De auto's van prins Albert II

Een blonde jongen kruipt onder de afzetting door en trekt aan de deurgreep van een Porsche 911 Carrera RS 2.7. De deur zit op slot. Hij loopt door en neemt plaats in een auto uit de jaren 20, trekt zich aan het stuur omhoog. Een net zo blond meisje volgt hem op de voet. Even later rennen de kinderen door het automuseum van Monaco, langs de ‘Top Cars Collection’. En museumdirecteur Philippe Renzini? Die blijft verbazingwekkend rustig, hij glimlacht en laat het tweetal z’n gang gaan. Er is niets aan de hand, de beide bezoekertjes mogen hier spelen. De 120 museumstukken zijn eigendom van hun vader: vorst Albert II van Monaco (60). Die heeft ons uitgenodigd voor een exclusief bezoek achter de schermen en zijn twee kinderen lopen toevallig voorbij.

De ruimte is gevuld met Formule 1-racers, Italiaanse coupés, rallyauto’s, compacte auto’s, staatslimousines en alledaagse sedans. Er staan zelfs een paar koetsen tussen. Al met al is het een bonte verzameling voor kenners. Een paar minuten later komen prinses Gabriella (3) en troonopvolger Jacques (3) aan bij een Londense taxi. De grootmoeder van de tweeling, actrice Grace Kelly en de latere vorstin Gracia Patricia (1929-1982), zag de Austin in de jaren 50 staan bij filmopnames in Groot-Brittannië. Vanwege zijn enorme ruimteaanbod was het volgens haar de ideale gezinsauto. Een chauffeur reed haar en de kinderen er regelmatig mee door het vorstendom. Albert herinnert zich na al die jaren nog steeds een detail: de bergruimte voor de bagage. “Die was aan de buitenzijde aangebracht. Ik droomde er als kind altijd van om daar tijdens het rijden op te gaan zitten”, zegt de prins.

Het staatshoofd ontvangt ons deze middag in zijn paleisgarage. Vanochtend heeft hij nog de president van Kaapverdië gesproken, daarna trekt hij meer dan een uur uit om ons rond te leiden. Voor de foto’s heeft het opperhoofd van de Grimaldi-familie een Renault Floride en een Fiat 600 Jolly laten klaarzetten. Beide klassiekers stammen uit 1959 en staan te glimmen voor de voormalige paardenstallen. De namen van de paarden staan nog op de met hout beklede boxen. “Als ik de Jolly zie staan, denk ik automatisch aan de zomer”, zegt prins Albert, terwijl het buiten plenst. Met name de oude Renault activeert herinneringen bij het staatshoofd. “Met de Floride reed ik in 1975 met mijn zus Caroline naar huis nadat we naar een verjaardag waren geweest. Omdat ze al een rijbewijs had reed zij, ik zat op de bijrijdersstoel. We kregen pech en konden het zelf niet verhelpen. Uiteindelijk moesten we worden opgehaald door paleismedewerkers.”

Alberts moeder, vorstin Gracia Patricia, had de auto cadeau gekregen van Renault, actrice Brigitte Bardot kreeg er ook eentje. De gift was eigenlijk een slimme reclamestunt: de fabrikant wilden zich graag associëren met de beide Hollywood-sterren. Albert reed in zijn begindagen als automobilist met een veel eenvoudiger vervoermiddel, een Volkswagen Golf LS automatic. “Dat was mijn eerste auto. Twee of drie jaar later ben ik overgestapt naar een GTI, dat was echt een feest om mee te rijden.” Daarna kreeg de toenmalige troonopvolger een Corvette, zodat hij die ‘kon uitproberen’, zoals hij zelf zegt. Later deed hij zichzelf een Porsche 928 cadeau. “De Porsche was één van de beste auto’s die ik ooit heb gehad. Indertijd was iedereen gefocust op de 911. In de 928 voelde ik me echter altijd veilig, omdat het een grote auto is en hij goed rijdt. Alleen merk je in die auto niet hoe hard je gaat.”

TE DUUR

Tegenwoordig rijdt de vorst vaak in modellen van Lexus en Tesla, vooral omdat de zorg voor het milieu voor hem belangrijk is. “We zullen ooit met weemoed terugdenken aan de dagen waarin we in fantastische auto’s mochten rijden. Maar ik ben bang dat al die karaktervolle motoren en traditionele aandrijflijnen binnenkort tot het verleden zullen behoren. We zullen ze dan in musea bewonderen en ze er af en toe uithalen om er een stukje mee te rijden. Aangezien de wereldbevolking in rap tempo toeneemt, moeten auto’s een milieuvriendelijke aandrijflijn hebben. Het is de enige manier waarop we de luchtkwaliteit snel kunnen verbeteren. Het is niet de vraag of we dat gaan doen, maar wanneer”, aldus het staatshoofd. “Volgens veel mensen is dat een moderne manier van denken.

Toch hadden de eerste auto’s al elektromotoren. We halen alleen maar een goed idee uit het verleden van stal.” Zelfs de trouwauto van Albert en zijn bruid Charlene Wittstock uit 2011 kan elektrisch rijden. De tot landaulet omgebouwde Lexus LS 600h kan tegenwoordig in het automuseum worden bewonderd. De auto werd indertijd bestuurd door garagechef Claude Mas.

De 51-jarige Mas toont ons de ruimtes waarin hij en zijn medewerkers het vorstelijke wagenpark onderhouden. Verdeeld over twee etages vinden we een spuiterij, een hefbrug, bureaus, parkeerplekken en een werkplaats. Ook een draaibank is voorhanden. “We kunnen hier zelfs onderdelen voor oude auto’s repareren die niet meer leverbaar zijn”, zegt de ‘Chef des Garages’, die indertijd ook prins Rainier III (1923- 2005) rondreed. Alberts vader was een gepassioneerd autoverzamelaar. Enkele van de auto’s uit de door hem samengestelde collectie waren als staatslimousines bij verschillende officiële gelegenheden in gebruik, zoals de Chrysler Imperial uit 1956, die Rainier eigenlijk voor zijn vrouw Gracia Patricia had gekocht zodat de Hollywood-ster in het verre Monaco geen heimwee zou krijgen. Rainier kon dankzij zijn rijkdom elke autodroom in vervulling laten gaan.

TE DUUR

Zijn er anno 2018 nog wensen? Ja, museumdirecteur Philippe Renzini zou graag nog de Rolls-Royce Silver Cloud III, waarin Rainier en Gracia in 1956 zijn getrouwd, aan de collectie toevoegen. “Deze auto moet er nog zijn, dat weet ik zeker”, aldus Renzini. En waarvan droomt prins Albert zelf? “Ik heb me ooit op de orderlijst voor de eerste McLaren laten zetten. Maar die vond ik uiteindelijk toch te duur.” De Lexus-rijder snapt niets van mensen die een auto enkel en alleen kopen om de aandacht te trekken. “Daar begrijp ik niets van. Ik ben lichtjaren van zulk gedrag verwijderd. Het zou mooi zijn als deze mensen anders zouden denken”, zegt hij.

Het staatshoofd houdt zich liever bezig met toekomstvraagstukken. Zo heeft hij bijvoorbeeld een duidelijke mening over autonoom rijden. “Deze techniek maakt het verkeer vooral in steden beter te reguleren en ook veiliger. Toch kan ik mij niet voorstellen dat het plezier van het zelf rijden helemaal gaat verdwijnen. Wie zelf wil rijden, zou dat ook in de toekomst moeten kunnen doen. Als je het rijplezier wegneemt, wordt het autorijden er niet leuker op.”

BENZINE IN HET BLOED

De liefde voor motoren zit bij de Grimaldi’s al generaties in het bloed. Vorst Albert I (1848-1922) reed tussen 1902 en 1904 al meerdere malen van Monaco naar de koninklijke residentie Marchais in Aisne (Noord-Frankrijk). Niet met een auto, maar met een vroege motorfiets, een Humber 350. De route voerde circa 1.000 kilometer over gravelwegen en landweggetjes. Hoefijzernagels vormden daarbij de grootste bedreiging voor de banden. De overgrootvader van de huidige vorst Albert II had dan ook tien dagen nodig voor elke rit. De Grimaldi’s hebben duidelijk benzine in het bloed – al generaties lang. Wie daaraan twijfelt, moet eens een bezoek brengen aan het automuseum van Monaco, waar je met een beetje geluk troonopvolger Jacques en prinses Gabriella tegen het lijf loopt. De beide vorstenkinderen zijn het beste bewijs voor het feit dat de motoren in het vorstendom nooit uit beeld zullen verdwijnen.