Cor en Ronald zijn gek op Fiats uit de jaren 80: rechthoekig en veel kunststof
Vrienden door Ritmo's en Regata's
De jaren 70 kenmerkten zich op autogebied door het veelvuldig gebruik van glimmend chroom, terwijl in de jaren 90 een optimisme heerste dat zich vertaalde in speels vormgegeven gezinsauto’s, opwindende coupés en zonnige cabrio’s. In de tussenliggende jaren 80 overheerste strakke vormgeving, met rechte lijnen en de royale toepassing van zwart kunststof. Cor van Rees en Ronald Wentink vinden dat mooi, en dan specifiek de modellen van Fiat uit die tijd. We belanden in een wereld vol Ritmo’s, Regata’s en Panda’s.
Het modelgamma van Fiat had in de jaren 70, 80 en 90 steeds andere samenstellingen. In de sixties was er naast een omvangrijk gamma van gesloten modellen (van twee- tot zescilinders) ook een keur aan sportievelingen beschikbaar: wat dacht je van coupé-versies van de 850, de 128, de 124 én de 130? Zonaanbidders gingen op hun beurt voor de 124 Sport Spider of de X1/9. Even een sprongetje naar de jaren 90, toen het heersende optimisme zich vertaalde in de zeer uitbundige Coupé Fiat, de luchtige Barchetta, het gebruik van vijfcilinders (zoals in de snelle Bravo HGT) en de ontwikkeling van krachtige en zuinige direct ingespoten turbodiesels voor de veelrijders. Maar de periode daartussenin? In de Fiat-showrooms stonden destijds de rationele gebruiksauto’s Panda, Uno, Ritmo en Regata. Prijsbewuste zakenlui gingen voor de royale Croma. Het zijn al met al niet echt de opwindende modellen waar de gemiddelde autoliefhebber het warm van krijgt. Maar gelukkig, er zijn altijd uitzonderingen. Zo vinden Cor van Rees en Ronald Wentink dat ook de Fiats uit de jaren 80 behouden moeten blijven, al was het maar omdat menigeen op de achterbank van zo’n ‘tachtiger’ tijdens de zomervakanties Europa ontdekte – deze auto’s roepen jeugdherinneringen op die je nooit meer vergeet.
Wie bij deze twee mannen op bezoek gaat en hun autocollectie bekijkt, waant zich vanzelf in een Fiat-showroom van een goede 35 jaar terug. Wie van een zekere leeftijd is, ziet het zó voor zich: grindtegels op de vloer, een zitje, een display met folders en voor de kleintjes een Lego-tafel, dit alles geflankeerd door het Fiat-modelgamma. Dat is althans onze ervaring als we op een zaterdagochtend bij Ronald Wentink in Epe zijn. De auto’s zijn een heel herkenbare stap terug in de tijd, ook omdat het merendeel origineel Nederlandse kentekens draagt.
Ronald Wentink in zijn Regata.
Fiat-liefde begon bij Cor op Terschelling
Over hoe het allemaal zo is gekomen, moeten we ons eerst tot Cor van Rees (48) richten. “Ik ben geboren en getogen op Terschelling, waar wel-geteld één garage was: Fiat-dealer Cupido, die overigens nog steeds bestaat. Mijn ouders kochten in 1978 een Fiat 128, zij het bij Leonard Lang in Leeuwarden. Het was de enige nieuwe auto die ze ooit kochten, en daarom waren ze er zuinig op: meteen na aankoop hebben ze de 128 laten tectyleren en dealer Cupido onderhield de auto aldoor. Met name dat tectyleren deed de auto goed: hij heeft vijftien jaar dienstgedaan. Daarna nam een Uno het stokje over. In de 128 heb ik leren rijden - illegaal. Toen ik mijn rijbewijs haalde, stond net die Uno voor de deur. Later gingen mijn ouders met een Tipo een maatje groter, terwijl ik een Ritmo aanschafte. Die kostte slechts 500 gulden, maar ik heb er toch tweeënhalf jaar plezier aan beleefd en heb er zelfs de Stelvio-pas mee bedwongen.”
Mocht het nu nog niet helemaal helder voor je zijn dat het merk Fiat bij Cor in z’n bloed zit, dan moet je weten dat deze zelfstandig IT-consultant zijn onderneming ‘Ritmo Consulting’ heeft genoemd. Klanten bezoekt hij met een van zijn Regata’s of met zijn vijfcilinder-Marea Weekend.
Ronald komt ook uit een Fiat-nest
Ronald (44, werkzaam bij een leasemaatschappij) komt net als Cor uit een Fiat-nest. Epe kende vroeger een aantal dealers en het dorp reed voornamelijk Opel, Peugeot en Fiat, dat het merk werd van Ronalds opa. “Achtereenvolgens reed hij een 600, een 128, enkele Ritmo’s en een Tipo. Hij gaf het Fiat-stokje door aan mijn vader, die eveneens diverse Ritmo’s had. Zijn laatste auto was de Marea Weekend die Cor nu bezit.” Zelf heeft Ronald ooit een Regata van zijn vader overgenomen. Het was zijn eerste auto, toen hij nota bene nog maar 17 jaar was. Hij kreeg de auto niet zonder slag of stoot in handen. “Nee, want voor de export zou de Regata nog 1.000 gulden opleveren. Het heeft mij heel wat gezeur gekost om de auto niet weg te doen, met mijn moeder als bemiddelaar, totdat ik mijn ‘jeugdauto’ voor niets mocht hebben.” Zijn volgende Regata kocht Ronald voor omgerekend nog geen 70 euro. “Die auto zag er ook niet uit, hij had twee jaar onder een boom gestaan. Maar technisch was-ie super. Lange tijd was het mijn dagelijkse auto, ik ben er tien keer mee naar Italië afgereisd en nu, bij een kilometerstand van 380.000, krijgt hij van mij een welverdiende restauratie.” Nog een anekdote: “Mijn vader had ooit een witte Ritmo. Ik heb er een op de kop weten te tikken die ik exact naar het voorbeeld van zijn Ritmo heb omgebouwd!”
Dat brengt ons bij de ontmoeting tussen beide mannen. “We kennen elkaar van het toenmalige Fiat Ritmo Register, dat rond 2001 de Friese Elfstedentocht organiseerde – uiteraard gewoon over de weg”, vertelt Cor. “Onze tentjes stonden naast elkaar en we hadden allebei onze vriendin mee, dus dat werd heel gezellig. Inmiddels zijn we allebei getrouwd. Onze trouwauto was de Bertone Cabrio, Ronald en zijn bruid gingen in de blauwe Regata naar het gemeentehuis. We hebben ieder een gezin en we gaan nog regelmatig met z'n allen op vakantie. De rode Regata wordt door de kinderen liefdevol De Vakantieauto genoemd.”
Uit het bovenstaande blijkt wel dat Fiats uit de ‘kunststofperiode’ weinig waardevast waren en na een werkzaam bestaan gewoonlijk aan de shredder ten prooi vielen. Des te verbazingwekkender is het om te horen dat beide mannen samen zo’n veertig Ritmo’s en Regata’s hebben gehad. Ronald: “Sommige auto’s hebben we kunnen redden, die zie je nu hier. Van andere hebben we de onderdelen gebruikt of verkocht. Je pluist advertenties na, ook buitenlandse. Na verloop van tijd leer je mensen uit dit wereldje kennen en dat mondt soms uit in vriendschappen. En voor je het weet bieden zij hun auto aan, of weten ze geschikte exemplaren te staan. Daar zitten soms echte verrassingen tussen. Zo haalde ik eens een Regata Weekend op, als donor voor onderdelen. Maar die bleek veel te goed te zijn; ik kreeg hem zonder problemen door de apk!” In Epe hebben de Fiat-kameraden een voormalig onderkomen van de gemeente overgenomen. Waar ooit grasmaaiers en werkmaterieel stond, wonen nu de Italiaanse vierwielers. Vandaag zijn dat een open en een gesloten Ritmo, een Panda 750 WNF (Wereld Natuur Fonds, een actiemodel met de slogan ‘De ene Panda helpt de andere’), twee Regata’s en een Regata Weekend, de stationwagon. Elders op het terrein staat een donor-Panda en binnen bovendien een leuke oude Fiorino (op 127-basis) van de voormalige Fiat-dealer. Ronald: “Die auto ken ik nog uit de periode dat ik daar in mijn tienerjaren zaterdaghulp was. De blauwe Regata met kenteken SJ-99-GG en de WNF-Panda met kenteken SK-01-LV stonden nieuw naast elkaar in de showroom!”
Regatta Fix
Tijdens ons bezoek wordt flink met anekdotes gestrooid. Zo betaalde Ronald de witte Ritmo met een kratje bier. “Terwijl het nu de mooiste van Nederland is”, vindt Cor, die ooit eens met een trailer helemaal naar Oostenrijk reed om daar voor € 300 een Regata op te halen. En dat enkel voor de motor en het interieur van die auto. “Ik had eerst in Duitsland een witte Regata Adria op de kop getikt. Die was voorbestemd om onder-delendonor te worden, maar daarvoor bleek hij te mooi. Hij had alleen geen motor en geen bumpers meer. Daarom heb ik die Oostenrijkse Regata gekocht, waarvan de motor in de witte Regata ging en het interieur in de rode. Later heb ik contact gezocht met de eigenaar van de Duitse Regata. Die man vond het geweldig dat ik zijn oude auto weer helemaal aan het opbouwen was en hij had niet verwacht dat dit ook zo snel ging. ‘Es geht ja fix’ zei hij, waarop ik de witte Regata ‘Fix’ ben gaan noemen.”
We begrijpen de verbazing bij de Duitser wel enigszins. Auto’s zoals de Fiat Regata zijn eerder doelmatig dan uitbundig vormgegeven. Roest werd minder een issue dankzij het vele kunststof, maar dat wordt na verloop van tijd wel minder mooi: het verkleurt en scheurt of verbrokkelt. Bovendien deed elektronica in de jaren 80 zijn intrede en dat ging lang niet altijd vlekkeloos. Dat juist dit soort ogenschijnlijk weinig interessante auto’s bij Cor en Ronald een veilig onderkomen hebben gevonden is mooi. Er wordt dan ook alles aan gedaan om de auto’s in deze staat te conserveren. De mannen gaan daarbij niet over een nacht ijs: al het restauratiewerk doen ze zelf, waarbij alleen het spuitwerk van grote delen wordt uitbesteed. De op die manier geredde Fiats zijn niet alleen in prima staat, ze zijn ook taai. Even met een Fiat op en neer naar Italië om onderdelen te scoren? Zonder een spoor van aarzeling vertrekken de vrienden. Op vakantie naar Noorwegen? De tientallen jaren oude auto’s staan te trappelen van ongeduld! Als bewijs komen er plakboeken op tafel; de witte Ritmo, amper klaar na de restauratie, kreeg het meteen voor z’n kiezen toen de heren hem wilden fotograferen voor de fabriek waar hij was gebouwd. Dat betekende in acht dagen op en neer naar Cassino, in midden-Italië! Een andere foto toont de open Ritmo Bertone en de blauwe Regata op het dak van de Lingotto-fabriek (met de beroemde testbaan) in Turijn. Nuchtere, rationele auto’s die ooit vooral dienden als gebruiksvoorwerpen, blijken tientallen jaren na dato simpelweg heel betrouwbaar. Wie had dat gedacht? Dit is genieten – ook voor ons, want deze leuke en zeldzame Fiats staan veel dichterbij ons dan fraaie, maar onbetaalbare exoten. Daarover gesproken: blijft er bij het Fiat-minnende duo nog wat te wensen over? Cor: “Een van mijn droomauto’s heb ik inmiddels gehad: een Ritmo Turbo Diesel, de enige Ritmo met stuurbekrachtiging. Erg zeldzaam, maar vanwege het huidige belastingbeleid heb je nauwelijks plezier van een oudere diesel. Daarom heb ik ‘m maar weer weg gedaan. De auto uit mijn jeugd, de Fiat 128, heb ik inmiddels ook gevonden, maar die is nog in restauratie. Straks kan ik legaal in een 128 rijden! Mijn derde droomauto is de Ferrari 308, maar die heb ik nog niet!” Hmm, dat laatste betekent vreemdgaan.
Ronald maakt het nog bonter: “Een Peugeot 305 GT zou ik nog wel willen hebben, en als het een Fiat mag zijn: een Ritmo Carrara.” En een Croma? “Ja hoor, de grille hebben we al!”, klinkt het lachend. Serieuzer: “Het wordt steeds moeilijker om onderdelen voor dit soort auto’s te vinden. De prijzen stijgen ook. Een voorbumper doet tegenwoordig zomaar 300 à 400 euro. Ook bekleding is lastig. Gelukkig hebben we een adresje gevonden - ergens onder Rome. Eveneens schreeuwend duur, maar het is er nog.” Dit weerhoudt de Fiat-fanaten er niet van om lekker bezig te blijven. De nummerplaat-omlijstingen spreken wat dat betreft voor zichzelf: ‘Roco Classico’, lezen we. Roco staat uiteraard voor Ronald en Cor. Geintje natuurlijk, maar het geeft wel aan hoezeer het Italiaanse merk er bij de twee vrienden ingebakken zit.