Citroën-CEO: 'Wij worden niet het Dacia van Stellantis'

AutoWeek spreekt Koskas na de onthulling van de Citroën ë-C3, die op deze site meer dan driehonderd reacties opleverde. Niet zo gek, want de ë-C3 biedt voor minder dan 25.000 euro een elektrische aandrijflijn, 320 kilometer actieradius en een bruikbare hoeveelheid ruimte. Die combinatie kenden we nog niet in autoland. Er is één goedkopere EV, de Dacia Spring, maar die laadt veel minder snel, komt veel minder ver (230 kilometer) en is veel minder ruim. Kortom: die Spring gaat het moeilijk krijgen.

Neemt Citroën zo bewust Dacia op de korrel? In dit geval wel, maar niet altijd. Koskas: “Je vergelijkt ons nu met een merk waar we heel veel respect voor hebben. Het verschil tussen Dacia en Citroën is wel dat wij een merk zijn met een honderd jaar lange historie. Wij hebben ook andere kernwaarden, namelijk comfort, eenvoud, duurzaamheid en lef. Auto’s moeten zoveel mogelijk betaalbaar zijn voor iedereen, maar we maken ook grotere modellen als de C5 Aircross en C5 X. De positionering van Citroën als merk is dus niet dezelfde als die van Dacia. We beconcurreren Dacia met sommige modellen, maar niet met allemaal.”

Waar staat Citroën dan wel binnen het grote Stellantis-concern? Dat is volgens Koskas nog best eenvoudig: “Citroën is een echt mainstream-merk en daarmee ook echt een ‘kernmerk’ binnen Stellantis, net als Fiat. Peugeot en Opel staan hoger op de ladder.” Iets meer richting premium dus. Boven dat niveau van Peugeot en Opel vinden we een groeiende reeks premiummerken, ook weer met elk een eigen stijl en positionering. We noemen DS, Alfa Romeo en straks weer Lancia. Maserati staat nog weer hoger op de ladder, terwijl Jeep als bouwer van SUV’s en terreinwagens met een lange historie op dat vlak een eigen, unieke positie heeft en overal als het ware naast opereert.

Buiten Dacia is er trouwens nog een groep waar Citroën met de ë-C3 op mikt, misschien zelfs met meer nadruk: de Chinese merken. De ë-C3 is in Europa ontwikkeld en wordt hier (in Slowakije) ook gebouwd. Dat komt goed uit, want zo ontloopt hij mogelijke en bestaande maatregelen die oneerlijke concurrentie uit China tegen moeten gaan. Daarmee is hij overigens de Dacia Spring een stap voor, want ook die budget-EV wordt in China gebouwd. Koskas stelt echter dat het doel hoger is dan het vermijden van dat soort fiscaal gerommel: “De grote vraag was: kunnen we een auto maken die de strijd met de Chinezen aankan, maar die gemaakt wordt in Europa? Dankzij het geweldige werk van onze engineers is dat gelukt. En ja, dit is zeer zeker een antwoord op het Chinese offensief.”