De Audi TT was het mooiste hoogtepunt van autojaar 1998

Nieuw tijdperk

Audi TT

Daar is dan de Audi TT. Je vroeg je misschien al af waar hij bleef bij het terugblikken op autojaar 1998, want het fraaie coupeetje was misschien wel het hoogtepunt van dat jaar. In deze aflevering staan we stil bij de eerste TT. Audi zelf trok onlangs de stekker uit de laatste TT, wij zetten de eerste nog een keer in de schijnwerpers.

Hoe zag het aanlooptraject eruit?

In de jaren 90 kenden we Audi nog vooral als een door en door Duitse autofabrikant, die meer met zijn techniek dan met het design moest overtuigen. De 80 en de Coupé waren in hun tijd weliswaar opvallende verschijningen, maar ook weer niet écht extravagant. De toch wat nuchtere ondertoon van Audi zou in 1995 echter resoluut verstommen toen het doek werd getrokken van de TT Concept, een compacte coupé met Bauhaus-achtige ontwerpinvloeden en proporties. Een ontwerp dat duidelijk niet op papier was gezet in Duitsland, want dat gebeurde in het zonnige Californië. Het zal je niet verrassen dat de Volkswagen New Beetle in dezelfde studio het levenslicht zag. Er zat in de TT Concept meer sjeu dan in alle Audi’s van dat moment bij elkaar. De Duitser Peter Schreyer krijgt meestal de credits voor het ontwerp, maar hij werkte eraan samen met de Amerikanen Freeman Thomas en J. Mays, die de basis zou hebben gelegd met de eerste schetsen. Niet een geheel Duits feestje dus.

Het interieur is grotendeels het werk van de Roemeen Romulus Rost. Dat interieur had op de beursvloer eigenlijk nog beter zichtbaar moeten zijn, want aanvankelijk was de TT direct als een open studiemodel bedoeld. Ferdinand Piëch, de toenmalige topman van de Volkswagen Group, had naar verluidt lucht gekregen van andere open conceptauto’s die in 1995 in Frankfurt zouden staan en wilde daarom dat de TT een dichte auto werd. Daarom kreeg de eerste TT Concept een vast dak, dat overigens nog wel enigszins op een hardtop leek. Later dat jaar verscheen in de vorm van de TTS Concept alsnog een open versie. De naam TT verwijst naar de Tourist Trophy-races (TT) op het eiland Man, waarin Audi-voorloper NSU hoge ogen had gegooid. Daarmee was ook meteen duidelijk dat Audi sportieve aspiraties koppelde aan de TT. In 1998 verscheen de productieversie. Die leek in beginsel – zowel vanbinnen als vanbuiten – nog sterk op de conceptversie, met de verder naar achteren doorlopende raamlijn als grootste verschil.

De Audi TT Concept.

De Audi TT Roadster Concept.

Hoe revolutionair was hij eigenlijk?

De TT was niet alleen opmerkelijk vormgegeven voor een Audi, het was ook an sich een heel bijzondere verschijning. De combinatie van enerzijds scherpe lijnen en anderzijds zeer ronde vormen waren een voorbode van een nieuw ontwerptijdperk voor Audi, maar ook voor andere merken binnen het concern. Dat niet alleen; het was een van de eerste auto’s waarin deze destijds ongebruikelijke combinatie tot uiting kwam. De in hetzelfde jaar verschenen Ford Focus was er een ander voorbeeld van. Allebei braken ze duidelijk met de heersende ontwerpfilosofieën in de jaren 90 en luidden ze een nieuw tijdperk in. Op technisch vlak was de TT juist niet echt revolutionair. Het was dan ook vooral het ontwerp dat hem een prominent plaatsje in de autogeschiedenis opleverde.

Hoe werd de TT onthaald?

De TT Concept werd bij zijn presentatie in 1995 vooral met bewondering ontvangen en ook de productie-TT kreeg drie jaar later de handen op elkaar. Dat was vooral omdat het een gedurfd ontwerp was, want het was ook zeer smaakgevoelig. Er waren mensen die er knetterverliefd op werden en anderen die de TT verafschuwden. Een middenweg leek er niet te zijn; het was nu eenmaal een auto die veel gevoelens opwekte.

Dat gold zowel voor de buitenkant als binnenkant, want de één liep weg met de vele (veelal zilverkleurige) ontwerpdetails die in de cockpit waren verstopt, de ander vond de TT daardoor juist kitscherig. Waar iedereen die de TT reed bij de introductie het over eens leek te zijn, was dat de TT zijn sportieve uitstraling niet helemaal waarmaakte. Hij deelde zijn basis immers met onder meer de eerste Audi A3 en de Volkswagen Golf IV en dat schemerde ondanks de wat straffere vering en een elektronisch geregeld sperdifferentieel wel enigszins door. De TT voelde eerder comfortabel dan écht sportief aan en hoewel hij met de geblazen 1.8-twintigklepper zeker vlot was, nodigde hij niet uit tot al te ruig scheurwerk. De optionele quattro-vierwielaandrijving bracht daar wat verandering in.

Wat waren de keuzes bij de marktintroductie?

De Audi kwam op de markt met de midden jaren 90 geïntroduceerde turboversie van de 1.8 5V-viercilinder, een motor die Volkswagen en Audi in tal van modellen lepelden en gold als de perfecte optie voor de TT. Sterker zelfs, het was lange tijd de enige keuze die je had. Wel waren er in het begin twee vermogens om uit te kiezen: 180 pk en 225 pk. Daarnaast was er nog de optie om voor vierwielaandrijving (met Haldex-koppeling) te gaan. De 225 pk versie was standaard een Quattro, de minder krachtige TT was voorwielaangedreven en kon je optioneel als Quattro krijgen.

Schakelen ging altijd met een handgeschakelde vijfbak, die ook in tal van andere auto’s van de Volkswagen Group lag. De 225 pk Quattro was niet alleen technisch de best bedeelde TT. Ook kreeg je dan standaard twee uitlaatpijpen, 17-inch wielen en xenonkoplampen met koplampsproeiers. Elke TT had standaard automatische airconditioning, stoelverwarming en elektrisch bedienbare ramen en zijspiegels. Voor de rest was het samenstellen van een TT vooral maatwerk in plaats van een optiepakket aanvinken. Voor de bekleding kon je kiezen uit zwart, grijs of blauw gekleurd leer voor de stoelen of alcantara in diezelfde kleuren. Wilde je muziek luisteren? Dan was er de keuze uit Radio Chorus (enkel radio), Radio Concert (met cd-speler), Radio Concert met Bose-speakers en er stond ook nog een cd-wisselaar voor zes cd’s op de bestellijst. Een diefstalarm was optioneel.

Wat waren de concurrenten?

Audi had de TT zelf het liefst als het perfecte antwoord op een sportieve rakker als de BMW Z3 Coupé gezien, maar in de praktijk bleek dat niet altijd helemaal op te gaan. Dat wil zeggen: als je de toenmalige topversie had, vonden we dat de TT bijvoorbeeld de Z3 wel de baas was, maar zonder vierwielaandrijving en met de 180 pk sterke 1.8 miste de TT net dat randje sportiviteit. Dan kwam hij ineens juist meer in het vaarwater van auto’s als een smeuïg gemotoriseerde 3-serie Compact of Mercedes-Benz C Sports Coupé. Wie in het eerste volle verkoopjaar van de Audi TT ging winkelen voor een coupé met een vergelijkbaar vermogen als de TT kon overigens ook nog wat geld op de bank houden en voor een Alfa Romeo GTV gaan. Die was zelfs met V6 goedkoper dan de instap-TT. Ook de Fiat Coupé was eventueel een betaalbaarder alternatief. Mocht het allemaal wel een slagje groter, dan kon je de TT ook laten staan voor een grofweg even dure Peugeot 406 Coupé met de 3.0-V6 of – als het Duits moest blijven – een BMW 3-serie Coupé met zes-in-lijn. Pas toen de Audi TT met 3.2-VR6-motor leverbaar werd, kwam hij echt in sportief territorium en kreeg hij het aan de stok met auto’s als de Nissan 350Z en (als Roadster) de Porsche Boxster. Als Roadster trof de TT verder onder meer de Mercedes-Benz SLK, de BMW Z3 en de Mazda MX-5 op zijn pad.

Hoe werd hij ontvangen door de consument?

Zoals gezegd was de TT van meet af aan een auto die de meningen behoorlijk wist te verdelen. Waar de één zijn spaarvarken direct tegen de muur ramde toen de eerste TT bij de dealer werd neergezet of er een poster van boven zijn bed hing, zwoer de ander er ‘nog niet dood in gevonden te willen worden’. De één vond het een ‘kapperswagen’, de ander een stijlicoon. Hoe dan ook, in het eerste volle verkoopjaar, 1999, wist de TT 834 Nederlanders over te halen tot aanschaf. Een aantal dat nooit meer zou worden overtroffen, ook niet door de tweede en door de huidige generatie. In 2000 kwam het er nog wel bij in de buurt, met 804 stuks, maar daarna zakten de verkopen snel in. In 2001 waren het er nog 456, in 2002 270. De facelift in 2003 én natuurlijk de komst van de 3.2 Quattro krikten de verkopen weer even heel licht op, naar 286 stuks. In het laatste jaar van de eerste generatie, 2005, gingen er nog 104 TT’s over de toonbank, waarmee het totaal in Nederland op ruim 3.000 stuks uitkwam. Wereldwijd werden er zo’n 260.000 exemplaren van de eerste generatie Audi TT geleverd. Een begrip was geboren en Audi vond dat de TT naar meer smaakte. In 2006 verscheen daarom de tweede generatie, die wel een stuk minder eigenzinnig was vormgegeven.

 

Nog bijzonderheden tijdens de levensloop?

Zeker! Een jaar na de introductie van de TT Coupé verscheen de TT Roadster, die zo mogelijk nog meer op de conceptversie leek dan de Coupé. De Roadster was, zoals het hoorde, een tweezitter, de Coupé was een 2+2. 1999 werd ondanks de komst van de Roadster niet echt een feestjaar. Het was namelijk ook het jaar waarin de TT onder vuur kwam te liggen vanwege enkele fatale ongelukken. Op hoge snelheid (180 km/h en meer) bleek de TT plots grip op de achterwielen te kunnen verliezen, met alle gevolgen van dien. Een van die gevolgen was een terugroepactie, waarbij Audi de TT voorzag van ESP en een spoiler op zijn ronde achterste. Die zorgde enigszins voor een stijlbreuk en daarom besloot niet iedereen gehoor aan de terugroepactie te geven. Je kunt dus nog altijd oer-TT’s tegenkomen zonder achterspoiler, al zijn die zeldzaam. Overigens werd de spoiler vanaf de terugroepactie af fabriek gemonteerd op nieuwe TT’s, dus een exemplaar zonder spoiler is er altijd een van de eerste bouwjaren.

Welke uitvoering spreekt het meest tot de verbeelding?

Hoewel de 3.2-VR6-motor de TT helemaal niet zoveel sneller maakte, is het wel de motor die je wilt. Met de 1.8 Turbo is helemaal niets mis, maar die zespitter geeft de TT net wat meer karakter. Bij een auto die qua rijbeleving niet heel uitgesproken is, kan dat geen kwaad. Neem de TT 3.2 Quattro het liefst met handbak, al is dat zoeken naar een speld in een hooiberg. Hij was er immers ook met DSG en die was populairder, maar met handbak is hij leuker en minder probleemgevoelig. Als het even kan, is een lekker fel rood of blauw kleurtje de kers op de taart. Ga voor de (niet nieuw in Nederland geleverde) TT Quattro Sport als het nog wat sneller moet.

Wat is de impact van de TT geweest?

De TT lijkt bij Audi de levenslust te hebben aangewakkerd. Het ontpopte zich tot een fabrikant van meer dan zakelijk gelijnde sedans. In navolging van de TT kwam bijvoorbeeld de nog veel apartere A2, die enkele stijlelementen overnam. Ook baande de TT het pad voor een sportauto van Audi die veel verder ging: de R8. Ook buiten Audi liet de TT zijn sporen na. Zo kwam Daihatsu begin deze eeuw met de losjes op de TT Roadster geïnspireerde Copen en zou Peugeot later met de RCZ een lookalike op de markt brengen.

Hoeveel zijn er nog over?

In totaal werden er ruim 3.000 TT’s van de eerste generatie nieuw verkocht in ons land. Momenteel zijn er volgens cijfers van Vinacles opvallend genoeg méér. Er zijn ruim 5.300 TT’s van de bouwjaren 1998 tot en met 2006, waarbij wel een deel van de 2006-exemplaren van de tweede generatie zal zijn meegeteld. Het is nogal een populaire importauto gebleken en dat verklaart het gegroeide totaalaantal. Er zijn net wat meer Coupés dan Roadsters: krap 3.000 om zo’n 2.300.

Bouwjaar Coupé Roadster Totaal

1998 199 - 199

1999 1.140 136 1.276

2000 604 980 1.584

2001 257 457 713

2002 219 250 469

2003 247 236 483

2004 175 161 336

2005 83 94 177

2006 39 36 75

Bron: Vinacles

Lezersreacties (41)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.