Dit doet Cosworth tegenwoordig

Bugatti, Gordon Murray en Red Bull als klanten

Cosworth motorenontwikkelaar en - bouwer voor hypercars

De V12 in de Aston Martin Valkyrie kan tot 11.100 toeren per minuut draaien, de V12 in de GMA T.50 jankt zelfs voorbij de 12.000 en de atmosferische V16 van de Bugatti Tourbillon helpt hem aan een vermogen van maar liefst 1.800 pk. Alle drie zijn het krankzinnige motoren uit de koker van Cosworth, dat de atmosferische verbrandingsmotor naar nieuwe hoogtes tilde. In het hypercar-segment zit nu eenmaal niemand te wachten op een EV.

Het is 2020 als Bruce Wood, managing director van Cosworth, wordt gebeld door een onbekend nummer. “‘Hallo, met Mate Rimac’, hoorde ik aan de andere kant van de lijn. Maar toen kende ik Mate’s stem nog niet”, begint Wood. Toch: als het daadwerkelijk Rimac is, heeft hij de ceo van Bugatti aan de lijn. Dus besluit Wood, een tikje argwanend, te luisteren. Wat blijkt? Bugatti wil Cosworth inschakelen voor de motor die zijn 1600 pk sterke W16 met vier turbo’s moet opvolgen.

Het grote Bugatti, dat over zijn eigen auto’s zegt dat ze niet te vergelijken zijn met welke andere dan ook, roept de hulp in van een buitenstaander voor het kloppend hart van zijn nieuwste wapenfeit: de Tourbillon, het volgende hoofdstuk na de iconische Veyron en de technisch verwante Chiron. Wood glundert als hij het vertelt, aan een vergadertafel in het hoofdkwartier van Cosworth in Northampton. Of het een nieuw hoogtepunt is in de historie van Cosworth, de racemotorenontwikkelaar die sinds 1958 actief bestaat? “Ja”, beaamt Wood.

Cosworth motorenontwikkelaar en - bouwer voor hypercars

‘Zijn’ Cosworth sloeg voorzichtig een nieuwe koers in toen Red Bulls Adrian Newey in 2015 aanklopte met ‘Project Nebula’. Wood: “Newey vroeg om een in kleine oplage te bouwen krachtbron voor op de openbare weg. Daarin hadden we nog niet eerder voorzien, maar we besloten te kijken of er business in zou zitten.” Het antwoord dat op Neweys vraag volgde, ligt in de Aston Martin Valkyrie en is een V12 met een toerenbegrenzer die pas boven de 11.000 toeren ingrijpt. Een paar jaar later volgde Gordon Murray. “Hij wilde een 3,9-liter V12 die meer dan 12.000 toeren kon draaien, omdat zijn ‘meest hoogtoerige’ eerdere eigen ontwerp – met een motorfietsmotor – dat ook kon.” Het resultaat van die wens – ontwikkeld en gebouwd door Cosworth – ligt nu in de eerste productie-exemplaren van de Gordon Murray Automotive (GMA) T.50.

Cosworth motorenontwikkelaar en - bouwer voor hypercars

Gordon Murray bij de GMA

Bugatti’s bevestiging

Toch is er iets wat Bugatti van GMA en Red Bull onderscheidt. Bugatti heeft als onderdeel van de Volkswagen Group wél de capaciteiten om een eigen motor te ontwikkelen. Toch wendde het merk zich tot Cosworth, wat het glunderen van Wood verklaart. Hij is trots: in de afgelopen jaren ging het bedrijf van een verlieslijdende racemotorenexpert naar de onbetwiste (en winstgevende) nummer één in het land van krachtbronnen voor supercars in het exclusiefste segment: hypercars. De benodigde expertise voor de ontwikkeling van die motoren put Cosworth uit zijn hondstrouwe personeelsbestand. Zo behoort Wood met 37 dienstjaren nog niet tot de top-10 van meest ervaren medewerkers.

Cosworth motorenontwikkelaar en - bouwer voor hypercars

“Ik denk dat we een unieke combinatie van kennis en faciliteiten hebben”, stelt Wood, goed voor het ontwerp en de kleinschalige productie van extreem hoogtoerige en potente verbrandingsmotoren. De meeste onderdelen daarvan produceert het zelf, van de hoogste kwaliteit metalen. Zo wordt de liefst 90 centimeter lange krukas van de V16 in de Tourbillon uit één blok staal gefreesd, wat honderden uren duurt. “Daarom kost zo’n motor ook zoveel geld”, lacht Wood, terwijl we van de vergaderruimte buitenom naar een andere hal van Cosworths faciliteiten lopen.

Cosworth motorenontwikkelaar en - bouwer voor hypercars

80.000 kilometer gesimuleerd op Cosworth-motortestbank

Aangekomen in de assemblageruimte toont Wood zo’n krukas, terwijl we naast een imposant preproductie-exemplaar van de V16 staan. De motor is bijna een meter lang, maar weegt slechts 270 kg dankzij een lichtgewicht ontwerp en dito materialen. Ter illustratie: de volgens conventionelere principes ontworpen W16 met vier turbo’s in de Chiron was met een gewicht van grofweg 400 kilo flink zwaarder. Het preproductie-exemplaar van de V16 wordt klaargemaakt voor een ‘lifecycle-test’, waarbij het 80.000 gesimuleerde kilometers aflegt op een van de tien motortestbanken van Cosworth. “Dat aantal kilometers geldt in de hypercar-wereld als een ‘volledig productleven’, dus is het van belang om te onderzoeken hoe de motor eraan toe is na het afleggen ervan”, legt Wood uit. Pas in een later stadium ondergaat de Tourbillon testritten op de openbare weg.

Red Bull

Ondertussen is Cosworth ook bezig met krachtbronnen voor toekomstige modellen. Zo heeft GMA’s tweede model T.33 straks eveneens een Cosworth-motor aan boord en heeft Aston Martin twaalfcilinders nodig voor de Valkyries waarmee het in 2025 aan Le Mans deelneemt. Ook herbergt de toekomstige Bizzarrini Giotto een V12 van Cosworth én kondigde Red Bull vlak na ons bezoek aan Northampton zijn eerste geheel eigen circuitauto aan, eveneens met Cosworth-krachtbron. Stuk voor stuk hoogtoerige, atmosferische verbrandingsmotoren, Cosworths specialiteit. Of die specialiteit een toekomst heeft nu het autolandschap zich richting een fossielvrij bestaan begeeft? “Ja, wij denken van wel”, zegt Wood. Hoe dan ook heeft Cosworth voldoende orders binnen om tot in het volgende decennium druk te blijven. Ook voor auto’s die nog moeten worden onthuld, blijkt als we Wood ernaar vragen.

Cosworth motorenontwikkelaar en - bouwer voor hypercars

Wat de klant wil

Hij bevestigt het niet, maar ontkent evenmin dat er de komende jaren meer auto’s in het topsegment volgen met een Cosworth-krachtbron aan boord. “Wat onze klanten allemaal gemeen hebben, is dat ze atmosferische motoren willen”, zegt Wood. “Een directe gasrespons, veel toeren en veel geluid zijn hét recept voor een machine die tot de verbeelding van de autoliefhebber spreekt en dat is wat een hypercar moet doen.” Mate Rimac ondervond dat bij het vorige automerk dat hij leidde, nadat hij het zelf oprichtte. Hoewel de Rimac Nevera een op waarde geschatte poging tot een elektrische hypercar is, blijkt de bijna 2000 pk sterke auto namelijk lastig te verkopen. "Hypercar-kopers zitten er niet op te wachten en willen een verbrandingsmotor", stelt Rimac.

Ook omdat er in de vorm van synthetische brandstoffen een manier is om die verbrandingsmotoren op een duurzame wijze te laten draaien. Nu is dat ‘groene’ alternatief vanwege de relatieve inefficiëntie (voor de productie van synthetische brandstoffen is veel elektriciteit nodig) niet geschikt voor massamobiliteit, maar the lucky few die er de middelen voor hebben, kunnen in de toekomst naar alle waarschijnlijkheid zonder fossiele energie een V12 – of V16 – aan de praat houden. En daar gaat het hier om: the lucky few. Voor Jan Modaal vormen EV’s en hybrides steeds vaker het rationele alternatief, maar wie zich irrationaliteit kan veroorloven, wil een verbrandingsmotor.

Wood haalt het horloge aan als metafoor. “Bij de komst van het kwarts-uurwerk vatte de gedachte post dat het analoge uurwerk irrelevant zou worden. Rationeel bezien was het nieuwe alternatief beter, maar liefhebbers koesteren het vakmanschap achter het analoge uurwerk, waardoor het in exclusieve markten nog altijd voortleeft”, schetst hij. “Hetzelfde zal gebeuren met de auto-met-verbrandingsmotor. Daar zijn we van overtuigd.”

De ‘gewone’ auto zal lang niet altijd meer een verbrandingsmotor hebben als de EV voor menigeen een beter alternatief vormt, maar vanuit technologisch oogpunt blijft een hoogtoerige veelcilinder begerenswaardig. Het verklaart waarom Cosworth de opmerkelijke term ‘rollende luxegoederen’ bezigt. Wood: “Hypercars, waar wij motoren voor bouwen, hebben niets met de auto als transportmiddel te maken.” Wie een hypercar koopt, wil simpelweg iets exclusiefs. Een toonbeeld van technologie, al dan niet toenemend in waarde, om te bezitten en om af en toe een rondje mee te rijden. Alles eraan moet bijzonder zijn. “En de verbrandingsmotor vormt het hart van een auto.”

Bugatti Tourbillon

Bugatti Tourbillon

Bugatti als ultiem bewijs dat Cosworth-motoren specialer zijn

Des te bijzonderder dat Bugatti juist dat deel aan Cosworth overlaat. Het ultieme bewijs dat de motoren die de Britten bouwen specialer zijn dan welke andere dan ook, anders had Bugatti wel iets anders bedacht. Met de Valkyrie-V12 toonde Cosworth voor het eerst een heel bijzondere motor te kunnen produceren. Ruim 11.000 toeren met een V12 in een straatauto: dat was nog nooit eerder gedaan. En met de GMA-V12 – kleiner en minder krachtig, maar ook lichter en nog hoogtoeriger – bewees Cosworth andermaal iets uitzonderlijks te kunnen. Bugatti zag dat en verbond zo ook zijn naam aan de motorenbouwer, waarna die met een opzienbarende V16 zijn status beklonk als ultieme leverancier van atmosferische verbrandingsmotoren voor de meest exclusieve auto’s. We verwachten daarom zomaar dat Wood het afgelopen jaar wel vaker is gebeld door onbekende nummers. De tijd zal het leren.

Cosworth motorenontwikkelaar en - bouwer voor hypercars

Sinds 1958

Cosworth is al meer dan 65 jaar lang een grootheid op motorengebied: in de Formule 1, maar de naam wordt ook gelinkt aan bijzondere versies van straatauto's. Denk aan de legendarische RS Cosworth-versies van de Fords Sierra en Escort. Zelfs Mercedes-Benz klopte in het verleden bij het Engelse bedrijf aan. De Mercedes 190 2.3-16 kwam tot stand dankzij Cosworth en dat is ook de reden dat in Engeland de eerste snelle 190 ook wel 190 Cosworth wordt genoemd. In 1958 werd het bedrijf opgericht door Mike Costin en Keith Duckworth. Uit die twee achternamen ontstond de bedrijfsnaam.

Lezersreacties (19)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.