Gereden: Cadillac CTS-V Sport Wagon
Humor hebben ze in ieder geval wel, de Amerikanen. Logischerwijs waren de verkopen van Cadillac in Europa niet om over naar huis te schrijven. Vorig jaar werden er bijvoorbeeld maar 1.800 verkocht. Inderdaad in heel Europa. Maar elk nadeel heeft zijn voordeel: "De V-series zijn een stuk exclusiever dan een Aston Martin", grapt een topman. Ze kunnen er zelf om lachen. Vrolijkheid is wellicht ook logisch, want het record staat toch maar mooi. Met een topsnelheid van 308 km/h heeft Cadillac maar mooi de snelste stationwagen in huis. Ja, natuurlijk helpt het dat auto's als de M5 Touring en E63 Estate begrensd zijn, maar dat mag de pret niet drukken.
De auto onleent zijn kracht uit een 6,2 V8 met supercharger. Inderdaad, de motor van de Corvette ZR1. In de CTS-V produceert hij 564 pk en krap 750 Nm. Da's veel. Zoveel, dat we verbluft zijn over de tussensprints. Niet tussen 80 en 120, maar tussen 225 en 275 bijvoorbeeld. De turbineachtige stoot aan kracht ramt de auto naar snelheden boven de 280 km/h, enkel het drukke Duitse verkeer belet ons door te zetten. Het prettige is hoe beheersbaar de koets is bij dit tempo: geen gestuiter en geen lichte neus. Nu zit de CTS altijd wat tussen het D- en E-segment in, maar we kunnen zeggen: een C63 Estate is een stuk langzamer, een RS6 Avant een stuk logger. Niet verkeerd.
Lees de volledige rij-impressie in AutoWeek 37, die op woensdag 14 september in de winkels ligt.