Bovag en RAI zetten vraagtekens bij klimaatplannen

Het kabinet komt niet dagelijks met grootschalige plannen voor de verduurzaming van automobiliteit, dus het nieuws van gisteren maakt nogal wat tongen los. Zo ook bij Bovag en RAI Vereniging, de twee grote autobrancheorganisaties van ons land. Hoewel je zou verwachten dat meer geld voor automobiliteit op goedkeuring van beide partijen kan rekenen, delen ze allebei kritische kanttekeningen.

RAI Vereniging uit zijn zorgen over de herkomst van het geld dat nodig is om bijvoorbeeld subsidie te verstrekken voor de aanschaf van tweedehands elektrische auto's. Het is de bedoeling dat de €600 miljoen die het kabinet nodig heeft voor de verdere verduurzaming van het wagenpark voor een belangrijk deel wordt gegenereerd door het verhogen van de bpm, de aanschafbelasting op nieuwe auto's. RAI zegt dat het 'tegenstrijdig blijft' dat de budgetten binnen de branche zelf moeten worden gevonden, waar bijvoorbeeld voor de landbouw een transitiefonds in het leven werd geroepen. Ook voor de verduurzaming van de mobiliteit zou er een fonds moeten komen, pleit de organisatie.

Ook de Bovag wijst bezorgd op de bpm-verhoging, maar focust daarbij vooral op de gevolgen die die zou kunnen hebben voor de verkopen van nieuwe elektrische auto's. Daarvoor dient vanaf 2025 bpm te worden betaald , wat de prijzen zal doen stijgen. Volgens de Bovag is het niet slim om EV's duurder te maken terwijl je mensen juist wil stimuleren elektrisch te rijden. De organisatie vreest dat de bpm-verhoging de verkopen zal remmen, wat averechts werkt voor de verduurzaming van het wagenpark. De Bovag geeft tegenover het AD aan 'zeer teleurgesteld' te zijn met de plannen.