Het kan altijd erger: zoveel duurder zijn auto’s in Denemarken

In Nederland betalen we de aanschafbelasting (bpm) vooralsnog op basis van de CO2-uitstoot in grammen. Het bedrag per gram loopt op naarmate de CO2-uitstoot hoger wordt en komt boven de 161 gram per kilometer op maar liefst €549 per gram. Daaronder is het minder, variërend van €2 per gram – plus een basistariefje – voor auto’s die minder dan 80 gram per kilometer uitstoten.

Die bpm op basis van CO2-uitstoot is in Nederland in de loop der jaren ontstaan en is uiteraard bedoeld om de verkoop van relatief schone en zuinige auto’s te stimuleren, of eigenlijk die van onzuinige auto’s tegen te gaan. In Denemarken willen ze daar voorlopig niets van weten en gaat de berekening van de aanschafbelasting nog altijd op basis van de ‘kale’ verkoopprijs. Dure auto’s worden dus absoluut én relatief veel zwaarder belast dan goedkopere. Wel komen EV’s er genadig vanaf, door een korting die wordt berekend per kWh accu-inhoud. Die korting krijg je als EV-koper niet in één keer, maar wordt uitgesmeerd over meerdere jaren. Evengoed betalen EV-kopers in beginsel maar 40 procent van de ‘normale’ aanschafbelasting voor personenauto’s. Dat alles heeft effect, want een Tesla Model Y is met omgerekend €44.990 nota bene goedkoper dan in Nederland, waar hij minimaal €45.990 kost.

Ook bij kleine auto’s valt het mee. De Hyundai i10 is in Denemarken juist goedkoper dan in Nederland, de Aygo X een behapbare 6,4 procent duurder. Daarna gaat het echter rap mis voor de Deense autokoper die weigert in een EV te stappen. De compacte Toyota Yaris Cross is er bijvoorbeeld al dik 12 procent duurder dan bij ons, een wat ruimere Volkswagen Tiguan bijna 30 procent. Wie zichzelf op een fijne, 'schone', plug-in hybride BMW 330e Touring met een razend populair M Sport-pakket wenst te trakteren, betaalt in Denemarken 37,8 procent méér dan in Nederland. Groot gezin? Trek de knip maar: een Renault Espace kost in Denemarken omgerekend minimaal €71.000, terwijl je in Nederland ‘maar’ €52.690 voor de auto betaalt. In het topsegment is het helemaal bont: een Porsche 911 is in Denemarken 76 procent duurder dan bij ons, een Mercedes S-klasse bijna 110 procent. Een Yaris GR zoals op de openingsfoto kost in Nederland overigens al €81.795. In Denemarken is het uiteraard nog iets erger: €99.853!

Dat dure auto's erg zwaar de klos zijn, is niet zo gek, want de Deense registratietaks loopt boven een bepaald bedrag érg rap op. Voor het deel van de aanschafprijs tot 70.200 DKK – €9.409 – betaal je ‘slechts’ 25 procent belasting, waarna 85 procent geldt voor het bedrag tot 218.100 DKK, oftewel €29.232. Voor alles daarboven geldt een tarief van maar liefst 150 procent.

‘Papegaaiplaten’

Er is een manier om de schade wat te beperken en dat is wat we in Nederland ‘grijs kenteken’ zouden noemen. In Denemarken herken je bedrijfsauto’s juist aan een geel kenteken. Wil je een bedrijfsauto ook privé gebruiken, dan dient dat voertuig ‘papegøjeplader’, vertaald ‘papegaaiplaten’, te voeren. Dit zijn de deels gele, deels witte kentekenplaten die je in Denemarken daadwerkelijk erg vaak ziet. Meestal gaat het om personenauto’s die van hun achterbank zijn ontdaan, maar anders dan in Nederland hun zijruiten mogen houden. Het voertuig moet echter evengoed primair bedoeld zijn voor het vervoeren van goederen. Voor auto’s met ‘papegaaiplaten’ betaal je de helft van het normale belastingtarief, maar er worden buiten het verwijderen van die achterbank wel stevige eisen aan gesteld. Zo moet de auto daadwerkelijk ook zakelijk worden gebruikt, want bij puur privégebruik is het normale belastingtarief van kracht. Ook kunnen de kosten van een auto met zulke kentekenplaten niet als zakelijke kosten worden afgetrokken door ondernemers, waarvoor deze regeling juist wel is bedoeld.