Facelift Friday: BMW Z3
Gladgetrokken achterwerk
De BMW Z3 was BMW’s iets hoger ingeschaalde antwoord op de Mazda MX-5. BMW’s eerste roadster in jaren kreeg een uiterst modern en lekker eigenwijs koetswerk mee en werd in 1999 ietwat gladgetrokken.
Inmiddels is opvolger Z4 uitgegroeid tot een razendsnelle, dikke roadster die zich niet geheel toevallig kan meten met de Toyota Supra, maar in de jaren 90 was BMW’s open tweezitter nog verrassend bescheiden. De auto verscheen in 1995 en deelde zijn techniek met de 3-serie van de E36-generatie.
De Z3 heet intern dan ook de E36/7, terwijl de zeldzame en inmiddels erg gewilde coupé als E36/8 bekendstaat. Een 3-serie van die dagen was al niet groot, maar een Z3 is helemaal bescheiden van afmetingen. De wulps gelijnde koets valt op door zijn lage taillelijn en lange neus. Onder de relatief gigantische motorkap verdwenen in de meeste in Europa geleverde exemplaren bescheiden viercilinders, maar zespitters behoorden ook tot de mogelijkheden.
Breder
Hoe maf ook, de coupé verscheen pas in 1998 en heeft in feite nooit een facelift gekregen. De shooting-brake-achtige dichte Z3 kreeg vanaf het begin L-vormige achterlichtunits mee, waar de roadster die lampen pas in 1999 kreeg toebedeeld. De lichtunits zijn het meest in het oog springende detail van de facelift die in dat jaar werd doorgevoerd, maar zeker niet het enige. De gerestylede kont bracht bijvoorbeeld ook een ander kofferdeksel met zich mee, terwijl de viercilindermodellen twee compleet nieuwe en fors bredere achterschermen kregen toebedeeld. Daarmee werd het verschil in breedte dat tot 1999 bestond tussen de vier- en de zescilinder-Z3’s definitief afgeschaft.
Aan de voorzijde zijn hield BMW het bij wat extra chroom in de koplampen en grille. Ook werden de ‘side markers’, die voor de VS verplicht zijn, vanaf nu standaard in de voorbumper van de Z3 geschroefd. In de VS zijn deze onderdelen oranje, in Europa stralen ze om reglementaire redenen wit licht uit.
Ook het interieur werd aangepakt. Door een nieuwe middenconsole met moderne knoppen en opnieuw wat extra chroom ziet het binnenste van een late Z3 er toch weer wat frisser uit dan dat van het originele model.
M Roadster
De M-versies van de Z3 heten officieel geen Z3, maar M Roadster en M Coupé. Voor deze buitengewoon sportieve en krachtige varianten zette BMW een geheel eigen designkoers uit. De modellen onderscheidden zich vanaf het begin met een eigen voor- en achterbumper, anders gevormde ‘kiewen’ in de flank, ovaalvormige buitenspiegels en een dito binnenspiegel, maar kregen ook witte knipperlichten mee. De opvallendste designkeuze is echter wat ons betreft dat de kentekenplaat speciaal voor deze uitvoeringen naar de achterklep werd verhuisd. Door de positie van de ‘plaat’ tussen de lichtunits ziet zo’n M er meteen anders uit dan een reguliere Z3. De nieuwe achterlichten gingen bovendien aan de neus van de M Roadster voorbij, dus na 1999 was het verschil tussen de topversie en de Z3 nog wat groter.