - uitvoeren, maar na een poosje begon het bij hem toch wat te kriebelen. Hij trok de stoute schoenen aan en startte in 1965 zelf een universeel autobedrijf in Tijnje, halverwege tussen Heerenveen en Drachten. Zijn moeder deed aanvankelijk de administratie en in 1972 nam zijn vrouw Gonnie dat over. “Tot de activiteiten behoorden zowel onderhoud en reparatie als verkoop van occasions. Voor dat laatste ging mijn man regelmatig de boer op om auto’s op de kop te kunnen tikken. Af en toe zat daar een oudje bij en die hielden we dan zelf. De eerste was stomtoevallig een Opel: een zwarte Rekord P1 uit 1959 die hij in Gorredijk vond. Als die verovering nu een Ford was geweest, dan stonden we nu in een Ford-museum”, vertelt Gonnie, die na het overlijden van haar echtgenoot het museum draaiende houdt.
Klassiekers uit de periode 1935-1985
Na die eerste Rekord, aangeschaft ergens begin jaren 70, volgden vele, vele andere Opel-klassiekers. Er staan er tientallen in het museum, globaal uit de periode tussen 1935 en 1985. Toch zien we ook hier en daar een vreemde eend in de bijt, zoals een Borgward, een Daf 55 Coupé, twee Mustangs (dus toch Ford!) en een Volkswagen Karmann Ghia. Niet alle auto’s zijn in showroomstaat. Sommigen behielden hun patina en daarmee een eigen charme. Het zijn auto’s die in weer en wind hebben gewerkt en dat mag best gezien worden. De vierwielers die gerestaureerd zijn, zijn stuk voor stuk door Meindert zelf onderhanden genomen. “Alleen voor het spuitwerk ging hij naar een spuiter in Gorredijk”, legt Gonnie uit.
Steeds groter
Nadat Meindert de AX-12-58 gekentekende Rekord P1 had opgeknapt, gaf hij die een mooi plekje in de showroom. Want zo’n trekker zorgt altijd voor publiek en wie weet leidt dat tot een aankoop. Slim bekeken van de nog prille garagehouder. Goed voorbeeld doet volgen, dus schafte een medewerker van Meindert een klassieke cabriolet aan die ook in het bedrijfspand onderdak kreeg. En zo kwam van het een het ander. “Op een gegeven moment stonden alle klassiekers binnen en de handel buiten”, lacht Gonnie. Er moest wat gebeuren, dus bouwde Van Wijk een groter pand, zo’n beetje achter het huidige museum. Maar ook daar begon het na enige tijd te schuren tussen de handel en de liefhebberij. Daarom werden de zaken gesplitst: in 1996 vond de klassieke collectie aan de andere kant van het dorp onderdak. Toen tien jaar later ook dat pand uit z’n jasje groeide, werd het huidige museum gebouwd. Nu weer aan deze kant van het dorp, op een goede zichtlocatie vanaf de uitvalsweg naar de A7 en net vóór het - inmiddels voormalige - garagebedrijf.
Ook een bibliotheek
Naast onderdak voor auto’s, toebehoren en onderdelen biedt het museum een flinke kantine en een bibliotheek met veel boeken en tijdschriften. Heel attent voor de minder validen onder ons: er is zelfs een rolstoel aanwezig. Liefhebbers zijn hier zomaar wat uurtjes zoet, met name doordat tussen de ogenschijnlijk alledaagse auto’s - want: Opel - tevens de nodige zeldzaamheden staan. De A-Kadett kan menigeen zich nog wel voor de geest halen, ook al werd hij vanaf 1962 maar drie jaar gebouwd waarna de B het stokje overnam. Maar de Caravan-variant van de A? Dat wordt lastiger, want deze stationcar was niet zelden een werkpaard dat na een stevig arbeidzaam leven simpelweg op de sloop zijn einde vond. De lagere productie ten opzichte van de sedan hielp ook niet mee, en de beperkte roestpreventie evenmin. Om kort te gaan: in Frankrijk vond Meindert wat hij zocht: een 63-er, nog helemaal in originele, roestvrije staat. Met recht een museumstuk, want naar verluidt zijn er nog maar een stuk of acht in ons land te vinden.

Een Opel Kadett Coupé en een Commodore GS/E. Smullen van de jaren 70.
Commodore Voyage en Corsa Cabriolet
Eveneens anders dan anders is de Commodore Voyage - ook al een stationcar. De Commodore was een luxere Rekord met een zescilinder die in de prijslijsten stond totdat de Senator hem overbodig maakte. Omdat de Rekord een stationvariant kende, was het voor Opel een koud kunstje om een zescilinder in die koets te leggen, hem van extra chroom te voorzien en andere lekkernijen toe te voegen, et voilà: Opel’s lifestylecombi was geboren. In het museum staat een late uit 1981. Met een 2.5S-motor is het een van de 250 die in ons land verkocht werden op een totale productie van slechts 3.500 stuks. Geen wonder dat de Senator er alleen als sedan was. Een andere witte raaf is de Corsa A Cabriolet uit 1986. Het is een van de jongste museumstukken en een van de weinige voorwielaangedreven Opels die we aantreffen.

Heel bijzonder: een Opel Commodore Voyage en een Opel Corsa A Cabriolet, een van de weinige voorwielaandrijvers die je in het museum aantreft.
Om de geur te ruiken van dit weelderige Commodore-interieur zou je moeten afreizen naar Tijnje.
Van Blitz tot Vauxhall
Wat komen we nog meer zoal tegen? Een Blitz. Deze 1,5 tons-truck uit 1951 heeft meegespeeld in een film. Een chique, zescilinder Kapitän met zogeheten sleutelgatachterlichten - zie hun vorm. Het is de favoriete auto van Gonnie. Ook indrukwekkend: een Chevrolet Impala uit 1959 - geen Opel, maar wel General Motors, destijds Opel-eigenaar. Daarom zien we tevens een Cresta van Vauxhall - de Britse Opel-evenknie, ook al bevatte deze PA (gebouwd tussen 1957 en 1962) meer elementen van het Pontiac Strato-Streak-concept uit 1954 dan van een Opel-model. Sportiviteit wordt niet vergeten: van GT tot Monza - het staat er, net als een Kadett A in rally-uitmonstering. Het houdt de herinneringen aan het sportieve verleden van Meindert levend. Gonnie: “Vanaf 1965 heeft hij veel gewonnen met autocross en vooral oval-races, kijk maar”, wijzend op de tientallen bekers in en op een vitrinekast.

Natuurlijk staat er ook een Opel GT. Maar Ascona's en Rekords tref je er eveneens.
Lage kilometerstanden
We lopen weer verder langs lange rijen Opels en kijken onze ogen uit, want ja: kijken doe je met je ogen en niet met je handen. En wat zien wij als we her en der door een zijruitje naar het dashboard turen? Lage kilometerstanden, aangezien dat Meinderts voorkeur had. De omvang van een en ander - het Opel Museum in Tijnje behoort absoluut tot de grootste privé-automusea van ons land - dwingt respect af. Niet alleen voor Meindert die de collectie bijeen heeft gebracht in pak ‘m beet veertig jaar tijd, maar ook voor Gonnie, want zij is er op haar 78e maar druk mee. Gelukkig staat ze er niet alleen voor, want twee trouwe oud-medewerkers verlenen hand- en spandiensten, zowel met de onderdelenvoorziening en -verkoop als met het museum, want de voertuigen hebben natuurlijk ook hun zorg nodig. Zo werden enkele veteranen - de al genoemde Rekord P1 en Impala - zelfs ingezet als trouwauto - met Gonnie als dienstdoend chauffeuse trots achter het stuur. Heel wat anders dan haar huidige witte Mokka! Met zulke gevulde dagen is het te begrijpen dat Gonnie weliswaar lid is van de Historische Opel Club en de Friese Oldtimer Club, maar dat ze daarin niet echt actief is. Geeft niet: de meeste klassiekerliefhebbers weten haar en haar museum toch wel te vinden - om er meerdere aangename uurtjes te vertoeven.
Opel Museum TijnjeHet Opel Museum is gevestigd aan de Aan de Brêgeleane 1 te Tijnje. Het is elke zaterdag- en zondagmiddag geopend vanaf het eerste weekend van april tot en met het laatste weekend van oktober. Meer informatie is te vinden op opelmuseum.nl. De onderdelenverkoop gaat overigens het hele jaar door. |
Opel-productenUiteraard zouden we hier de geschiedenis van Opel kunnen beschrijven, waarbij het dan natuurlijk gaat om de autohistorie van dit Duitse merk. Maar veel daarvan staat al op papier en omdat we in het Opel-museum ook fietsen, kinderwagens en koelkasten aantroffen met deze merknaam erop, leek het ons aardig om een overzicht te maken van alle producten die Opel in zijn bestaan heeft voortgebracht. En dat zijn er nogal wat (op alfabetische volgorde, indien bekend gevolgd door jaartallen van productie): Afwasmachines Auto’s, motoren en vliegtuigen met raketaandrijving (ca. 1928) Brandweerauto’s, incl. pompinrichtingen Draagbare kachels Fietsen (1887-1937) Heftrucks Kinderwagens Koelkasten en vrieskisten (Opel Frigidaire, in de jaren 50 18 miljoen stuks gebouwd) Machines voor het kurken van (wijn)flessen (1880-1896) Machines voor het vullen van (wijn)flessen Motorfietsen (1901-1907, 1921-1922 en 1928-1930) Motorploegen Naaimachines (1862-1911) Personenauto’s (1899-heden) Rijwielen met hulpmotor (= bromfietsen) (1922-1924) Strijkmachines Tractoren Trucks (1907-1975) Vliegtuigmotoren Wasdrogers Wasmachines (Opel Allimatik) (eind jaren 50, begin jaren 60) Zeepkisten voor de jeugd |