De Vluchtstrook: de begraven Plymouth Belvedere

Tijdcapsule

Plymouth Belvedere

De Plymouth Belvedere zal bij velen ongetwijfeld spannende associaties oproepen, want dit was natuurlijk de auto die als 'Christine' schitterde in de gelijknamige film uit 1983. Toch is dat niet het enige waar deze Plymouth beroemd om werd. Op iets lokaler niveau stond de Belvedere bekend als de 'tijdscapsule-auto'. In 1957 werd namelijk een gloednieuw exemplaar begraven en vijftig jaar later weer opgegraven.

De derde generatie van de Plymouth Belvedere was, toen deze in 1957 werd onthuld, een behoorlijk futuristisch vormgegeven auto. De grote grille, brede en behoorlijk platte neus, vinnen achterop en de gestrekte daklijn en panoramische voorruit deden recht aan de bijbehorende reclameleus 'Nu is het plots 1960!'. Een opvallende auto, die zich volgens Stephen King perfect leende voor een hoofdrol in zijn boek over een moordlustige auto. Voor de inwoners van Tulsa, in de staat Oklahoma, was de Belvedere een perfecte auto voor een ludieke en opvallende actie om hun stad in de publiciteit te brengen. Een gloednieuwe Belvedere zou als tijdcapsule worden begraven tijdens het verjaardagsfeest van de stad in juni 1957. "Deze auto is een perfect toonbeeld van auto's van deze eeuw, en deze stijl moet over vijftig jaar nog aanspreken", sprak de initiatiefnemer over de Belvedere.

Begraven

Plymouth Belvedere

Splinternieuw, klaar om begraven te worden

Het idee was helder: de tweedeurs Belvedere, met net geen 10 kilometer op de klok, moest goed ingepakt worden begraven. De auto zou vijftig jaar later immers weer worden opgegraven en het was de bedoeling dat het zou lijken alsof de tijd had stilgestaan. Om dat voor elkaar te krijgen, werd de auto ingespoten met de corrosieremmer Cosmoline, ingepakt in plastic en begraven in een betonnen 'graf', vlak voor het gerechtsgebouw van Tulsa. Met een stalen plaat werd het graf afgedicht en hierna werd er een dikke laag zand overheen geschept.

De Belvedere begon aan de lange rust van vijftig jaar, met aan boord diverse objecten. Zo waren er een krat bier, olie, enkele liters benzine, een pakje sigaretten, vrouwenhandschoenen, lippenstift en 2,73 dollar mee begraven in de auto. Ook werd inwoners van Tulsa gevraagd om het inwoneraantal van Tulsa in 2007 te raden. De schattingen werden opgeschreven en in een glazen pot in de Belvedere gelegd. Degene die er in 2007 het dichtst bij zou zitten, won de auto.

Plymouth Belvedere

Opgegraven

Voor het opgraven van de Belvedere op 15 juni 2007 waren er al zorgen over de staat van de auto. Er werd verwacht dat er, ondanks de voorzorgsmaatregelen, waarschijnlijk toch lekken in de betonnen tombe waren ontstaan. Dat kon uiteraard over zo'n lange periode grote gevolgen hebben voor de auto. Toen de stalen plaat er uiteindelijk werkelijk werd afgehaald, werden de zorgen vrijwel direct bevestigd. De Belvedere kwam tevoorschijn in de deels met water gevulde ruimte en met duidelijk een erg smerige en roestkleurige plastic omhulling eromheen. De vrees was dat het tijdcapsule-aspect niet helemaal tot zijn recht was gekomen en dat bleek inderdaad het geval toen de auto voorzichtig werd opgetakeld.

Plymouth Belvedere

Plymouth Belvedere

De Belvedere wordt opgegraven. (Foto's: Jason Veale)

De auto zat vanbinnen en vanbuiten volledig onder de roestaanslag en modder. De sleutel zat vastgeroest in het contact, de motor was compleet vastgeroest en kon geen slag meer maken en de objecten in de auto waren in sommige gevallen nauwelijks nog terug te vinden. Zo was bijvoorbeeld het kratje bier veranderd in een verzameling lege blikken: het bier was uit de doorgerotte blikken weggesijpeld. Het was dus een leuk idee, maar geen doorslaand succes. Toch bleek er wat hoop te zijn dat de auto nog een stuk op kon knappen met de juiste roestbehandeling en schoonmaaktechnieken. Een stuk bijna perfect chroom onder de dikke laag blubber en roest-aantrekkende Cosmoline zorgde voor een stipje licht aan het einde van de tunnel.

Plymouth Belvedere

Niet bepaald de showroom-conditie die men voor ogen had. (Foto: Jason Veale)

Opgeknapt

De auto werd gewonnen door de ongetwijfeld dolblije Catherine Johnson. Zij was de zus van de tussentijds overleden Ray Humbertson, wiens voorspelling van het aantal inwoners van Tulsa in 2007 het meest nauwkeurig bleek. De neef van Johnson nam de auto voor haar in ontvangst en besloot hem naar een bedrijf (Ultra One) te brengen dat de roest en vuiligheid kon verwijderen. Bij dat bedrijf bleef de auto vervolgens jaren staan. De economische crisis legde het werk aan de auto een tijd stil, maar bedrijfseigenaar Dwight Foster pakte het uiteindelijk toch weer op. Met resultaat, want de auto staat er qua exterieur tegenwoordig stukken beter bij dan toen 'Miss Belvedere' in 2007 tevoorschijn kwam.

Plymouth Belvedere

Zo ziet Miss Belvedere er tegenwoordig uit. (Foto: Dwight Foster)

Ideeën om de auto ook weer rijdbaar te maken, bleken volgens Foster niet realistisch. De basis was dermate verzwakt en zelfs het plaatwerk was volgens hem 'als papier-maché'. Foster gooide er in de loop der jaren maar liefst 10.000 dollar tegenaan om, zo voorzichtig mogelijk, toch wat eer te behalen aan het uiterlijk van de Belvedere. De littekens van de tijd onder de grond zijn desondanks nog altijd duidelijk zichtbaar. De neef van de eigenaresse heeft de opgeknapte auto naar verluidt inmiddels gedoneerd aan een museum in Roscoe, Illinois.

Video
Video

Lezersreacties (20)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.