Doorzaag-zaterdag: Audi A4 Allroad
Tabee tussendifferentieel
Onder het Quattro-label gebruikt Audi verschillende 4x4-technieken, van permanente systemen met een centraal differentieel tot oplossingen met platenkoppelingen (Haldex) en in de eerste R8 een lamellenkoppeling (vergelijkbaar met wat Volkswagen vroeger als Syncro verkocht). En nu trapt Audi in de nieuwe A4 Allroad Quattro (voorlopig alleen de 2.0 TFSI) af met weer een ander systeem dat aangeduid wordt met de marketingkreet 'ultra-Technologie'. Die ultratechnologie bestaat uit twee elektronisch geregelde koppelingen. De eerste - een platenkoppeling - zie je in z'n compacte behuizing op de tekening tegen de achterkant van de versnellingsbak (in dit geval een S tronic met dubbele koppeling) gebout en schakelt de aandrijving naar de cardanas in en uit, hierbij wordt gespeeld met een bepaalde mate van slip. De tweede koppeling - een klauwkoppeling – zit in het differentieelhuis, tussen het differentieel en de rechter aandrijfas, dit werkt volgens het alles of niets-principe. Twee systemen met slip zijn namelijk lastiger te beheersen en in dit geval ook helemaal niet nodig want de achteras heeft tenslotte al een differentieel. Wanneer de auto het met alleen voorwielaandrijving af kan staan beide koppelingen open. Hierdoor is er noch van de motorzijde noch van de kant van de achterwielen contact met de cardanas en staat deze zolang-ie niet nodig is stil. Dat scheelt energie. Verder is het systeem vier kilo lichter dan de constructie met tussendifferentieel. Al met al levert het volgens Audi een brandstofverbruik op dat ligt tussen dat van een voorwielaandrijver en dat van een permanente vierwielaandrijver.
Het elektronisch rekensysteem bepaalt elke tien milliseconden de actuele situatie en geeft indien nodig commando de koppelingen te openen of te sluiten. Overigens niet alleen reactie maar ook proactief: bijvoorbeeld op basis van de gaspedaalstand, de hoek van het stuurwiel en de dwarsversnelling kan 'voorspeld' worden wanneer in de bocht een wiel dreigt door te slaan en er een herverdeling van krachten nodig is. Maar uiteraard reageert het ook op veranderende omstandigheden, bijvoorbeeld van droog asfalt naar een besneeuwde rijbaan. Het systeem waaraan Audi samen met Magna vijf jaar heeft gewerkt moet ook z'n weg in de rest van het MLB-gamma (de modellen met motor in lengte richting) gaan vinden, althans de lichter gemotoriseerde varianten. De hoge motorkoppels van de grotere motoren kan het systeem (nog) niet behappen.
Mocht je nog een leuke aanvulling hebben op het Quattro-verhaal, aarzel niet…
Deze rubriek verschijnt elke zaterdag op AutoWeek.nl. Wil je het verhaal in het vervolg eerder lezen? Volg Cornelis Kit dan op zijn Facebookpagina, daar lees je elke week al op Doorkijk-donderdag een nieuw pareltje van zijn hand en je kunt er terugscrollen naar eerdere verhalen.