Amerikanen nog niet volwassen

Als je hier in Detroit naar de Amerikaanse nieuwszenders kijkt, krijgt je het idee dat Europese en Aziatische merken wel kunnen inpakken. Niets dan laaiende verslagen van bevlogen verslaggevers die vanaf de beursvloer laten weten met wat voor fantastische initiatieven de 'grote' drie allemaal komen tijdens de North American International Auto Show. Elektrisch dit, zuinige auto en niet te vergeten 'oogstrelende auto's' als de nieuwe Equinox: halleluja! Vervolgens snel over naar de nieuwe Truck of the year: de Ford F150.

Na alle preken en draaien om de oren die de drie ceo's tijdens hun verhoor in de Senaat hadden gekregen, had ik hoge verwachtingen. In Europa zijn we er inmiddels al aan gewend dat 'groen' de beurzen overheerst, Detroit zou nu de volgende zijn, toch? Niet dus. Je struikelt op de Amerikaanse stands werkelijk over de SUV's en andere enorme voertuigen. Vorig jaar nog had GM zowaar een Corsa (OPC, maar toch) overgevaren, dit keer niet. De Fiesta? Nergens te bekennen. Oké, uiteraard is daar de Cadillac Converj en ook de Chrysler 200 C mag er zijn, maar het blijven grote gevaartes. Bovendien geloof ik het pas als dit soort plug-ins verkrijgbaar zijn. Bij Honda zien we de Jazz, bij Toyota de Yaris. De enige uitzondering is Lincoln, dat met een aardige concept komt op basis van de Focus. Waar zijn de kleine auto's? Mini bewijst al tijden dat de Amerikanen best kleiner willen rijden; als je het maar goed verkoopt. Maar zover zijn de drie nog lang niet. Je voelt en proeft gewoon op de hele beurs dat het allemaal niet van harte gaat. Alles gaat met een geforceerde glimlach, het liefst zouden ze nog steeds alleen maar SUV's produceren. Later ben ik op de beurs getuige van een woordenwisseling tussen Amerikaanse internetjournalist en dito tv-presentator, die net live zijn kijkers had verteld dat 'de weg omhoog voor de grote drie op deze beurs duidelijk was ingezet!'. "Waar heb je het in vredesnaam over? Ze hebben zichzelf in deze rotzooi gewerkt en zitten er voorlopig nog middenin", zei de internetman. "Ach, jij moet eens niet zo negatief zijn", vond de tv-man. Tsja, realisme lijkt mij een betere journalistieke eigenschap dan positivisme.