Gereden: Honda CR-V
Een eerste blik op de nieuwe Honda CR-V maakt meteen duidelijk dat er behoorlijk wat veranderd is in de 17 jaar sinds de introductie van de eerste generatie. Was die eerste nog een behoorlijk utilitaire auto, die er nog echt als een terreinauto uitzag, de nieuweling is overduidelijk niet als terreinknecht ontworpen. En die indruk wordt alleen maar versterkt wanneer je de grootste primeur van de vierde generatie CR-V in ogenschouw neemt: voorwielaandrijving. Ook Honda moet in de vaart der volkeren mee en levert de midi-SUV tegenwoordig desgewenst ook met slechts twee aangedreven wielen. Naar eigen zeggen kan het merk daarmee een groter gedeelte van de SUV-markt afdekken. Dat is ook wel nodig, want de verwachtingen zijn, niet in de laatste plaats door het succes van de eerste drie generatie, hooggespannen.
Handbak verplicht
Tijd voor de eerste meters met de eerste CR-V zonder integrale aandrijving. Die is er vooralsnog alleen met 2,0-liter benzinemotor met 155 pk en de handgeschakelde zesversnellingsbak is eveneens verplichte kost. Geen straf, want zoals we van het Japanse merk gewend zijn, schakelt de bak precies en met gevoel en ook de koppeling laat zich prettig helder bedienen. Van de motor zelf worden we iets minder enthousiast, de 155 pk en 195 Nm zijn in principe genoeg om de anderhalf ton zware SUV in beweging te zetten, maar vanzelfsprekend gaat het niet. Dat heeft te maken met het relatief hoge toerental waarbij de motor piekt, het maximale koppel is pas ruim boven de 4.000 toeren beschikbaar en pas bij 6.500 toeren ontwikkelt de motor z'n volledige vermogen. In de heuvelachtige omgeving rondom München moet je dus flink in de weer met de versnellingspook. In ons platte land zal dit minder opvallen, al blijft staan dat moderne turbomotoren gemakkelijker presteren.
Alles weten over de nieuwe Honda CR-V? Binnenkort staat de gehele rij-impressie in AutoWeek.