De Vluchtstrook: Asymetrische Renaults

Onopvallend ongelijk

Renault wielbasis 4 6 16
Renault wielbasis 4 6 16Renault wielbasis 4 6 16Renault wielbasis 4 6 16Renault wielbasis 4 6 16Renault wielbasis 4 6 16Renault wielbasis 4 6 16Renault wielbasis 4 6 16Renault wielbasis 4 6 16Renault wielbasis 4 6 16

Op het typeplaatje, de tankdop en de plek van het stuurwiel na zijn de meeste auto’s keurig symmetrisch. Hier en daar is een doelbewuste uitzondering gemaakt. Bij het Renault van de jaren 60 en 70 hoefde de wielbasis aan de linkerkant van de auto bijvoorbeeld helemaal niet gelijk te zijn aan die aan de rechterkant.

Natuurlijk, als het om asymetrische auto’s gaat zijn er veel sprekender voorbeelden te bedenken. De Nissan Cube komt meteen in ons op, net als de al even eigenwijze Hyundai Veloster. Beide auto’s waren er bovendien in twee versies, waarbij de rechtsgestuurde varianten compleet gespiegeld waren ten opzichte van de linksgestuurde exemplaren.

Zo drastisch ging men bij Renault niet te werk, maar toch was een aantal modellen links en rechts verschillend. Dat begon én eindigde met de legendarische Renault 4, maar betreft ook de grotere Renaults 6 en 16. Wie enigszins thuis is in deze modellen weet natuurlijk allang wat we bedoelen: de wielbasis van deze auto’s is links en rechts niet gelijk.

De drie genoemde hatchbacks zijn uitgerust met een in lengerichting achter de vooras geplaatste motor en voorwielaandrijving. Een andere overeenkomst is onafhankelijke wielophanging door torsie-assen en dat brengt ons bij de reden van de ongelijke wielbases. Waar de voorwielen keurig naast elkaar staan, zijn het in alle drie de gevallen de achterwielen die niet netjes in het gelid staan. De dwarsliggende torsiestaven werden hier voor elkaar geplaatst, zodat het simpelweg onmogelijk was om de wielen precies tegen over elkaar te positioneren.

Zeven centimeter

Om hoeveel centimeter het precies ging, verschilde per model. Bij de Renault 4 stonden de wielen aan de rechterzijde 4,5 cm verder uit elkaar dan aan de linkerkant, bij de grotere ‘6’ bedroeg het verschil 50 mm. De Renault 16 maakte het nog bonter, met 70 mm verschil tussen links en rechts. Bovendien is de rolverdeling hier precies omgekeerd: waar bij de 4 en 6 de linkerwielen het dichtst bij elkaar staan, zijn het bij de 16 juist de rechterwielen die elkaar het aardigst lijken te vinden.

Het klinkt allemaal wat lullig, maar in de praktijk bood deze constructie naar verluidt geen serieuze nadelen voor het rijgedrag. Wat heet: dankzij extreem lange veerwegen en juist deze onafhankelijke wielophanging staan alle drie de modellen bekend om hun hoge mate van comfort.

Optisch valt het mee

Ook optisch valt de schade mee, al maakt Renault zich er niet vanaf door simpelweg het wiel wat verder naar voren of achteren in de wielkast te zetten. De uitsnede in de carrosserie is dus daadwerkelijk links en rechts anders. Bij driedeursmodellen zou dat verschil met het blote oog vermoedelijk zelfs nagenoeg onzichtbaar zijn, want de uitsnede van het achterportier dient bij alle drie als belangrijk uitgangspunt. Daardoor is in alle gevallen zichtbaar dat de afstand tussen die uitsnede en de wielkast aan één kant groter is dan aan de andere.

De 6 maakt het nog makkelijker, door een opvallende vouw die dit verschil hier nog eens accentueert. Renault lijkt vooral onder de indruk van de ‘korte’ kant, want foto’s van de rechterzijde zijn nauwelijks te vinden. Daarom maken we een subtiele buiging naar Wikimedia Commons-gebruiker Oxyman, voor de plaat van de oranje Renault 6.

Lezersreacties (50)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.