Het mysterie van de verdwenen Bugatti Type 57 SC - De Vluchtstrook
'La Voiture Noire'
Mysteries: soms zijn ze behoorlijk vergezocht, maar soms ook levensecht. Het verhaal van de Bugatti Type 57 SC 'La Voiture Noire' behoort tot de laatste categorie. Sinds 1938 ontbreekt van één van de vier 57 SC's die Bugatti bouwde, namelijk ieder spoor ...
De Bugatti Type 57 was het geesteskind van Jean Bugatti, de zoon van oprichter Ettore Bugatti. Jean wilde met de 57 een ander soort modellenaanbod creëren voor Bugatti. Hij bedacht één basismodel dat in verschillende varianten kon worden besteld. Je had de originele Type 57 en de verlaagde Type 57 S, waarbij de 'S' staat voor 'Surbaissé' (verlaagd). Beide varianten van de Type 57 waren verkrijgbaar met een supercharger, waarna de toevoeging 'C' (Compresseur) achter de modelnaam verscheen. Zoals in die tijd gebruikelijk waren coachbuilders veelal verantwoordelijk voor de uiteenlopende waaier aan carrosserievarianten, waaronder de Ventoux en Galibier (twee- en vierdeurs sedan), Stelvio (cabriolet) en Atalante (Coupé). Uiteindelijk zagen op die manier 710 uiteenlopende exemplaren van de Type 57 het levenslicht.
Alle overgebleven Bugatti's Type 57 zijn inmiddels zeer kostbaar, maar één model spant de kroon: de Atlantic Coupé. De Atlantic stamt af van de conceptauto Aérolithe uit 1936. De Aérolithe was een bijzonder ding om te zien. Zo waren de koplampen bijna geïntegreerd in de spatborden en had de auto een gespleten voor- en achterruit, die met elkaar verbonden waren door een staartvin die over het dak liep. Verder zijn de ronde vormen kenmerkend voor de Aérolithe, het dak dat naar achteren toe helemaal naar beneden doorloopt en de afgedekte achterste wielkasten zetten het aerodynamische uiterlijk verder kracht bij. De Aérolithe was met klinknagels in elkaar gezet. Dat was niet voor de show, want de Aérolithe was opgetrokken uit Elektron-composiet, een materiaal bestaande uit 90 procent magnesium en 10 procent aluminium. Dit materiaal stond erom bekend dat het vlam vatte wanneer het heet werd. Lassen was dus geen optie.

De Bugatti Aérolithe.
Die klinknagels kwamen uiteindelijk terug in de productieversie van de Aérolithe: de Atlantic. Op de Atlantic waren ze wel voor de show, want Bugatti koos ervoor om in plaats van Elektron gewoon aluminium te gebruiken voor de Atlantic. Overigens dankt de Atlantic zijn naam aan Jean Mermoz, een piloot en vriend van Jean Bugatti die overleed toen hij de Atlantische Oceaan overvloog. Met zijn uiterlijk heeft de Atlantic in ieder geval heel veel weg van de Aérolithe. Naast de klinknagels in de vin op het dak zijn de lange motorkap, de doorlopende achterkant en de zes uitlaten karakteristieke stijlkenmerken van de Atlantic. Overigens lijkt de Atlantic op de foto's misschien heel lang, maar dat is hij met een lengte van 3,7 meter niet bepaald. Ter vergelijking: een Volkswagen Polo meet tegenwoordig al 4,07 meter in de lengte.
Allemaal uniek
Bugatti bouwde uiteindelijk slechts vier exemplaren van de 57S Atlantic. Dat kwartet had de chassisnummers 57374, 57453, 57473 en 57591. Geen enkele Atlantic is hetzelfde. Het prominentste verschil is dat de koplampen bij twee Atlantics (57374 en 57591) in de voorspatborden zaten, terwijl ze bij de andere twee meer traditioneel op de spatborden waren gemonteerd. De laatste Atlantic, met chassisnummer 57591, is momenteel één van de bekendste. Deze resideert namelijk in de omvangrijke autocollectie van de bekende mode-ontwerper Ralph Lauren.

De vier Atlantics op een rijtje.
Maar de bijzonderste Atlantic moet toch wel die met het chassisnummer 57453 zijn. Die wilde Bugatti gebruiken als auto voor in de brochures, op shows en bij tests. Jean Bugatti reed naar verluidt zelf met de auto en liet er verder slechts een select groepje vrienden mee rondrijden. Ook was de auto van Jean de enige Atlantic die af-fabriek een supercharger kreeg. 'La Voiture Noire', zoals de zwarte 57SC ook wel werd genoemd, was daarmee de enige die de twee letters SC al van meet af aan meekreeg. Met supercharger was de 3,3-liter acht-in-lijn goed voor 200 pk. De chassisnummers 57374 en 57591 kregen later alsnog de supercharger aangemeten, waardoor ze de letter 'C' konden dragen. Chassis 57473 is het enige exemplaar dat het zonder extra beademing moet stellen.
Nooit meer opgedoken
Geen van de Type 57 Atlantics is meer volledig origineel. Alle drie de overgebleven auto's hebben een uniek verhaal, waarbij het laatst gebouwde exemplaar van Ralph Lauren nog wel het minst gehavend is geweest in zijn verleden. Eén Atlantic is compleet van de radar verdwenen: de eerdergenoemde La Voiture Noire van Jean Bugatti zelf. Jean Bugatti, coureur William Grover-Williams en zijn vrouw Yvonne deelden hem naar verluidt in de winter van 1936, het bouwjaar van de auto. In 1937 reed Jean er zelf nog een tijdje mee voordat hij de auto cadeau deed aan coureur Robert Benoist, die in 1937 de 24 Uur van Le Mans won voor Bugatti. Benoist en Grover-Williams, die goede vrienden waren, deelden de auto daarna. Toen zij naar Engeland vluchtten in de lente van 1940, ging de Bugatti terug naar de fabriek, waarna de auto na het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog op een trein zou zijn gezet door vader Ettore om hem uit de klauwen van de Duitsers te houden. Jean Bugatti had op onfortuinlijke wijze het leven verloren bij een auto-ongeluk in 1939.

Bugatti Type 57 SC 'La Voiture Noire'.
Waarheen de auto daarna is gegaan, weet men tot op de dag van vandaag niet. De bovenstaande geruchten over wie wanneer met de auto reed zijn ook nooit officieel bevestigd, aangezien de geschiedenis van de 'La Voiture Noire' slecht gedocumenteerd is. Dat komt vooral doordat de Bugatti nooit is verkocht of geregistreerd, hij is altijd in eigendom gebleven van Bugatti. De fabrikant zelf geeft te kennen dat het na 1938 het spoor verloor van de tweede Atlantic. Alles wat er daarna mee is gebeurd, blijft dus gissen. Die onbekendheid voedt de theorieën dat de auto momenteel nog steeds ergens op de aarde is verborgen. Andere theorieën zijn onder meer dat Ettore Bugatti hem zelf verborgen heeft willen houden of dat de auto op een schip naar Amerika is gezet.
Mocht de 'La Voiture Noire' ooit opduiken, dan is het vermoedelijk meteen de meest waardevolle auto ter wereld. Het bijzondere verhaal zou er mede voor zorgen dat de waarde van de Bugatti ruim boven de €100 miljoen uittorent. Wellicht dat hij opduikt op eenzelfde manier als de Bugatti Type 22 Brescia, die ooit in een meer werd gevonden nadat hij 75 jaar onder water had gelegen. Tot die tijd kunnen schatzoekers naar hartenlust op avontuur om de mysterieuze verdwijning van de Type 57 SC op te lossen. Bugatti zelf bracht eerder dit jaar overigens nog een eerbetoon aan de legendarische auto. Gaat iemand het origineel ooit vinden?
Lees ook

Mitsubishi Colt is terug: goed voorbeeld doet goed volgen

Voor €10.000 geniet je van open rijden met deze klassieke cabriolets

Jeep Wagoneer (1978) - In het Wild

Dit kost je reis naar Barcelona aan tol

'Tesla plant tweede Europese gigafactory in Spanje'

VinFast VF3 is nieuwe budget-EV 'voor de massa'
Lezersreacties (14) (gesloten)
De discussie is gesloten.
Reageren is niet meer mogelijk.