Eerste Skoda Superb Combi was niet lifestyle maar toch kocht je 'm om uiterlijk
Alleen al voor de looks
Er zijn genoeg auto’s die je puur en alleen vanwege het fraaiere uiterlijk als stationwagon zou kiezen en niet als hatchback of sedan. De Skoda Superb van de tweede generatie behoort in onze ogen tot dat genre.
Kennen we hem nog, de lifestyle-combi? Dit fenomeen moet ergens in de jaren 90 zijn ontstaan, toen marketeers ons wijsmaakten dat het bij een stationwagon niet om extra binnenruimte draaide, maar om de uitstraling. Passen er veel minder vakantiespullen achterin dan gedacht? Tja, dan verscheep je de grote stukken maar per koerier naar de vakantievilla, zodat je daar in stijl kunt arriveren met alleen wat handbagage achterin je Audi 80 Avant of Volvo V40. Raar gedoe, denkt iedereen die is opgegroeid met broodnuchtere pakhuizen als een Ford Mondeo Wagon, Toyota Carina E Stationwagon of Renault 21 Nevada. Inmiddels wordt de combi-spoeling snel dunner, maar daarvan was pakweg vijftien jaar geleden, toen onze hoofdrolspeler arriveerde, nog geen sprake. De autokoper had ze toen nog royaal voor het uitzoeken, en dat in alle hoeken en gaten van de markt: van een Chevrolet Nubira Station Wagon tot een Chrysler C300 Touring en van een Peugeot 207 SW tot een Saab 9-5 Sport Estate.
Stationwagons werden verzorgd vormgegeven
Het effect van het aspect ‘lifestyle’ leidde beslist tot het enorme aanbod van zeer verzorgd vormgegeven stationwagons, die gewoonlijk naar zeer fantasierijke namen luisterden. Niet zelden was de stationwagon ook de meest aangewezen – want aantrekkelijkst gelijnde – uitvoering, met uiteraard extra binnenruimte als welkome bonus. Ontwerpers kregen wel eens de verdenking op zich dat zij de stationwagon als eerste hadden bedacht en dat daaruit pas later een hatchback of sedan was gedestilleerd. Dat gold wat ons betreft voor de eerste Citroën C5 Break en zeker ook voor de Superb Combi die Skoda in 2010 uitbracht naast de twee jaar eerder geïntroduceerde Superb. Die maakte indruk met zijn innovatieve dubbele achterklep, die je naar believen kon openen als kort kofferdeksel of als grote vijfde deur. Prachtig, maar het had consequenties voor de uiterlijke presentatie van de achterzijde, die van de Superb net zo min een sedan als een hatchback maakte. Het was iets lastigs ertussenin. Dat is niet goed. Hoewel ruimteaanbod en variabiliteit een nóg ruimere Superb Combi volstrekt overbodig maakten, kwam die er toch. En zie: de dubieuze derrière had het veld geruimd voor een veel eleganter achterwerk. Er hoefde ook maar één klep in. Dat scheelt.