Deze auto's vieren een jubileum in 2023 (deel 1)

Jarige iconen

Peugeot 205

Nu langzamerhand elk zichzelf respecterend automerk SUV’s en EV’s (of een combinatie daarvan) in zijn portfolio heeft, lijkt er nauwelijks meer ruimte te zijn voor sedans, coupés of cabriolets, al dan niet voorzien van uit de kluiten gewassen motorblokken. Hoe het ooit was, laat dit lijstje wel zien: roemruchte modellen in allerlei vormen en maten, met als overeenkomst dat ze in 2023 een jubileum te vieren hebben. In dit eerste deel de jubilarissen tot en met 45 jaar oud.

Ford Focus - 25 jaar

Ford Focus

Pech voor Ford: het kondigde rond 1990 met veel tamtam de nieuwe Escort aan, maar diens uiterlijke en innerlijke wijzigingen waren te miniem om pers en publiek te enthousiasmeren. Toen kort daarna Volkswagen met de Golf III kwam en Opel de Astra F voorstelde, werd de nog jonge Escort massaal over het hoofd gezien. Enkele facelifts boden weinig soelaas (al was de Escort vanaf 1995 sterk verbeterd), zodat Ford niet anders kon dan met een leeg vel papier aan zijn opvolger beginnen. Toen dat papier was volgetekend en dat werd vertaald naar een vierwieler stond daar de Focus: een nieuwe naam, een totaal nieuw gezicht – vergeet ook het apart vormgegeven dashboard niet – en bijzonder fijne rijeigenschappen. Sommigen gaan zo ver om de Focus I uit te roepen tot beste auto aller tijden bij de introductie, maar zeker is in elk geval dat Ford met de Focus een prachtig totaalpakket bood. Overal op de aardbol waar Ford actief was, werd de Focus aangeboden. Dat resulteerde erin dat de Focus in 2001 en 2002 de meest verkochte auto ter wereld was. Gek was dat niet: moderne New Edge-stijl, een keur aan krachtbronnen, uitrustingsniveaus en carrosserievarianten en een prettig prijskaartje zorgden ervoor dat vele brave huisvaders zich dankzij de uitstekende wegligging coureur konden voelen. Was er dan niets op de Focus aan te merken? In het begin kennelijk niet, later wel, want deze eerste generatie bleek opvallend roestgevoelig. En zoals dat gaat met bijzondere ontwerpen: opvolger Focus II (vanaf 2004) werd veel conventioneler getekend. Waarom toch?

Peugeot 206 - 25 jaar

Peugeot 206

Met 5,3 miljoen gebouwde exemplaren zorgde de 205 voor de redding van het Peugeot-concern, zodat in thuisland Frankrijk ‘205’ het ‘Sacré numéro’ (heilig nummer) is (zie verderop bij Peugeot 205). Opvolger 206 deed het nog veel beter. In Europa is de productie daarvan al geruime tijd gestaakt, maar elders in de wereld (Argentinië, Azerbeidzjan, Brazilië, Chili, China, Iran, Maleisië en Syrië) draaiden en draaien de lopende banden stug door. Volgens schattingen is de grens van 12 miljoen 206’s plus aanverwante modellen inmiddels gepasseerd, waarmee de 206 de succesvolste Franse auto ooit is. Net als zijn voorganger was de 206 met een scala aan motoren en uitrustingsvarianten verkrijgbaar. Ook de stationwagon, de 206 SW, ging deel uitmaken van de familie, plus wederom een cabriolet. En niet zomaar eentje, want Peugeot bood met de topless 206 hetzelfde als Mercedes-Benz even ervoor met de SLK: een elektrisch bediend klapdak. Peugeot had daarmee ervaring: al in de jaren 30 van de vorige eeuw bestonden zogeheten Eclipse-uitvoeringen van bijvoorbeeld de 401, de 402 en de 601, waarbij de hardtop elektrisch in de kofferruimte verdween. Deze hernieuwde vinding noemde Peugeot CC: Coupé-Cabriolet. De CC werd vanaf juli 2000 enkel in Mulhouse gebouwd nadat het studiemodel ‘twee-nul-hartje’ tijdens de Autosalon van Genève in 1998 inderdaad vele hartjes sneller deed kloppen. Van de open 206 werden ruim 370.000 exemplaren verkocht, voornamelijk aan vrijgezellen en kleine gezinnen, want de ruimte op de achterbank was ronduit bescheiden.

Fiat Tipo - 35 jaar

Fiat Tipo

Nu is het nauwelijks meer voor te stellen, maar enkele decennia terug was Fiat Europa’s grootste autobouwer. Ruime binnenmaten bij compacte buitenmaten, aansprekende rijeigenschappen en een aantrekkelijk prijskaartje waren speerpunten waarvoor de consument viel. Roestvorming en een matige betrouwbaarheid waren dat niet, zodat velen langzaam maar zeker elders gingen winkelen, bijvoorbeeld bij de oprukkende Japanse merken. Om van dit mindere imago af te komen, lanceerde Fiat in 1988 de Tipo als opvolger van de Ritmo. Wat goed was, mocht blijven, zoals de dankzij de hoekige koets royale binnenruimte. Wat beter moest, werd aangepakt. Zo bestreden de Italianen het roestspook door de carrosserie voor een groot deel te verzinken. In ons land werd daaraan aandacht besteed in advertenties waarin de Tipo met een hoogspanningsmast werd vergeleken! In oktober 1988 trapte de vijfdeurs Tipo af, later gevolgd door de driedeurs. De sedan ging Tempra heten, de stationwagon eveneens. Een en ander was voldoende om tot Auto van het Jaar 1989 te worden gekroond, maar een instant succes is de Tipo toch niet geworden. De buitenlandse concurrentie was niet mals (we noemen de Volkswagen Golf en bijvoorbeeld tijdgenoot Renault 19, waarvan er miljoenen meer werden verkocht) en het uiterlijk wellicht te modern. Wat de betrouwbaarheid betreft: die was weliswaar beter dan die van oudere Fiat-modellen, maar het digitale dashboard van de topversies wilde nog wel eens zijn eigen gang gaan. De Bravo, Brava en Marea namen het stokje over, maar ook die C-segmenters konden de glorieuze Fiat-tijden van weleer niet meer terughalen.

Peugeot 205 - 40 jaar

Peugeot 205

Achteraf kunnen we concluderen dat – gerelateerd naar de tijd – de Peugeot 205 misschien wel de beste compacte auto aller tijden is. Sowieso is dit ‘sterke nummer’ de redding van Peugeot geweest, want ten tijde van diens ontwikkeling stonden de zaken bij PSA er niet florissant voor, mede veroorzaakt door de overname van Simca/Talbot (zie verderop bij Chrysler-Simca/Talbot Horizon). Bovendien mocht in het actuele, ietwat stoffige modellenaanbod van 104, 305, 504/505 en 604 best een frisse wind gaan waaien. De 205 nam een lange aanloop, want eind 1977 was huisdesigner Gérard Welter (sinds 1960 in dienst, met als eerste wapenfeit de achterlichten van de 404) er onder de codenaam M24 al mee bezig. Er mocht namelijk niets misgaan, want dit zou zomaar het einde van Peugeot kunnen betekenen. Toch verliep het begin stroef. De 205 werd géén Auto van het Jaar 1984, want die eer was nota bene aan concurrent Fiat Uno voorbehouden. Ook in ons land verliepen de verkopen aanvankelijk moeizaam. De eveneens verse Opel Corsa deed het beter. Pas met het actiemodel Accent – een iets aangeklede basismodel, maar met de uiterlijke kenmerken van de GTI, zoals met rode biezen ingelegde bumpers – ging het crescendo. Ook buiten de gebaande wegen ging het steeds beter: eerst de successen in Groep B (205 Turbo 16), later in Parijs-Dakar. De 205 bleef maar gaan, rolde 5,3 miljoen maal van de banden in Frankrijk, Spanje, Iran, Chili en Uruguay en werd zo de redder van Peugeot. Niet voor niets is de bijnaam van de 205 in Frankrijk ‘Sacré numéro, oftewel het heilige nummer.

Volkswagen Golf II - 40 jaar

Volkswagen Golf

Met zijn opvallende achterkant met varkenssnuitachtige achterlichten was de Volkswagen Golf II niet mooier dan de door Giugiaro ontworpen oer-Golf, maar hij was kwalitatief wel een heel stuk beter (roestbescherming!) én degelijker. Hij werd gebouwd tussen 1983 en 1992 en je komt ze nog regelmatig tegen als dagelijks vervoermiddel. Met meer dan 6,3 miljoen exemplaren was het – op de Golf I na – ook de meest succesvolle Golf ooit. Het bewezen concept van generatie I – dwarsgeplaatste watergekoelde motor voorin, voorwielaandrijving, sportieve én dieselversies – werd voortgezet en uitgebreid. In de Golf II maakte meerklepstechniek zijn debuut (GTI-16V), evenals een turbodiesel, al dan niet voorzien van een intercooler. De katalysator (voor benzine én diesel) deed eveneens zijn intrede, net als de – gevoelige – G-lader voor het sportieve topmodel G60. Met de Country kwam een overigens geflopte cross-over avant la lettre in de prijslijsten. Voor wie niet met zo’n hoog voertuig van de gebaande paden af wilde, was er nog de gewone vierwielaangedreven Syncro. Sedanversie Jetta was eveneens van de partij, de cabriolet niet. Daarvoor werd nog altijd de carrosserie van de Golf I gebruikt. Na de oerdegelijke Golf II kwam in 1991 de Golf III, die vanwege bezuinigingen al snel een mindere reputatie verwierf. Hij was ook veel minder populair, ondanks de aanwezigheid van een stationwagon (Golf Variant), want die moesten Golf I en II altijd ontberen. Misschien heeft juist door de mindere Golf III zijn voorganger wel een bijna mythische status gekregen. Een echte doordouwer.

Mazda RX-7 - 45 jaar

Mazda RX-7

Omdat landgenoten als Datsun/Nissan en Toyota met hun sportwagens – respectievelijk de Z/ZX-serie en de Celica/Supra – behoorlijk scoorden, zeker in Noord-Amerika, kon Mazda niet achterblijven. Daarom brachten de Japanners in 1978 de RX-7 uit, met als unique selling point een rotatiemotor in het vooronder. Al in 1961 kreeg Mazda van NSU een licentie om wankelmotoren te ontwikkelen, al waren er wel beperkingen, om zo NSU een voorsprong te garanderen. Waar NSU faalde en Citroën en Mercedes-Benz met de ontwikkeling van de rotatiemotor stopten, ging Mazda stug door en bracht het merk modellen als de 110 Cosmo en de RX-2 en RX-3 uit. De keuze voor een rotatiehart in de nieuwe sportwagen was geen verkeerde: een laag gewicht, een laag zwaartepunt en hoge toerentallen zijn duidelijke pluspunten, terwijl de minpunten brandstof- en olieverbruik en betrouwbaarheid in die zin minder een rol spelen dat wie een sportwagen kan betalen minder op de centen let. De RX-7 was dan ook een volwaardige concurrent voor bovengenoemde landgenoten én sportievelingen van elders op de wereld. In 1986 kwam generatie twee, hier vooral bekritiseerd vanwege de gelijkenis met de Porsche 944, met in de prijslijsten ook een turbo-versie van 185 pk. De derde generatie (1992-2002) werd slechts enkele jaren in ons land geleverd, maar opvolger RX-8 was wel weer van de partij. Tegenwoordig experimenteert Mazda met de rotatiemotor als range extender in onder meer de MX-30, want met alleen al ruim 811.000 RX-7’s heeft deze bijzondere krachtbron zich beslist bewezen.

Chrysler-Simca/Talbot Horizon - 45 jaar

Talbot Horizon

Als er een verkiezing zou zijn van de auto die de meeste merk- en modelnamen op front en kont heeft gehad, dan zou de Simca Horizon hoge ogen gooien. Deze Auto van het Jaar 1979 kwam een jaar eerder op de markt als Chrysler-Simca, als opvolger van de succesvolle Simca 1100. De Amerikanen hadden het noodlijdende Franse merk inmiddels overgenomen, zodat de nieuweling een dubbele merknaam kreeg. Omdat PSA kort erop de boel weer van Chrysler overnam en de oude naam Talbot afstofte, veranderde de pentastar op de grille al snel in een gestileerde letter ‘T’. In Groot-Brittannië, waar Chrysler in 1967 Rootes Motors had overgenomen en waar de nieuweling de Hillman Avenger moest opvolgen, ging de auto enkel als Chrysler Horizon door het leven. Wie Chrysler zegt, zegt echter ook Dodge en Plymouth. In de VS werd de Horizon daarom eveneens verkocht als Plymouth Horizon en Dodge Omni. Die laatste was er zelfs in sportuitvoering, door Caroll Shelby himself gemodificeerd. Daar waar Europeanen het moesten doen met bescheiden Poissy-blokjes van 1,1 tot 1,6 liter propte hij doodleuk een opgepepte 2.2 in het vooronder en noemde die variant GLH, oftewel Goes Like Hell! Voor wie dat nog niet genoeg was, werd in 1986 de Shelby Omni GLH-S uitgebracht. Geen Dodge meer, maar met Shelby alwéér een nieuwe merknaam. Het ‘more’ uit ‘Goes Like Hell-S’more’ sloeg op de turbocompressor. Deze slechts 500 maal gebouwde krachtpatser leverde maar liefst 175 pk. Wij deden het inmiddels met de tot Peugeot 309 opgedroogde Talbot Arizona, waarvan later een eveneens vermakelijke GTI16 verscheen.

Dit artikel is eerder verschenen in de AutoWeek Jaarspecial 2023.

Lezersreacties (31)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.