AutoWeek.nl heeft je steun nodig
We zien dat je een adblocker gebruikt. Dat vinden we jammer, want alleen dankzij advertenties kunnen we autoweek.nl gratis toegankelijk houden. We willen je vragen voor autoweek.nl een uitzondering te maken. Wil je jouw adblocker voor ons pauzeren? Zo werkt het
Gereden: Ford Ranger
Pickups zijn een moeilijk een verhaal in de Nederlandse autoverkoop. Maar er is een klein groepje geinteresseerden. Wij reden eens met de Ford Ranger.
Pickups zijn een moeilijk een verhaal in de Nederlandse autoverkoop. Maar er is een klein groepje mensen wat het toch wel stoer vindt om zo'n grote auto voor de deur te hebben. Wij reden eens met de Ford Ranger.
De Ranger is er in twee carrosserievarianten. De basis wordt gevormd door de Super Cab, die behalve twee normale voorportieren ook twee halve omgekeerde achterdeurtjes heeft. Deze Mazda RX-8-achtige deurtjes geven toegang tot een ruimte achter de stoelen waar je wat spullen neer kan zetten. Daar zit dus geen achterbank. Wie een achterbank wil, moet gaan voor de Double Cab, die twee normale deuren heeft. Uiteraard rij je de eerste op grijs kenteken en de tweede op normaal geel kenteken.
We draaien de sleutel om en de 2,5-liter turbodiesel komt tot leven. Zonder directe injectie is de motor behoorlijk ouderwets van opzet. Overigens zal het je niet ontgaan zijn dat je hebt gestart, want hij maakt behoorlijk wat leven. Dit is trouwens de enige motor die je kunt krijgen in de Ranger en hij is goed voor een vermogen van 109 pk en een koppel van 266 Nm.
Gaandeweg merken we dat de Ranger op toeren moet worden gehouden om lekker te presteren, want onder de 1.800 tpm gebeurt er niet zo veel. Schakelen gaat met lange slagen en af en toe voel je behoorlijk wat weerstand in de bak. Opvallend groot is het verschil tussen twee en drie. Schakel je over, dan zie je dat de toerenteller zo'n 1.200 tpm naar beneden valt. Dat gat is eigenlijk veel te groot, want de Ranger komt dan ruim onder de 2.000 tpm uit en dan heeft hij weer zo weinig koppel. Overigens is hij absoluut niet van de snelle: een acceleratie naar 100 in dik 25 seconden. Slik. De besturing is ook niet van het meest verfijnde type. Heel indirect, waardoor je voor de flauwste bocht je stuur al een behoorlijke zwieper moet geven.
Een sterk punt van de Ranger is z'n vierwielaandrijving. Nog lekker ouderwets met een extra pookje voor de tussenbak kun je kiezen uit achterwielaandrijving of vierwielaandrijving. Bovendien kun je in de 4x4-stand ook nog kiezen uit hoge en krachtige lage gearing. En zo verandert de Ranger in een terreinwagen die tot veel meer in staat is dan het trekken van een trailertje. Je kunt er gewoon lekker meer spelen in het terrein.
Binnenin is de Ranger niet bepaald de modernste auto die we ooit hebben gezien. Het dashboard komt overduidelijk bij Mazda vandaan en heeft de vormgeving zoals we dat ruim tien jaar geleden wel vaker in Japan zagen: functioneel, degelijk, maar zonder enige leukigheid. Ford heeft dan een gedeelte van het dasboard zilvergrijs en de klokken blauw gemaakt, maar dat is dan ook de enige link met de 21e eeuw die we binnenin kunnen ontdekken. Mooi of niet, oerdegelijk lijkt het ons wel en er is geen rammeltje te horen.
Spotgoedkoop is zo'n stoere kar niet bepaald. De grijs-kentekenversie begint bij 22.908 euro inclusief BTW. De Ranger met achterbank (en geel kenteken) kost € 38.891. Maar dan heb je ook meteen de XLT te pakken met leer, airco, chroom, lichtmetaal en twee kleuren metallic lak. Meer informatie en een uitgebreide rij-impressie vindt u in AutoWeek 2/2004.
De Ranger is er in twee carrosserievarianten. De basis wordt gevormd door de Super Cab, die behalve twee normale voorportieren ook twee halve omgekeerde achterdeurtjes heeft. Deze Mazda RX-8-achtige deurtjes geven toegang tot een ruimte achter de stoelen waar je wat spullen neer kan zetten. Daar zit dus geen achterbank. Wie een achterbank wil, moet gaan voor de Double Cab, die twee normale deuren heeft. Uiteraard rij je de eerste op grijs kenteken en de tweede op normaal geel kenteken.
We draaien de sleutel om en de 2,5-liter turbodiesel komt tot leven. Zonder directe injectie is de motor behoorlijk ouderwets van opzet. Overigens zal het je niet ontgaan zijn dat je hebt gestart, want hij maakt behoorlijk wat leven. Dit is trouwens de enige motor die je kunt krijgen in de Ranger en hij is goed voor een vermogen van 109 pk en een koppel van 266 Nm.
Gaandeweg merken we dat de Ranger op toeren moet worden gehouden om lekker te presteren, want onder de 1.800 tpm gebeurt er niet zo veel. Schakelen gaat met lange slagen en af en toe voel je behoorlijk wat weerstand in de bak. Opvallend groot is het verschil tussen twee en drie. Schakel je over, dan zie je dat de toerenteller zo'n 1.200 tpm naar beneden valt. Dat gat is eigenlijk veel te groot, want de Ranger komt dan ruim onder de 2.000 tpm uit en dan heeft hij weer zo weinig koppel. Overigens is hij absoluut niet van de snelle: een acceleratie naar 100 in dik 25 seconden. Slik. De besturing is ook niet van het meest verfijnde type. Heel indirect, waardoor je voor de flauwste bocht je stuur al een behoorlijke zwieper moet geven.
Een sterk punt van de Ranger is z'n vierwielaandrijving. Nog lekker ouderwets met een extra pookje voor de tussenbak kun je kiezen uit achterwielaandrijving of vierwielaandrijving. Bovendien kun je in de 4x4-stand ook nog kiezen uit hoge en krachtige lage gearing. En zo verandert de Ranger in een terreinwagen die tot veel meer in staat is dan het trekken van een trailertje. Je kunt er gewoon lekker meer spelen in het terrein.
Binnenin is de Ranger niet bepaald de modernste auto die we ooit hebben gezien. Het dashboard komt overduidelijk bij Mazda vandaan en heeft de vormgeving zoals we dat ruim tien jaar geleden wel vaker in Japan zagen: functioneel, degelijk, maar zonder enige leukigheid. Ford heeft dan een gedeelte van het dasboard zilvergrijs en de klokken blauw gemaakt, maar dat is dan ook de enige link met de 21e eeuw die we binnenin kunnen ontdekken. Mooi of niet, oerdegelijk lijkt het ons wel en er is geen rammeltje te horen.
Spotgoedkoop is zo'n stoere kar niet bepaald. De grijs-kentekenversie begint bij 22.908 euro inclusief BTW. De Ranger met achterbank (en geel kenteken) kost € 38.891. Maar dan heb je ook meteen de XLT te pakken met leer, airco, chroom, lichtmetaal en twee kleuren metallic lak. Meer informatie en een uitgebreide rij-impressie vindt u in AutoWeek 2/2004.
Plaats een reactie
Had je deze auto's al gezien?

Ford Ranger 2.0 EcoBlue Wildtrak Supercab 213 PK | LEDER | AUTOMAAT | TREKHAAK | NAVIGATIE
- 2019
- 135.477 km
€ 28.980

Ford Ranger 3.2 TDCi Wildtrak Supercab 200pk Automaat | Trekhaak | Adaptieve Cruise | Bull Bar | Stoelverwarming | 3.500kg Trekgewicht
- 2016
- 125.000 km
€ 27.588

Ford Ranger 3.2200PK Aut. Wildtrak Supercab 3500 KG Trekhaak Carplay Lier
- 2018
- 47.548 km
€ 33.807
Lees ook
Test: Ford Ranger PHEV - plug-in pick-up met voor dit genre behoorlijk wat hightech
Nieuws
Ford Ranger Super Duty: werkpaard met stalen neuzen
Nieuws
Geen pick-up verkoopt in Europa beter dan de Ford Ranger
Nieuws
Ford Ranger PHEV: rondstekkeren met vijf man vanaf bijna €58.000
Nieuws