Doorzaag-zaterdag: Opel Corsa OPC Nürburgring Edit
Gifkikker, ook in het rood
Deze week op Doorzaag-zaterdag gaan we onderhuids bij de uit 2011 stammende Opel Corsa OPC Nürburgring Edition, een nog hetere hot hatch dan de 'gewone' Corsa OPC al was. Voor de aardigheid heb ik er ook nog even een plaat van de reguliere OPC uit 2007 bijgevoegd (de blauwe), kun je ze mooi vergelijken.
Een sportievere versie van de Corsa is er voor het eerst in 1988, de GSi. Of eigenlijk zijn er twee versies, beiden met een 1.6 viercilinder: een 72 pk en 125 Nm sterke variant met singlepoint injectie en één met multipoint injectie, goed voor 101 pk en 135 Nm. Indrukwekkend? Bij de huidige Corsa (de Corsa E) begint het gamma met een 1.0 driecilinder die afhankelijk van de uitvoering goed is voor 90 pk en 170 Nm of 125 pk en 170 Nm. Maar goed, de Corsa is door de jaren heen wel de nodige kilo's aangekomen, van 820 kg in 1988 tot 1.063 kg vandaag.
Voor het verhaal van de dikke Corsa's op de opengewerkte tekeningen gaan we terug naar eind vorige eeuw. Om kosten te reduceren en zoveel mogelijk van schaalvoordeel te profiteren gaat GM rond de eeuwwisseling diverse samenwerkingsverband aan met Fiat. En er vindt niet alleen samengewerkt plaats, er worden zelfs belangen in elkaars firma's genomen. In 2000 vindt een aandelenruil plaats tussen Turijn en Detroit, GM wordt voor 20 procent eigenaar van Fiat en de Italianen voor 5,1 procent eigenaar van GM (later zelfs tien procent). Verder zit in de deal een putoptie die de Fiat-groep het recht geeft om in 2005 Fiat Auto aan GM te verkopen tegen marktwaarde. Als gevolg van de strategische coöperatie duiken er bijvoorbeeld JTD-motoren met CDTi-badge op in de Opel Vectra en Saab 9-3. En daar blijft het niet bij. In 2002 wordt in Turijn door Opel- en Fiat-ingenieurs begonnen met de ontwikkeling van een gemeenschappelijk platform voor compacte voor- en vierwielaandrijvers: het GM Fiat Small Platform. Bij General Motors spreekt men trouwens over het SCCS-platform (Small Common Components and Systems platform). Vanaf een blanco scherm wordt een flexibele architectuur uitgedacht waarop beide partners hun eigen modellen kunnen bouwen. Tussen twee McPherson-veerpoten wordt aan de voorkant een dwarsgeplaatste motor geprojecteerd. Achter is er een semi-onafhankelijke torsieas met schroefveren. Al is dat laatste geen wetmatigheid, de architectuur biedt de flexibiliteit om hier van af te wijken. Naast voorwielaandrijving biedt het platform ook de ruimte voor vierwielaandrijving, en verder kan er met wielbasis en spoorbreedte gespeeld worden.
De verkoopcijfers lopen bij Fiat rap achteruit en jaar op jaar worden er steeds grotere verliezen geleden. Het gaat zelfs zodanig slecht met Fiat dat GM van z'n belang in de Italiaanse autobouwer af wil en al helemaal geen zin heeft in om in 2005 de overige 80 procent van de aandelen in de maaggesplist te krijgen. In februari 2005 weet General Motors de optie af te kopen voor 1,55 miljard euro. Helemaal van elkaar af zijn Fiat en GM overigens niet. Levering van motoren aan elkaar blijft gewoon doorgaan en ook de ontwikkeling van het gemeenschappelijke platform voor compacte auto's - dat inmiddels nagenoeg klaar is - zal keurig afgemaakt worden. Zodoende verschijnt op de IAA in Frankfurt in september 2005 de eerste auto op het platform: de derde generatie van de Fiat Punto, de Grande Punto. In de zomer van 2006 verschijnt de eerste Opel op het platform: de Corsa D. De flexibiliteit van het platform blijkt uit de lange lijst met modellen die er gebruik van maken en niet alleen auto's als Opel Adam en de Fiats 500L en 500X, maar bijvoorbeeld ook de Alfa MiTo en de Jeep Renegade. En via de Fiat Qubo ook nog de Citroën Nemo en Peugeot Bipper. Opel borduurt met de nieuwe Corsa E wederom voort op het SCCS-platform en de voor later dit jaar aangekondigde Jeep Compas zal er naar verluid ook weer gebruik van gaan maken.
Behalve praktische bestelwagens en brave gezinsauto's leent het SCCS-platform zich ook voor de nodige frivoliteit. Voorzien van Abarth-logo's kun je je met de Punto prima vermaken. En op de Salon van Gèneve begin 2007 onthult Opel de afronding naar boven van het Corsa-programma en die heet na drie generaties geen GSi meer maar OPC (waarbij OPC staat voor Opel Performance Center, de afdeling waar racetechniek naar straatniveau wordt vertaald). De 1,6 liter viercilinder turbomotor in die auto is goed voor 192 pk en 230 Nm, bij een kortstondige overboost zelfs even voor 266 Nm. Hiermee sprint de Corsa in 7,2 seconden van nul naar honderd en piekt-ie bij 225 km/h. Overigens betekent de komst van de Corsa OPC niet het definitieve einde van de Corsa GSi. In 2008 verschijnt er een mildere versie (150 pk en 210 Nm) van de Corsa OPC die weer gewoon GSi heet.
Om indutten te voorkomen kondigt Opel in mei 2011 de in een beperkte oplage leverbare Corsa OPC Nürburgring Edition aan, uiterlijk te herkennen aan de zwarte spoilerlip, de dubbele uitlaatpijp en het logo op de B-stijl. O, en wie naar binnen kijkt ziet op de hoofdsteun van de Recaro-stoelen een in het leer geperste plattegrond van de Nürburgring. Behalve meer motorprestaties is bij de Nürburgring Edition vooral ook gewerkt aan de onderstelafstemming. Het vermogen is bij deze gelimiteerde oplage (in het eerste jaar worden er niet meer dan 500 gebouwd) gestegen naar 210 pk en het koppel naar 250 Nm (bij overboost zelfs even 280 Nm) waardoor je nu in 6,8 seconden op honderd zit en de topsnelheid 230 km/h bedraagt. Er moet dan wel benzine met octaangetal 100 getankt worden.
De verwijzing naar de Nürburgring is overigens niet zomaar gekozen. Op de Nürburgring - en dan met name het oude ook wel als Nordschleife bekende 20,832 km lange noordelijke deel van het circuit met 73 bochten - draait het niet alleen om pk's en Nm's, hier gaat het vooral ook om de manier waarop je dat aan de grond krijgt en hoe je er mee de bocht om gaat. Kortom, wil je hier geen modderfiguur slaan dan moet het hele plaatje kloppen. En dat hebben ze begrepen bij Opel.
Elektronica om alles in goede banen is leuk, maar de Nürburgring Edition krijgt standaard een mechanisch sperdifferentieel mee. Dit is afkomstig van Drexler Motorsport, een firma waarmee Opel ook voor sportactiviteiten samenwerkt. Verder is het onderstel met z'n Bilstein-dempers en veren aan de voorkant nog'ns 20 mm verlaagd en achter 15 mm. Voor de broodnodig vertraging zitten achter de voorwielen Brembo-remmen met tien procent meer remoppervlak en 30 procent lichtere klauwen (op de tekening trouwens alleen aan de bestuurderskant, aan de bijrijderskant zijn ze vergeten de tekening aan te passen en zien we nog net een stukje van de standaard goudkleurige OPC-remklauw zitten). Verder hebben ABS en ESP aangepaste software voor meer speelvrijheid. Voor de fijn afstemming is er naast het standaard testprogramma nog eens 10.000 kilometer lang de grens opgezocht op de Nordschleife. Deze hete Corsa mag dus met recht Nürbugring Edition heten.
Mocht je nog een leuke aanvulling op het OPC-verhaal hebben, aarzel niet…
Deze rubriek verschijnt elke zaterdag op AutoWeek.nl. Wil je het verhaal in het vervolg eerder lezen? Volg Cornelis Kit dan op zijn Facebookpagina, daar lees je elke week al op Doorkijk-donderdag een nieuw pareltje van zijn hand en je kunt er terugscrollen naar eerdere verhalen.