ACEA, Duitsland en Italië strijden tegen verbod op brandstofauto's
Europese Commissie onder druk
De Europese Commissie krijgt vanuit diverse hoeken meer weerstand vanwege het geplande verkoopverbod van nieuwe brandstofauto's per 2035. Behalve de ACEA gaan nu ook Duitsland en Italië er (weer) tegen in verzet.
Het geplande verkoopverbod op nieuwe personenauto's met brandstofmotoren ligt al jaren onder vuur, maar de roep om hervorming van de plannen wordt de laatste tijd weer luider. Vanuit de auto-industrie én regeringen klinken waarschuwende geluiden, de gevolgen voor de industrie en daarmee ook de economie zouden volgens sommigen niet te overzien zijn.
De ACEA beargumenteert in een nieuwe brief aan de Europese Commissie dat inmiddels 25 procent van de nieuwe auto's volledig elektrisch hadden moeten zijn om op koers te liggen voor het doel, maar het is slechts 16 procent. De deadline van 2035 zou volgens de brancheorganisatie voor autofabrikanten bovendien 'heel rigide' zijn, de ACEA wil dat de Europese Commissie kijkt naar manieren om de fabrikanten tegemoet te komen. Zo wil de ACEA onder meer dat CO2-neutrale brandstoffen geaccepteerd worden als alternatief, dat er lagere straffen komen als fabrikanten doelen niet hallen en dat er juist ook CO2-'krediet' gegeven wordt als beloning voor CO2-armere productie van auto's.
De ACEA staat niet alleen in nieuwe oproepen aan de Europese Commissie. Ook twee lidstaten roeren zich. Niet geheel verrassend zijn dat Duitsland en Italië, twee landen met een groot belang bij een gezonde Europese auto-industrie. In een gezamenlijke brief roepen zij op dat de wetgeving herzien moet worden om 'disproportionele straffen' te voorkomen en dat CO2-reductie breder bekeken moet worden, dus bijvoorbeeld ook met het gebruik van biobrandstoffen en niet alleen met synthetische brandstoffen. De twee lidstaten roepen de EC ook op om een versnelde uitrol van laadinfrastructuur en waterstofstations te stimuleren en om niet alleen maar te kijken naar volledig maar ook deels elektrische auto's voor de toekomst.