Deze mannen sleutelen graag aan hun Citroën Traction Avant maar rijden er ook mee naar Marokko

Of naar Moskou...

Citroen Traction Avant

Een middagje vette klauwen halen aan een Citroën Traction Avant lijkt gezellige bezigheidstherapie voor het rondje om de kerk, maar nee, er is meer: veel clubleden van Traction Avant Nederland deinzen er niet voor terug om met hun icoon een retourtje Moskou of Marokko te rijden. Dan komt gedegen technische kennis plots in een ander daglicht te staan.

Traction Avant Nederland, zoals de oldtimervereniging officieel staat geregistreerd, is met ruim 850 leden de op een na grootste Citroën-club van Nederland. In 1964 richtten een paar ­enthousiaste studenten van de Universiteit Leiden de Société de Citroën op, met als belangrijkste doel de voorziening van ­onderdelen veilig te stellen en vooral de toen al ­redelijk gedateerde Tractions aan het rijden te houden.

In het jaar van het zestigjarig jubileum is Traction Avant Nederland uitgegroeid tot een professionele organisatie, die jaarlijks meerdere ritten en evenementen op touw zet in binnen- en buitenland. “Ongeveer tegelijk werd ook in Amsterdam een Traction-sleutelclub opgericht”, zegt voorzitter Marc Vos. “Al snel vonden de clubs elkaar en werd het francofiele gezelschap een landelijke vereniging. Door de steeds groeiende aanhang werd het mogelijk de leden een betere service te bieden. Met een goed geoutilleerd onderdelenmagazijn, gunstige verzekeringsvoorwaarden, een verzorgd clubblad en een gestroomlijnde uitwisseling van ervaringen tijdens de clubbijeenkomsten en ­sleutelmiddagen, zoals deze hier in het Gelderse Terschuur. De vijf regiomagazijnen beheren naast de onderdelenvoorziening ook speciaal gereedschap voor de Traction. Leden kunnen dit tegen een borgsom lenen.”

De stoffige Citroën Traction Avant overleefde de reis naar Moskou.

Globetrotters

Naar analogie met het van oorsprong Franse Artsen Zonder Grenzen bestaat er in Frankrijk een reisorganisatie die onder de noemer Traction Sans Frontières opereert en exotische Traction-reizen aanbiedt in het verst denkbare Verweg­gistan. In Nederland zou zo’n reisbureau al lang en breed op een faillissement zijn afgestevend, want verre reizen organiseren de leden van de Nederlandse Traction-dependance heus zelf wel. Zo reizen Hans en Hanneke Rietveld als kwieke zeventigers nog steeds vanuit hun woonplaats Apeldoorn heel Europa af met hun 11BN uit 1955. “De meest ­memorabele reis die we ooit hebben ondernomen, was de Parijs-Moskou-Parijs-rally in 1984”, zegt de 70-jarige eigenaar. “Met een hedendaagse gezinswagen zou dat al een heel avontuur zijn, maar met een auto van destijds dertig jaar oud helemaal. Iedereen verklaarde ons voor gek, maar ik had het voor geen goud willen missen. Op wat kleine ­mankementen na is deze monstertocht van ruim achtduizend kilometer nagenoeg probleemloos verlopen. Wat dat betreft heb ik me al die jaren dat ik nu samen met Hanneke Europa doorkruis nooit echt zorgen hoeven te maken. Dat zegt toch wel iets over de tijdloze betrouwbaarheid van een Traction Avant.”

Diverse leden waren al in Marokko met hun Citroën Traction Avant.

Nog zo’n klassieke globetrotter blijkt Michel Tersluysen uit Slijk-Ewijk. Zijn 11BN uit 1955 ­beschouwt hij nog steeds als een ideale reisauto, waarbij het plezier volgens hem al bij de voordeur begint. “Ik had al een Citroën 2CV, maar de veel ruimere Traction is er puur voor dat doel bijgekomen. Mijn vrouw komt uit Barcelona, dus we gaan met het hele gezin regelmatig die kant op voor ­familiebezoek. Ik heb er wel een vierbak ingezet, waardoor je op de snelweg probleemloos 120 km/h kunt aanhouden zonder dat de motor hoog in de toeren begint te gieren. Vanuit Barcelona is er nu een bootverbinding met Centraal-Marokko, waardoor je zomaar duizend kilometer afsnijdt. Dat hebben we dus ook gedaan. Inmiddels zijn we al een paar keer met onze drie kinderen én met de Traction op vakantie geweest in Marokko. Ik kan je melden: dan maak je pas echt een schitterende tijdreis. Bergwegen in de Hoge Atlas hebben voor ons geen geheimen meer.”

Dakloze Vietnamees

Alleen al vanwege de opvallende bordeauxrode kleurstelling is de 1951 cabrio-uitvoering van de uit Arnhem afkomstige Tom de Haan de meest markante verschijning in de sleutelschuur van de boerderij. Via een kennis werd het zeldzame ­model in Vietnam – onder het Franse bewind nog ‘Indochina’ – getraceerd en vervolgens naar Nederland gehaald. “In 1997 bestond Mitsubishi Motors tachtig jaar en dat werd gevierd met ­tachtig gratis Mitsubishi’s Carisma. Om kans te maken op een van de tachtig prijzen hoefde je ­alleen een publiciteitsposter van het actiemodel uit alle landelijke en regionale kranten van ­woensdag 11 juni 1997 te knippen en voor je raam te hangen. Je kunt je voorstellen dat, wanneer er in Nederland een auto ter waarde van 36.000 ­gulden (ruim €16.000) wordt weggegeven, iedereen wel zo’n postertje voor zijn raam gaat hangen. Een enorm succes dus, want heel Nederland zag rood van de Carisma-posters. Hoewel er aan mijn raam helemaal niets hing, had ik toch het gevoel de hoofdprijs te hebben gewonnen toen het vrachtwagentje met de Vietnamese Traction werd afgeleverd”, lacht Tom breeduit.

Op de vraag of hij met zijn tamelijk zeldzame ­uitvoering vroeg of laat niet in de problemen dreigt te komen – vanwege de verkrijgbaarheid van reserveonderdelen – antwoordt hij overtuigd: “Op de heel lange termijn zal dat misschien een keer gebeuren, maar tegen die tijd biedt 3D-printen al een adequaat alternatief. Voor de komende decennia zit de onderdelenvoorziening in het clubmagazijn nog gebeiteld. Bovendien moet je niet vergeten dat er in Nederland nog steeds ruim duizend Citroëns Traction Avant ­rondrijden. Aan donorauto’s is voorlopig geen ­gebrek en mocht het een keer gaan om een ­pietluttig onderdeel dat niet meteen beschikbaar is, dan kun je natuurlijk altijd nog terecht bij ­buitenlandse clubs.”

Meccano-setje

De club organiseert jaarlijks maar één technische voorlichtingsdag. De sleutelopdracht van vandaag bestaat erin dat de aanwezige clubleden een ­viercilindermotor moeten inbouwen die aan het eind van de middag ook volledig rijklaar moet zijn. Dan blijkt dat de meeste Traction-bezitters beslist nog niet aan hun proefstuk toe zijn wat het ­sleutelwerk betreft. Sterker nog, na verloop van tijd krijg je zelfs de indruk dat ze ook geblinddoekt de klus wel hadden kunnen klaren. Als een ­geoliede machine schroeven ze het Parijse Meccano-setje in elkaar. Het lijkt eerder een ­oefening in het behoud van behendigheid dan dat er nog iets te leren valt.

Ary Langbroek, de ­eigenaar van de hoeve Groot Hazebroek in Terschuur, waar dit jaar de sleutelcursus ­plaatsvindt voor de mensen van de Citroën Traction Avant-club.

“Het technische chef-d’oeuvre van André Lefèbvre, op meesterlijke werkwijze vormgegeven door Flaminio Bertoni, was een toonbeeld van logische eenvoud. Het sleutelwerk ligt in het rechtstreekse verlengde daarvan”, zegt Ary Langbroek, de ­eigenaar van de hoeve Groot Hazebroek in Terschuur, waar dit jaar de sleutelcursus ­plaatsvindt. “Het vooruitstrevende ontwerp ­bewijst zich nog steeds door de rijeigenschappen en de betrouwbaarheid. Als dat niet het geval zou zijn, zouden onze clubleden de Traction zeker niet zo vaak als gewone reisauto gebruiken. Toen de Traction in 1934 werd geïntroduceerd, sloeg het totaal vernieuwende ontwerp in als een bom. Door het technische raffinement was het een ­gigantische sprong vooruit voor de ­autowereld van destijds.”

De 23-jarige Lars de Bruin (r.) uit Druten kiest naar eigen zeggen bewust voor de clubmeetings van Traction Avant Nederland. “Ik heb twee jaar autotechniek ­gestudeerd, maar uiteindelijk vind ik het sleutelen aan ‘analoge’ auto’s uit vervlogen ­tijden vele malen leuker.

Hazebroek wijst op de zelfdragende ­carrosserie, de ­hydraulische remmen, de ­onafhankelijke ­wielophanging met torsiestangen en voorwielaandrijving. “Noem maar op. En dan was er daarbij nog die waanzinnige Turijnse vormgeving van Bertoni. Door die combinatie van technisch ­vernuft kon er een auto worden ­gecreëerd met een laag zwaartepunt, veel binnenruimte en een goed weggedrag. Natuurlijk waren er in het begin ook wat kinderziektes, maar dat overkomt de ­hedendaagse auto’s net zo goed. De Traction Avant bleef tot 1957 een vaste waarde in de ­verkoopstatistieken en toen waren er ongeveer 750.000 van geproduceerd.”

Vermaledijde bak probleempunt Traction Avant

Vervolgens de rondvraag: wat zijn dan precies de grootste technische probleempunten zijn bij de Traction Avant? Dat levert aanvankelijk wat ­bedremmelde opmerkingen op: benzinepomp, remmen, schakelstangen … Dan klinkt echter de verzuchting die de hele groep eensgezind deelt: die vermaledijde versnellingsbak blijft toch het eeuwige hoofdbreken.

“De oorspronkelijke bedoeling was om de Traction Avant te voorzien van een automatische transmissie”, vertelt technisch coördinator Ary Langbroek. “Met die bak waren ook al problemen. De automaat had de bijnaam Friteuse, omdat hij de olie steeds aan de kook bracht. Tijdens een praktijktest vanaf de fabriek naar de rand van Parijs strandden alle drie de auto’s. De ingenieurs van Citroën besloten tot een noodgreep en er werd in een tijd van ongeveer drie weken een handgeschakelde drieversnellingsbak in elkaar geflanst, maar die moest wel in het huis van de automaat passen, zodat André Citroën het niet zou merken. Deze versnellingsbak zou tot het einde van de productie een van de zwakste schakels van de Traction Avant blijven.” 

Dit verhaal is eerder gepubliceerd in AutoWeek Classics 12-2023

Lezersreacties (17)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.