Tesla Model Y (2022) #10

autoreview

Tesla Model Y (2022)

Signalement

Bouwjaar2022
Jaar van aanschaf2022
KM-stand laatst48.500 km
Lezerswaardering: 73%
Disclaimer MyReview

De beschrijvingen en reacties in de rubriek Myreview Auto zijn gebaseerd op persoonlijke meningen en ervaringen van gebruikers. DPG Media probeert de authenticiteit van deze persoonlijke meningen en ervaringen zo goed mogelijk in te schatten, maar kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de inhoud of de gevolgen van deze meningen en ervaringen. In Myreview Auto zullen zowel goede als slechte ervaringen worden geplaatst. DPG Media betaalt geen vergoeding voor de ervaringen of laat deze op een andere manier beïnvloeden. De redactie kan uitingen die niet voldoen aan de huisregels of onrechtmatig zijn te allen tijde aanpassen of verwijderen.

Het is niet toegestaan zonder toestemming van DPG Media de informatie van Myreview Auto te gebruiken voor of te verspreiden via andere media.

Andere tijden

  • 16.000 km

De rij
Het is de laatste dag van het jaar. Het weekend is begonnen. Ik sta in een rij die even buiten de deur begint. Nochtans is de rij gemoedelijk. Er wordt vriendelijk gebabbeld en er wordt gedwee gewacht, terwijl de rij zich langzaam naar binnen beweegt. Velen zijn met z’n tweeën gekomen. Blijkens de gesprekken zijn sommigen al bekend met dit voertuig. Het is hun arbeidsinstrument en zij kennen al de kneepjes van de auto. Voor amateurs zoals ik is dit allemaal nieuw, inclusief de rit per trein en een eenzame bus die in brede slingers zijn weg zoekt over tochtige, grote kruisingen met veel stoplichten naar een afgelegen fabrieksterrein dat overal had kunnen zijn. Als ik uit de bus stap bij de halte langs de doorgaande weg is het nog een kwartiertje naar de rij. Mijn paraplu blijft ingevouwen, net niet nodig onder de grijze lucht. Op enige afstand volgen mij een jongen en een meisje die ook in de bus zaten. Jong nog. Hebben zij er ook een besteld? Daar is het gebouw dat zich laat omschrijven als een reuzendoos vorzien van grote rode letters. Naar de ingang van de doos lopen is een wandeling op zich. Eenmaal in de buurt, zie ik dat sommigen met een auto worden gebracht die hen afzet bij de rij. Dat scheelt een hoop tijd natuurlijk. Gebracht worden, veel slimmer en aangenamer dan die anonieme bus. Wel iemand weten te strikken zo’n dag. Kom op, het einddoel is nu in zicht. Hoe ben ik hier terechtgekomen?

Charlie Musk
Het besef van verandering was er al veel eerder. Hoe lang stookten we nog onze planeet op om vooruit te komen? Tijdens WO II werd er zelfs geëxperimenteerd met de turfmotor. Het principe was in al die jaren hetzelfde gebleven. Ploffen en ontbranden. Gas geven, een uitdrukking die alles in zich heeft. Maar Musk was nog niet in beeld en ploeterde nog op z’n productieprocessen, volgens verhalen tussen de shifts slapend op de fabrieksvloer. Als een Charlie Chaplin sleutelde hij aan Modern Times. Zou hij ook niet worden opgeslokt door de raderen en worden uitgespuugd, met de blote billen op een lege beursvloer? Waar de Bovenbazen van de Grootmerken hem met hoongelach zouden ontvangen. Wat dacht dit mannetje uit de Nieuwe Wereld wel?
Nee, Musk was een fantast die de miljarden van z’n net zo verdwaalde aandeelhouders verbrandde. Hybride was het beste van twee werelden en spreek je over hybride, dan heb je het over Toyota. Dus liet ik na tien mooie jaren op LPG de trouwe Outback aan een liefhebber en schafte ik mij een hybride rij-ijzer aan. De hybrides van Toyota lopen immers zo soepel als een naaimachine. En blijven dat doen. De sensatie om je electrisch in beweging te zetten en decibelloos voort te glijden. De sport om net onder het omslagpunt te blijven waarop de benzinemotor bijspringt. Dat soort kleine rijgenoegens, gevoegd bij een bescheiden dorst naar het vloeibaar goud.
Maar die hybride verdween zomaar op een kwade dag. De lotgevallen staan opgetekend op deze site. Ook hoe ik inmiddels in voortgezette Subaru’s niet ontevreden voorttufte. Maar het pruttelen bij het stoplicht voelde altijd als een nederlaag. De rug gedraaid naar de toekomst. Wat doe je dan?

Clean desk
Je volgt alles wat los en vast zit. Kijkt eindeloos filmpjes op Youtube over EV’s. En je gaat op een gegeven moment doen wat je uitstelde: je bezoekt de showroom. Of showroom, meer een store à la Steve Jobs. Maar dan nu met een Model 3 erin. Ik laat me na een knikje naar de vriendelijke jongeman achter de clean desk achter het stuur van deze lage auto zakken. Lef, creativiteit en ondernemingsgeest. Dat ademt de auto. Een geheel andere benadering. De computer als centraal bedieningselement. Een tablet, meer niet. Nog wat rudimentaire steeltjes aan het stuur als band met de geschiedenis. Op de achtergrond hoorde ik de Bovenbazen nog steeds flauwe grappen maken over dit apparaat en hun maker. Maar het klonk al minder luid.
Een bezoekje later smeer ik de ervaring langzaam uit. Een heuse proefrit. Wat rijdt die M3 gemakkelijk. Tevoren zoek ik een route uit die door een oude binnenstad leidt vanwege de onvermurwbare kinderhoofdjes. Keihard onderstel? Valt erg mee. Hangt op de snelweg aan het stroompedaal. Vlot in- en uitvoegen, je gaat er vanzelf scherper door rijden. Hoe anders dan de lobbes van de Outback, die me toch al jaren beviel. Laag zitten in de M3 heeft z’n voordelen. Eigenlijk is dat de beste stuurmanshouding. Onderuitzitten ontspant en tegelijkertijd ben je gefocust. Het sturen heeft iets van een videogame, je plaatst de auto makkelijk waar je ‘m wilt hebben. Maar zeg eerlijk, zo laag in- en eruitkruipen willen we niet meer. De Subaru was daar juist een mooi compromis door de iets verhoogde entree met een riante laadklep.

Henkie
Laat ik toch eens vragen wat een inruil doet. Je kunt dat ook op de website aanvragen. Weer een andere vriendelijke jongeman knikt. Ja hoor, ze ruilen alles in. Mooier kan het niet. Een dagje later lijkt mooier inderdaad niet te bestaan. Kreun, wat een bod. Het zit nog vijfentwintig procent onder de vermoedelijke veilingprijs die ik tevoren van internet had geplukt. In de autobranche voel je je als particulier al gauw gekke Henkie. Je krijgt geduldig uitgelegd waarom juist jouw auto weinig gevraagd is en misschien technisch wel goed, maar net de verkeerde kleur of doelgroep heeft. Enzovoorts. Henkie sputtert over zijn eigen bevindingen die optimistischer waren. Beloofd wordt het nog eens voor te leggen aan de partij waar de firma inruilzaken mee bedrijft.
Een dag later volgt het resultaat. Nu gelijk aan de veilingprijs. Op zich een kleine overwinning en zo’n vijf mille extra in contanten! Maar een veilingprijs zit altijd nog flink onder een klassieke inruil bij de dealer. Ik wil wel inleveren, maar dit gaat Henkie te ver. Even goede vrienden. Het was ook een proef, zullen we denken, een vingeroefening in nieuwe mobiliteit. En zo laag onderuitzitten, dat kan ik mijn levensgenote niet meer verkopen. Maar er is hoop, er komt een model Y. Hogere zit, meer ruimte en niet zo’n lage, kleine kofferklep.

Opzouten
Ik zout m’n geduld op. Wanneer de MY op internet verschijnt, is er een domper. De wagen staat voor dik boven de zestig mille geprijsd! Met twee motoren, dat wel, en snel als een raket. Maar hoe belangrijk is snelheid voor deze gezapige coureur? Als kind van de guldentijd had ik m’n grenzen al verlegd. Veertigduizend harde Hollandse guldens, daar had je best een aardige auto voor. Zeg maar een bovenstemiddenklasser. Of voor iets meer met leuke accessoires, zoals airco, de vondst die flapperende oren naar de geschiedenis heeft verwezen.
De guldens werden euro’s en ook voor veertigduizend met wat BPM erbovenop moet je inmiddels je eisen bijstellen. EV’s doen daar nog een schep bovenop. De uitgavedrempel had ik al stilaan opgekrikt tot vijftigduizend max. Daarboven begint het ijle luchtledige van jaarsalarissen als prijzen, met diepe afgronden van waardeverlies als je na luttele jaren voor een inruiltje komt aanzetten. Alleen pijnloos voor de leaserijder.
Likkebaardend kijk ik oostwaarts, waar dezelfde EV op de Duitse markt voor zo’n tien mille minder wordt aangeprijsd. Tien mille! Met bovendien nog aankoopsubsidies van een genereuze Gutmachungsstaat, al is dat natuurlijk om de eigen industrie pecunia in de uitlaatpijp te steken. En wij dan in het zuinige NL, de vleesgeworden subsidiestaat? Schraalhansen. Het is oneerlijk! Maar een feit.
Een ander merk als alternatief? Duitsers bouwen indrukwekkende, mooi gesneden, luxueuze maar obese EV’s tegen soms obscene meerprijzen en proberen zich zo te distantiëren van de man die in hun eigen achtertuin een fabriek in elkaar timmert. De volkswagen is daarentegen weinig des volks en zelfs povertjes van binnen. De Koreanen koersen technisch vooraan in het peloton, maar de casco’s komen erg tijdgebonden over en hun interieurs bekoren mij niet. De Chinezen zijn op dat moment incognito aanwezig met de Polestar, die met Volvo-genen distinctie uitstraalt, maar krap is en aan de prijs. De Fransen zijn dan nog bezig de remmende voorsprong van de Leaf te overwinnen en vragen nog om ‘patience’.

Ontlaadstress
Deze jongen is een angsthaas die koerst op z’n gemak. Waar zit je grootste angst als je moet afkicken van fossiel? Laden. Of beter gezegd: ontladen. Stroomloos komen te staan. Verholen angsten kruipen op. Antwoord is niet de psycholoog, maar een auto die ermee om weet te gaan. Het scherm in de cabine presenteert op afroep de route met alle eigenste superchargers, waar je kunt laden, voor hoe lang, hoeveel er bezet zijn en eventueel aanwezige onderdak- en voedseluitbaters. Nooit laadstress. Bovendien rijd ik veel noord-zuid, en Belgen en Fransen hebben met laadpalen nog meters te maken. Iedere proefrit in een ander merk dat deze gave ontbeert lijkt me dus zinloos.
In de tussenliggende maanden verneem ik dat er in China een MY met achterwielaandrijving rondrijdt. RWD. Met een enkele motor in plaats van twee, een stuk goedkoper ook waarschijnlijk. Zij het dat Musk heeft gezegd dat de beperkte range het model niet geschikt maakt voor export naar Europa. Zo genieten dus alleen de onderdanen van Xi dit voorrecht. Rijden zij slechts korte rondjes om Grote Roerganger? Kom op Elon, wat meer rek ofwel reikwijdte en zet ‘t op de boot naar Europa, s’il vous plaît!
We maken maar vast een proefrit in een Model Y. Mijn partner looft de hoge instap en de ruimte en zegt in tegenstelling tot de Model 3 hierin wel een ritje naar Italië te willen maken. Natuurlijk wil ik met haar mee. Acceleratie, het geluidloos optrekken en de evenzo makkelijke vertraging, dat alles verpakt in een hollebolle, naar de windtunnel geslepen, schoonwitte koets. Vering acceptabel. Kortom, wat een pakket!

Brandgrens
Ergens dient een nieuwe dag zich aan. Autoweek kopt met vele anderen de prijs van de Model Y RWD. Precies onder de brandgrens van vijftigduzend pietermannen. Bestelbaar ook, made in China. Doen of niet doen? Of wachten op de arbeiders die door Tesla in Duitsland voor dit klusje worden klaargestoomd? Dat laatste gaat nog een tijdje duren, want de Chinese assembleurs liggen ver op kop. En een droge EU-prijs zal waarschijnlijk niet lager liggen, alle dure door de oceanen voortdieselende transportschuiten ten spijt. Een paar dagen van onrustige besluiteloosheid brengen deze particulier opnieuw naar de verkoopdesk waar niemand vuile handjes maakt. Hoe vertrouwenwekkend was het als in old times een monteur in overall met zwarte vegen vanuit de werkplaats zijn hoofd om de hoek kwam steken. Hier is uw automobiel in goede handen, wij pielen zonodig in zijn innerlijk en de oliespuit is ons penseel! Bij Tesla zou het affront niet groter kunnen wezen. Deze auto knoeit niet, lekt niet en voor de monteur belt u de helpdesk, is de boodschap. De immer zeer vriendelijke jongeman dringt zich niet op, maar raadt mij desgevraagd aan de auto gewoon te bestellen. Dan zet u de prijs ermee vast, en cancelen kan later altijd nog! Want ja, deze scherpe prijs kan zomaar weer veranderen. Wanneer? Dat weten wij ook niet, meneer, wij weten niet meer dan u. Deze consument die een goede deal ruikt weet nu wat hem te doen staat.

Stilte
Wie een transactie doet, groot of klein, verwacht een beloning of in ieder geval een geruststelling. Een beloning in de vorm van het goed waar de transactie om begonnen was, zeg maar de ontvangst van het overeengekomene. Of de bevestiging, laten we zeggen geruststelling dat de handeling daadwerkelijk heeft plaatsgevonden en de levering ergens in de toekomst plaatsvindt. Dat dit geen droom, bedrog of zinsverbeelding is geweest, waarna deze koper zich mag gaan verheugen op zijn eerste automobiel die verzadiging vindt in het stopcontact.
Bij Tesla is alles anders. We kennen het verhaal van kiezen en bestellen via de website. Grote of iets bescheidener batterij, wielmaatje, kleurtje, zwart of wit van binnen, willen we nog een trekhaak of winterband, klikken met de muis en klaar is Kees. Maar bij de bestelling voelt Kees zich toch niet helemaal senang. Hij wordt doorgeleid naar een Amerikaanse bank van vier letters in plaats van een van de bekende nationale huisbanken. Na het na enige aarzeling overmaken van een voor de particulier toch enorme som volgt er … diepe stilte. Geen melding van Tesla, zoals betaling geslaagd, laat staan gefeliciteerd in een vrolijk mailtje. ‘s Avonds nog niks. Hebben ze het wel ontvangen? Je hebt je toch niet laten beetnemen? Je fantasie slaat op hol. Grote fraude met elektrische wagens, Consumentenbond waarschuwt voor valse websites, schrijnende gevallen melden zich bij de wakkere ochtendkrant. Nee, koest, rustig blijven, oefen geduld en check je account later nog eens. De bestelling blijkt geplaatst. Kees is opgelucht. Het grote wachten kan beginnen.

Dinky Toy
Al heb je nog geen auto, de app heb je natuurlijk al op je telefoon gezet als pars pro toto. De app is bovendien een klein zenuwcentrum. Hij opent en sluit bijvoorbeeld de portieren en andere bewegende delen, verwarmt of ontdooit de cabine, navigeert, toont handleidingen en vormt een lijntje naar de helpdesk. Dit alles op korte afstand of vanaf een andere kant van de aardbol, zolang er maar internet is. Later wordt jouw auto eraan gekoppeld, het teken dat de levering op handen is. Voorpret verzekerd.
Zolang de auto nog onderweg is, dient de app ook als postbode. Zo vertelt hij wanneer de levering van het begeerde object verwacht wordt. In de tijd dat ik bestelde, september 2022, toont de app zich een groot optimist, schepper Elon waardig die in zijn betoog voor volle zalen nieuwe modellen al jaren eerder ziet rondrijden dan zij daadwerkelijk verschijnen. Eerst zal de wagen binnen twee maanden binnenrollen, met een milde marge van twee weken. Met het vorderen van de weken raken de data in de app echter op drift. Is dit nu echte planning, of gewoon een algoritme om de kopers aan het lijntje te houden? Wordt het nog voor het einde van het jaar? Inmiddels had ik een afnemer voor de trouwe Subaru gevonden, maar wel met oplevering in december. Het scenario van ongewilde autoloosheid dringt zich op.

Schuitje
Wachten op een Tesla kun je het beste delen met diegenen die in hetzelfde schuitje zitten. Ik ontdek een forum waar gedeeld verlangen en jongensachtige verwachtingen elkaar hartstochtelijk omarmen. We wachten als eerste bestellers met z’n allen op het uitgestelde uur U. Ik ontdek ook het schema van huizenhoge ‘carriers’ die Tesla’s over de wereldzeeën sjouwen. Nooit gedacht dat ik me met zoiets zou bezighouden. Op welk schip staat die van jou? Welke havens moet jij nog? Singapore? Zit je al in het Suezkanaal? We gaan natuurlijk allemaal voor Zeebrugge als uitlaadplaats voor ons stukje Europa. Leve de Belgen, Rotterdam is nu net te ver. Kostelijk vermaak is het wanneer iemand uitrekent hoeveel nieuwe Tesla’s in een Franse haven van boord moeten zijn gegaan door de hoogte van de waterlijn voor en na ontscheping te vergelijken. Hoe diep ligt een schip? Hoeveel auto’s per centimeter? Zelfs dat lijkt te achterhalen en met wat fantasie en scherp giswerk te berekenen.
Dan krijgen de allereerste kopers toch bericht en uiteindelijk ook deze. Het gaat nog lukken! Op oudejaarsdag nog wel, een zaterdag, de allerlaatste leveringsoptie van het jaar. Het is het moment dat ik in de rij kom te staan.

Thuiskomen
De eerste kilometers naar huis zullen velen herkennen. Het is inmiddels donker geworden en een knop in het menu zie ik zo gauw niet. Gelukkig springt de verlichting automatisch aan. Ga ik ermee thuiskomen? De batterij was voor de helft geladen en ik moet ongeveer tachtig kilometer afleggen. Tevoren aangeschafte laadpasjes nog ongebruikt in je zak. Gaat al dat plastic wel werken? Nu lach je erom, maar bij de eerste rit hou ik het laadpercentage angstvallig in de gaten. Snelheid niet hoger dan negentig. Het percentage daalt echter zodanig langzaam dat ik ontspannen de laatste kilometers aanga. Oudejaarsdag, de avond valt. Wisseling van oud naar nieuw. Bye bye benzinepomp, symbolischer kan haast niet.

Rek
Waarom een Model Y RWD gekozen als je in de rats zit om wat kilometers? Ik gebruik de auto vooral voor lange stukken snelweg en dan lijkt deze bescheiden 60 kWh-batterij een uitdaging voor de zenuwen. Eerder had Musk geroepen dat de made-in-China-RWD te weinig range had. Het is een batterij op basis van lithium-ijzer-fosfaat met als nadeel een hoger gewicht en een lagere energiedichtheid. Brandgevaar is echter lager dan bij een cobaltbatterij en je kunt deze heel vaak opladen. Tesla raadt aan deze accu minstens een keer per week tot 100% te laden en hem daar zoveel mogelijk op te houden. Zou nu deze zogeheten LFP Europa is binnengevaren iets aan de range gedaan zijn? WLTP-reikwijdte is circa 430 km, maar dat is natuurlijk een lange neus naar de praktijk. Ik schatte tevoren dat 350 km haalbaar moest zijn. Maatstaf is een route die ik vaak rijd en op de kop af tweehonderd kilometers lang is. Daar zou dit gewielde wonder ruim op over moeten houden, zomer en winter. Bij de winterse ritten die volgen hou ik over die afstand gemiddeld 43% over, wat neerkomt op een gebruik van ongeveer 17 kWh op 100 kilometer. Verwarming pruttelde daarbij op een bescheiden 19,5 graden. In de zomer daalt het verbruik en zit aan het eind van deze rit doorgaans rond de 50% nog in voorraad met een gemiddeld verbruik van 14,8 kWh met airco op ‘auto’. De enkele keer dat ik de auto in de stad gebruik daalt het verbruik naar hilarisch lage waarden van omstreeks 11 kWh. Dit kun je makkelijk bereiken door veel ‘op de motor’ af te remmen, wat doet herinneren aan de tijd van de versnellingsbak. Dit regenereren is een soort gratis remmen of gratis rijden, het is hoe je het bekijkt. Binnenstedelijke ritten kosten me op die manier niet veel meer dan een procent of vier, uit en thuis, ofwel tweëeneenhalve kilowatt. Hoewel ik moet laden aan de dure straat is dat nog geen euro. Jongens, daar kunnen we de tram niet voor nemen. Zelfs lopen is duurder. Slotsom van deze bespiegeling is dat bij deze batterij in de winter zo’n 350 km in het vat zit, waar de zomer er nog ruim 50 km bijdoet bij een kruissnelheid van 110 tot 120 km Zou ik een Model Y dual motor met grotere cobaltbatterij en nog meer kracht prefereren? Met nagenoeg dezelfde praktijkreikwijdte, want een laadadvies van max. 80%? Leuk voor de sport. Nodig? Niet echt.

Apps
De echte stresstest komt als je de polders achter de dijken verlaat voor de boze wereld waar de EV nog een bescheiden druppeltje is in een oceaan van geraffineerde producten. Je kunt de accu dan wel volstampen aan de laatste supercharger, eenmaal gearriveerd op je plaatselijke bestemming moet je het doen met wat nog rest in je batterij en niet ieder verblijf leent zich voor een verlengsnoer.
Eerste uitdaging is een klein, anoniem plaatsje in de Franse Ardennen. Verschillende laadapps hebben me op het hart gedrukt dat zich hier twee laders bevinden, waaronder een snelle. En ziedaar het wonder, na een korte zoektocht vind ik ‘s middags achter de lokale Mairie een lader met twee aansluitpunten, AC en een snelle DC. Enige tegenvaller is de plug-in met Hollands nummerbord die hier staat te dromen aan de snellader. ‘s Avonds maar eens terugkomen, denk ik goedmoedig, dit exemplaar zal niet zoveel tijd nodig hebben. Na de maaltijd zet ik opgeruimd de sporen naar de plek van het electrische fastfood. Nee! Hij staat er nog steeds. Een klever. De display van de paal zegt dat z’n sessie beëindigd is. Hoe kan het anders, een plug-in een hele middag aan de snellader. Ik blijk via het display deze sessie zelf te kunnen afsluiten en de stekker uit de landgenoot te kunnen trekken. Na minder dan een half uurtje is mijn RWD weer ruim gevuld en ben ik weg. Had ik pen en waterbestendig papier bij me gehad, ik had hier graag enige opvoedende woorden achter een ruitenwisser achtergelaten.
Tweede test is een vriendelijk maar onopvallend plaatsje aan de Normandische kust, geheel verstoken van laadmogelijkheden. In het weekend loopt het vol badgasten. EV’s zie ik er niet tussen. Ook hier brengen apps uitkomst door vermelding van een aantal laadpalen bij grootwinkelcentra in de buurt. Lidl voorziet op eigen terrein in vier laders, tweemaal AC en tweemaal DC. Dat de techniek ondoorgrondelijk is bewijst een heel vriendelijke Franse heer op leeftijd die een nieuwe Megane E-tech met zijn pasje maar niet aan het laden krijgt. Een jonger echtpaar lukt het een half uur later aan dezelfde paal met een zelfde Megane wel, ditmaal met een laadapp. Al met al, vive la France! Goed plannen en verschillende apps op je telefoon lijkt het recept voor reizen zonder zorgen. Wel beseffen dat bij de Fransen EV’s op een doordeweekse dag nog exoten zijn. Als het daar menens wordt zijn die paar paaltjes het equivalent van drie keer niks.

Broeden
De kleine batterij laat zich snel vullen. Aan een supercharger zit ik na 15 tot 20 minuten al vaak aan de 80 tot 90 procent. Van de efficiëntie van de wagen profiteert ook de portemonnee. Stroom aan de paal is geen koopje meer en dat zal het ook wel nooit meer worden. Achter de schermen broeden de slimme jongens en meisjes van het ministerie van Financiën bovendien op BPM-achtige constructies om ons onze jaren van vrijheid stevig betaald te zetten. Wie de EV nog een paar jaar uitstelt, wordt straks naadloos gefiscaliseerd.

Dikkigheid
Net als bij benzineauto’s vind je onder de EV’s dikke en minder dikke auto’s. Dikke auto’s zijn bijvoorbeeld de BMW iX of de Mercedes EQE-SUV. Deze luxe mastodonten wegen meer dan 2400 kg schoon aan de haak en draaien hun rondjes op lithium-accu’s van zo’n 100 kWh. Of dit bijdraagt aan een betere wereld mag u zelf beoordelen. Een Tesla is een efficiënte, complete, ICT-gedreven EV en heeft ruim voldoende aan boord aan snufjes en voorzieningen. Dik zijn past hem niet. Grotere accu’s zijn leverbaar, maar geen noodzaak. Een equivalent van een dikke Duitser zal hij dan ook nooit worden, zelfs niet made in Berlin.
Er kleeft wel een nadeel aan dit gebrek aan enige hang naar dikkigheid. De wens om je in de watten te leggen is bij genoemde merken meer geëvolueerd. De model Y is stil, duidelijk stiller dan mijn Outback. De vering is echter straf. Zo is hij niet dol op putdeksels, ribbels en naden of ingelegde asfaltplakken, het favoriete lapmiddel van sommige naburen. Die confrontaties laat hij ook horen, niet opdringerig, maar duidelijk waar te nemen. Waar het asfalt geen biljartlaken is, maakt deze stugheid de wagen onrustig. En wie zei er ook weer dat zitten een werkwoord is? Deze zetels schijnen dezelfde te zijn als in de model 3, een veel lagere auto. Heel prettig voor de heer Musk, want dezelfde productielijn, hartstikke efficiënt en dus goed voor de marge. Na acht maanden heb ik mij verzoend met deze stoel, na deze talloze malen omhoog, omlaag en naar alle standen hiertussen te hebben gedirigeerd. Het resultaat is het net niet, ondanks de traploze electrische verstelling. Ik zit te hoog of te laag, de hoek klopt niet helemaal, echt lekker zitten is anders. De zijoren van de zitting zijn te rechtopstaand en lijken je dijen klem te willen zetten. Het zogeheten kunstleer is bloedheet in de zomer en lijkt een beetje op de rekbare bitumen die Toyota over z’n voeringen spant. Op bekledingsgebied ben ik een zeur, ik geef het toe, maar wat is nu belangrijker dan zitten als je urenlang niet veel anders doet? De Outback had leer met perforatie. Dat was zitten. De nieuwe model 3 wordt inmiddels geleverd met geperforeerde bekleding en stoelkoeling en beschikt tevens over een meer genadig onderstel. Ik zou zeggen, zet dat alles zo snel mogelijk ook op de Y. Net wat ‘ie nog nodig heeft om er, zo niet een dikke, dan wel een aangenamere auto van te maken.

Spookwissen
Het ruitenwissen of beter gezegd spookwissen is veel beschreven. Hoe een bedrijf kan menen dat het dit proces anders dan alle anderen kan organiseren is misschien tekenend voor de zelfoverschatting van hightechneuten. Net als het vervangen van de parkeersensors door camera’s, wat tot nu toe vooral nerveus lichtende kronkeltjes op het beeldscherm oplevert. Juist bij een wolkenloze hemel, overdag of ‘s avonds en ‘s nachts kan het ding enthousiast aan het wissen slaan. Op een kurkdroge voorruit. Uitzetten onmogelijk, zolang je de veel gebruikte cruisecontrol en stuurassistentie niet uitzet. Het kan nog fijne krasjes opleveren. Er is geen remedie anders dan wachten tot ‘ie zeker weet dat je murw bent en je je met gebaren achter het stuur gewonnen geeft. Daarna gaat het weer een tijdje goed. Ik heb mijn ergernis inmiddels vervangen door een actieve bestrijdingstactiek: sproeien! Geef het ding een waterbed als hij nukken krijgt. Je krijgt er ten minste een schone ruit voor terug. In een van de grote zijgaten naast de wielkasten in de kofferbak heb ik een vijfliterflacon sproeimiddel gestationeerd om deze strategie geregeld bij te vullen. Dit hoort eigenlijk bij de uitrusting van iedere Tesla: grote flacons voor zomer en winter en een reserveset wissers. Standaard mee te leveren.

Klonk
Of een auto geslaagd is merk je aan de manier waarop je er iedere keer instapt. Na acht maanden heb ik nog steeds lol in het ding. Het apparaat laat zich als vanzelf bedienen, voelt stoeisterk, is redelijk comfortabel, versnelt moeiteloos, komt ver zat, laadt vlot genoeg en is een omnitalent in gebruiksmogelijkheden. Van opzij is het een wat opgebolde familiewagen, terwijl de voor- en vooral brede achterkant meer passen bij een sportauto. De prijsstelling is scherp en lijkt in grilligheid het innerlijk van CEO Musk te weerspiegelen. Dat de portieren van mijn door de wol geverfde Outback meer de klassieke klonk lieten horen is een feit. Een Tesla-portier klinkt scheller, dunner. Maar het metaal van de model Y komt robuust uit de gooi- en smijttest van de NCAP. Oog en oor kunnen dus bedriegen. De portemonnee blijft op z’n hoede.

Mazzel
Dit lijkt een voorlopig succesverhaal. Toch had ik een toontje lager kunnen zingen. Nog geen twee weken in het bezit van de wagen, lees ik dat de prijs voor dit model omlaag is geschroefd. Drie mille maar liefst. Ai. Dat knarst voor deze particulier die de wagen bij de kassa heeft moeten afrekenen. Ik moet denken aan de vriendelijke jongeman die mij aanraadde maar vast te bestellen. Dan zet u de prijs immers vast. Ik dacht mijn slag te slaan. Oud denken, besef ik nu. Op fora zoek ik naar gedeelde smart. Koortsachtig zoeken levert me het inzicht dat een Tesla eigenlijk een op afstand besteld broodrooster is. Een broodrooster pak je thuis uit en als iets je niet bevalt, stuur je ‘m gewoon terug. Zonder opgave van reden. Hoeveel tijd heb ik nog? Nog één dag. De stoute schoenen en een telefoongesprek de volgende dag leveren me een maand later een terugstorting op van het volledige verschil. Oef. Opluchting. Mazzel ook. Twee dagen later had ik vast het nakijken gehad. Dat rijdt toch anders.

Zwieper

  • 18.000 km

Zelf sturen of zelfsturen? Het lijkt hetzelfde, maar toch gaapt er een wereld van verschil. De spelling geeft een subtiele hint. Stel dat de verkoper in de showroom je enthousiast vertelt dat de auto waar je op valt zelf sturen mogelijk maakt, dan zul je ‘m vreemd aankijken. Daar kwam je toch voor, om je heer en meester achter het stuur te voelen, als een kapitein op z’n schip? Maar schrijf de woorden als een begrip aan elkaar en we hebben wat Tesla als revolutionair handelsmerk heeft gelanceerd. Om het nog meer verbeelding mee te geven heeft men het autopilot gedoopt als personificatie van het autonome vooruitgangsgeloof. Het maffe is dat deze piloot - voor kenners afgekort tot AP - behoorlijk eigenwijs is en zichzelf ook als heer en meester gedraagt. AP doet dat met name op een heldere avond, wanneer we met een gangetje van 115 km/u onder leiding van AP over de linkerbaan snorren, de handen losjes aan het stuur. We passeren een vrachtauto. Nog niets aan de hand. We kleuren netjes tussen de doorgetrokken lijn links aan de kant van de vangrail en de onderbroken middenlijn rechts. Dan maakt de auto ineens een zwieper alsof iemand ‘m een douw van opzij geeft. Mijn partner naast me slaakt een gil. In een reflex geef ik tegenstuur, een kleine slinger volgt over de middellijn, het systeem mekkert toeters en bellen, kortom, ik schrik me voor het eerst in m’n autocarriere het leplazarus. Een enkele keer eerder gaf AP me een tegenzetje toen hij het niet eens leek te zijn met een naar links ingezette inhaalmanoeuvre. Dat was nog makkelijk corrigeerbaar, maar dit? Levensgevaarlijk. Zagen de camera’s iets van opzij? Kwam de vrachtauto een paar centimeter te dichtbij? Lag er iets langs de weg? Zat er iets voor de cameralens? Een raadsel. Mijn partner bezweert me AP op verlof te sturen. Het systeem toont zich niet foolproof en lijkt een exponent van overgroot vertrouwen in de machine.
In het menu van de auto kun je onder automatisch sturen kiezen tussen uit, waarschuwing en stuurcorrectie. Het vinkje stond al te gretig op het laatste en heb ik nu op waarschuwing gezet. Ook wel ironisch: je bent dubbel gewaarschuwd. Waarover ging ook weer Kubrick’s A Space Odyssey? De toelichting in het menu is duidelijk niet geschreven door de afdeling marketing. ‘Wilt u automatisch sturen inschakelen, ondanks dat het in beta is?’ De pen van de jurist die iedere schadeclaim zal verwijzen naar eigen schuld, dikke bult.
AP is wat mij betreft niet geslaagd voor het rijexamen. Er zijn veel situaties waar het systeem een onvoorspelbaar maatje is, in de buurt van objecten langs de weg, viaducten, wegovergangen en bij drukker verkeer. Ook remt AP soms volkomen onverwacht. U en ik zouden bij het CBR op herhaling moeten als we dat flikten, maar AP komt ermee weg. Hoe kan dat? Kan ik bij de ruitenwissers nog wel de humor inzien van overdadig gezwiep, die andere incidenten raken direct aan de veiligheid en zijn eigenlijk onvergeeflijk.
Sinds kort heb ik een softwareupdate ontvangen waardoor de zijcamera’s een veel natuurgetrouwer beeld produceren, met hogere resolutie. De Tesla heeft zogezegd een paar nieuwe brillenglazen. Mooie gimmick, maar ik hoop dat AP er ook zijn voordeel mee doet. Voorlopig maar zelf sturen. Twee woorden!

Bonnetjes

  • 21.000 km

Nog een paar dagen en dan viert deze automobiel zijn verjaardag. Zijn straatverjaardag, wel te verstaan, want de conceptiedatum in een verre Chinese assemblagefabriek zal een maandje eerder zijn geweest. Niet heel veel eerder, want de boot slurpt de verse auto’s zo snel mogelijk op om deze aan de overkant van het grote sop aan de man te brengen. Een mooi moment om het verbruik na een jaar te peilen. Bij m’n benzineauto’s hield ik dat altijd vrij scherp bij. Ongetwijfeld een tik, want het dient weinig, de marges zijn gering en eigenlijk weet je zelf al lang wat het effect van je voet op het pedaal onder de meeste omstandigheden is. Bij een EV heb je echter een excuus. Veel, zo niet alles draait om bereik. En zomer en winter kunnen per merk en auto een wereld van verschil maken.
In de auto werkte ik met bonnetjes van de pomp, waarop ik het aantal kilometers krabbelde. Dat alles hoeft niet meer. Leve de digitale EV! De auto weet zelf behalve de afstand hoeveel kilowatts door het systeem zijn gegaan. In de Tesla-app vinden we alles wat we nodig hebben, aantal km’s en kilowatts, verdeeld naar AC en DC (snel) laden. Omdat het inmiddels een jaarcijfer is, zullen incidentele afwijkingen hiermee glad zijn gestreken. Het aantal km’s van ruim 20.000 gedeeld door kWh’s levert een gemiddeld jaarverbruik op van ca. 16,1 kWh op 100 km.
Er is wel een kleine adder onder het Tesla-gras. Mijn laadpass-apps geven na iedere laadbeurt aan twee of meer kWh méér geladen te hebben dan de app van de auto zelf beweert. Ergens verdwijnen er kWh’s in het systeem. Op het eerste gezicht niets nieuws. Boordcomputers van brandstofauto’s onderhouden eveneens een lastige relatie met de werkelijkheid. Toch verwacht je van een EV meer accuratesse. Het zij zo. Maar met een opwaartse correctie van pakweg 5 procent blijft het gemiddelde verbruik met ca. 16,9 kWh nog net onder de 17, wat voor zo’n wagen in EV-land met de huidige stand der techniek topscoren is. Op de LFP-accu van netto 57,5 kWh betekent dat een gemiddelde reikwijdte van ongeveer 340 kilometer, met zomerse ups en winterse downs. Dit alles bij voornamelijk snelweg met zo’n 110-120 km/u.
Grootste reikwijdtekiller, afgezien van onbetwiste zuiplap Zware Voet? Een combinatie van lage temperatuur, regen en ontbrekend open asfalt, voornamelijk bij de zuiderburen. Daar ploegen de banden zich op dicht beton nog door een film van water naar hun bestemming. Dat is een echte energievreter van wel 25 tot 30%. Lage temperatuur alleen kan het verbruik met 20% in de min drukken. Voor echte kou en echte sneeuw, ver onder nul, hier in Europa haast niet meer te krijgen, raadplege men de geweldige vriesfilmpjes van TeslaBjõrn. Bij zomerse temperaturen en 100 km/u daarentegen zoemt de auto voort met een verbruik van nauwelijks meer dan 15 kWh/km.
Sinds deze week heb ik de auto voor het eerst op winterschoenen staan. Na het lezen van positieve tests wilde ik graag het sneeuwvlokkenzusje van de Hankooks (evo). Een voor fans bekende firma in het midden des lands bleek me die snel op nieuwe Gemini-velgen te kunnen aanmeten. Eerste impressie na een rit van 100 km huiswaarts: stille band, licht hoger verbruik (18 kWh) en ja, zachter rubber maakt de auto op klinkers en ribbels comfortabeler. Misschien de zomerbanden in het voorjaar voor de verzachting een zuchtje minder hard opblazen? Veel meer goede voornemens lijkt de auto niet nodig te hebben.

Referral?

  • 22.000 km

Er was een tijd dat je zegeltjes kon sparen. Uitknippen en opplakken op een kaart die de vloeistof van de lijm in zich opzoog en met de toename van het aantal geplakte exemplaren steeds bobbeliger werd. Dat plakken werd beloond met een kado uit de collectie van de fabrikant, waarbij je vergat dat die gratis zegeltjes eigenlijk uit je eigen zak kwamen. Zoals Godfried Bomans al eens vaststelde bespaarde de koopjesbeluste Hollander niet op een kwartje om een dubbeltje te scoren. In de Teslawereld gaat het digitaal interactief en is het dubbeltje mede met de inflatie ook meer uit de kluiten gewassen. Het zegeltje wijst als zogeheten referral de weg. Bestellen via de hieronder geplakte link levert u op dit moment een korting van € 250 op bij aankoop van een Y, S of X. De zegelplakker zelf verdient wat gratis geladen kilometers. Of u dat doet is geheel aan u. Een impulsaankoop zal een Tesla niet gauw worden. De een vindt het merk een aanfluiting van het automobielwezen, de ander rijdt er probleemloos mee weg. Afschuw en verrukking zitten naast elkaar op de zetel. Maar mocht u, beste lezer, ergens tussen deze twee uitersten dit merk overwegen, voel u dan vrij om - ijs en weder dienende - onderstaande referral-link voor uw bestelling te gebruiken.

[Tesla referrallink verwijderd. Dit is niet toegestaan, zie de huisregels. - moderatie.]

Op de latten

  • 25.000 km

Laptop
Een rijdende computer. Dat is wat vaak gezegd wordt over een auto als deze. Meestal betekent die omschrijving geen duimpje omhoog, maar is het de uitdrukking van de kloof tussen een echte automobiel die de kuilen in het wegdek soeverein overmeestert tegenover een veredelde laptop op wielen. Zo’n apparaat kan wel goed rekenen, maar zijn bonkig onderstel, geassembleerd door onwetende nerds, legt het zwaar af in vergelijking met een auto van vlees en bloed en de geur van olieproducten.
Overigens moeten we de betekenis daarvan niet onderschatten. Zoete herinneringen bewaar ik aan de geuren van olie en rubber in de bedrijfsgarage, zijstraat Aert van Nesstraat in het Rotterdam van pakweg een halve eeuw terug, waar het technisch wonder klaarstond dat mijn vader als auto van de zaak mocht lenen. Een heuse Simca met een machtig dashboard, onbeschaamd glimmend chroom en een garagist die er de laatste poetslap nog even overheen haalde. Nagekeken en klaar voor de rit. Onze rit! Een gevoel van sensatie vervulde het jongenshart dat dit alles mocht beloeren en opsnuiven. Het met meters en knoppen imponerende dashboard als zenuwcentrum van de macht dat het vertrouwen uitstraalde om het hele construct in de hand te houden.
Maar het jongenshart van toen is inmiddels geëvolueerd of, als je het zo wilt zeggen, ontnuchterd en werpt z’n blikken nu op een tablet (uitgesproken als tèbblèt, maar was dashboard ook al niet iets van Anglofielen?), op zoek naar de soms speelse tekenen die hem informeren over het wel en wee van dit apparaat. Een reukloos manifest. We gaan deze rijdende rekenkracht nu eens echt op de proef stellen, want we gaan op de latten. Langlauf. Zo’n elfhonderd kilometers scheiden ons van een goed gespoord sneeuwplateau. Voor het eerst weer sedert de Corona-pandemie.
Voor die tijd reed ik het stuk in een enkele keer. Een kwestie van vroeg vertrekken en diep ademhalen. Met deze Tesla Y RWD met circa 57 kWh te benutten accu-capaciteit schat ik de reistijd inclusief laden op zo’n veertien uur, reden om de heenweg nu te knippen in tweederde-eenderde met een overnachting. Ingolstadt, geboorteplaats van Vorsprung durch Technik en zelfs voorzien van een Audi-museum voor bedevaartsgangers, leent zich mooi voor deze pitstop. En ja, het is verbluffend hoe de auto je langs de Superchargers loodst. Telkens zo uitgerekend dat je met zo’n tien tot vijftien procent aan komt zetten. Op de terugweg worden dat overigens andere getallen, maar daarover straks. En je komt nog eens op onbekende aanlegplaatsen. Zo voelt het ietwat komisch als ik als eerste halte vroeg in de ochtend de auto aanleg in Moers, niet ver over de grens bij een hotel met de bekende Toekan. Terwijl de hotelgasten nog slaperig aanschuiven aan het ontbijt, been ik vriendelijk groetend langs de receptie naar de gastentoiletten waar nog grote stilte heerst. Met dank aan de ondernemersgeest van de twee ooit grondleggende broers èn de lepe Musk die hier een legbatterij aan Superchargers heeft geposteerd. Met honderd procent vertrokken in een opgewarmde auto heb ik die dag in totaal drie laadstops nodig om zo’n achthonderd kilometers verderop de mast te strijken en mij te melden aan de balie van het tevoren uitgezochte hotel. Bovendien beschikt dit hotel over liefst twee eigen laadpalen met vier aansluitingen, een maximale garantie tegen reikwijdtestress.

Zo lijkt het tenminste. Je bent in Nederland gewend aan een waar laadtapijt. Dat de praktijk over de in dit geval Duitse grens niet noodzakelijkerwijs een spiegelbeeld hiervan is, merk je al snel. Zo toont het verkeersbeeld slechts weinig EV’s, nog terzijde gelaten dat fossiele ontkenners je hier soms met astronomische snelheden voorbijscheuren. Na aankomst koppel ik de auto aan de stroompaal bij het hotel. Kaartje ervoor houden (Maingau, veel voordeliger dan het merk met de schelp) en er gebeurt … niets. Er brandt weliswaar een lampje, maar laden ho maar. Andere kaart, zelfde resultaat. De andere paal proberen. Floep, het werkt! Braaf koppel ik eind van de avond weer af, bijna helemaal opgeladen. De volgende ochtend vroeg uit de veren om nog voor het ontbijt de auto aan de paal op te warmen. ‘Los’ opwarmen zuigt kostbare kilowatts uit de accu, zeker bij deze luttele graden onder nul. Ai, de vrije succespaal van gisteren is nu aan twee kanten bezet door de firma BMW. De weigerpaal dan maar weer proberen. Doet nog steeds niets. Een nummer dat erop staat gebeld. Wachten. Contact. U bent verkeerd, wij zijn de fabrikant, u moet de operator bellen. Dit schiet niet op. Op naar de receptie. Wie kan dit voor me oplossen? Hebt u al ontbeten? Ik besluit het over te laten en werp mij in de ontbijtzaal op de croissants, met een schuine blik naar het zich buiten afspelende pièce de résistance. Twee mannen in overall zijn er druk in overleg, bekijken intensief het display van de laadpaal en gesticuleren dan naar mij achter de ramen. Naar buiten. Of ik mijn kaart er nog eens voor wil houden. ‘Sie sind der Profi’. Nu, dat valt tegen heren. Braaf voldoe ik aan het verzoek, trek de kaart en ziedaar, als vanzelfsprekend springt hij nu aan. (Ont)lading! Wat was nu de panne, informeer ik bij deze blijkbare onderhoudsmensen van het hotel. Een van hen gebaart ten hemel. En spreekt een magisch woord: ‘Sicherung’! Ze hebben ‘m gewoon aan en weer uit gezet. We lachen erom. Natuurlijk. Een zekering. Weet je niks, dan weet je alles. Vorsprung durch Technik!

De boeren
De nieuwe dag begint dus goed, maar ook met een luid getoeter op de uitvalsweg voor het hotel. Wat is hier aan de hand? Boerenacties zijn begonnen. Ook in Duitsland gaan de trekkers in de proteststand. Symbool van alle onrecht is het afschaffen van het belastingvoordeel dat de boeren genieten op hun ‘Agrardiesel’. Ook hier speelt op de achtergrond de CO2-discussie, maar tegelijkertijd dat de Duitse regering snel moet bezuinigen. Ook het als compromis stapsgewijs afschaffen van de dieselsubsidie vegen de boeren van tafel. Dat betekent deze week landsbreed blokkeren van wegen en langzaamaanacties.
Daar kom ik een uurtje later achter. Na eerst driebaansbreed met weinig verkeer op kloksnelheid 130 te zijn doorgekard in het zicht van de lokkende bergen, kom ik in een slepende file terecht tussen München en Salzburg. In een bocht ontwaar ik in de verte de blauwe zwaailichten van een politie-escorte dat de langzaamaanboeren aan de kop van de file begeleidt. Het verkeer om mij heen ademt goedburgerlijke berusting. Mij rest niets anders dan hetzelfde.
De computer had mij eerder uitgerekend op zo’n zes à zeven procent restlading bij de volgende pitstop. Maar wel bij gewoon doorrijden. Dit is een mega file met nog vijftig kilometers te gaan. Met horten en stoten werkt de langgerekte slang van auto’s zich de volgende twee uur in idyllisch besneeuwd landschap voorwaarts. Geregeld schiet mijn onrustige blik naar het display. De zeven procent worden zes procent, maar de auto houdt dit getal stug vol. Ondanks de vriestemperatuur die gelukkig niet nog verder zakt. Na dertig kilometer sjokken schiet ineens de stop eruit. Boeren af. Vrij baan! Met de toegestane 120 km/u spurt ik de laatste twintig kilometers naar Supercharger Piding, waar nog vijf procent rest. Gehaald! Zowel blaas als accu zijn getest. Oef. Zo onbetrouwbaar als z’n ruitenwisser, zo keigoed is de rekenarij van dit product.

Unverfroren
Bij de toebehoren van de auto is een snoer waarmee je ‘m aan het gewone stopcontact kunt leggen. Lijkt mij iets voor vakantiehuisjes in de Pyreneeën. Ook mijn Oostenrijkse wintersportdorp heeft inmiddels geïnvesteerd in een drietal publieke laadpalen over twee locaties, waarvan een op een steenworp van het hotel. Heerlijk warm vertrekken zou dat worden. Ook hier is de wereld weerbastiger dan thuis. Eerst een maagdelijke mop sneeuw van de paal vegen. Auto aankoppelen. Kaartje trekken. Geen stroom, meldt de auto. Paal blijft ijskoud voor mijn laadverzoek. Paar dagen later opnieuw proberen. Nog steeds nulkommanul. Mopperend kabel weer oprollen, sneeuw en ijs afvegen en zo goed en zo kwaad de frunk weer in. Vriendelijke jongeman in het aanpalende toeristenbureau weet te vertellen dat deze echt defect is. Aan- en uitzetten gaat hier niet op. Monteur geweest, onderdeel besteld. Komt u na het weekend maar terug. Leuk, maar dan moet ik juist naar huis. Op naar de twee zusterlaadpalen in het centrum van het dorp. Vier aansluitingen beschikbaar, zegt de app. Voor de eerste staat een Duitse Tesla, zonder aangekoppeld snoer. Voor nummer twee staat een Hongaarse benzinebus. Een Slowaakse diesel pauzeert bij nummer drie. Ik knijp in mijn handen met nummer vier. Dit brengt je weer bij het besef dat de toekomst voor velen nog even wennen is. Een dag later is er een groot plakkaat aangehangen. ‘Nur EV’s!’ Ze doen er hun best. Dat wel.

Dan de thuisreis. Start bij vier à vijf graden onder nul. Net als bij de heenreis voorverwarmen, ongeveer twintig minuten. Maar nu dus stand-alone. Wat? Bijna zeven kostbare kilowatts van m’n niet zonder moeite vergaarde voorraad verbruikt? Bij benzine maal je er niet om. Stroom lijkt nu wel goud.
De elfhonderd kilometers, inderdaad ‘s avonds laat geklokt op veertien uur, doe ik in één stuk en zijn allesbehalve een eitje. Het sneeuwt die januaridag in meer of mindere mate vanaf de Oostenrijkse start tot en met de aankomst in de Lage Landen. De autocomputer toont zich in al zijn grilligheid. We hebben het dan nog niet eens over de ruitenwisser die sneeuw ziet als onbekend fenomeen. Wel automatisch wissen of niet? Meestal niet. Dus voortdurend met de hand aanpassen en de wisfrequentie vastzetten op het display. Ook de autopilot heeft dikke pret. Nauwelijks ingeschakeld, op de gewone cruise control, meldt hij slecht zicht en geeft er de brui aan. Een paar seconden later doet ‘ie ‘t weer wel. Of weer niet. Of ziet een fictief bord en schakelt ineens om onbekende redenen de snelheid omlaag. ‘Voor uw veiligheid’. En een paar tellen later weer niet. Of wel. Dit gevoegd bij het slechte zicht maakt de rit soms behoorlijk stressvol. Eigenlijk bagger, dat ‘vision only’ van Musk en in dit soort omstandigheden ronduit gevaarlijk. Euro NCAP zou hier een ster voor moeten aftrekken. Tijd voor een actie? Dat maakt scherp.
En krijgen we nog inspraak? Onderweg calculeert de computer dat ik wel een Supercharger kan overslaan en verlegt m’n pauzestop naar enkele tientallen kilometers verderop. Met nu nog maar een vijf procent rest. Dat voelt erg krap. Kan hij dat eerst niet even voorleggen? Zo van wat zou u ervan denken als? Mijn blaas protesteert en ik zet de sokken erin. Meteen volgt een waarschuwing. Niet harder dan 120 km/u als u uw bestemming wilt halen. Wat? Hij zet me op rantsoen! Terwijl ik nergens om gevraagd had. Tesla-wise inmiddels begrijp ik dat ook dit een momentopname is en vijf minuten later maak ik onbestraft meer tempo.

Saldo
Toegegeven, in efficiëntie is het ontwerp heer en meester. In de sneeuwjacht bij een paar graden onder nul, op de Hankook Evo Snowflakes met waar het kan snelwegtempo 120/130 loopt het verbruik op de meter niet hoger op dan 22 kWh. In reële kilometers een bereik van behoorlijk minder dan 300 km. Maar dat laatste is eigenlijk niet eens relevant. De Supercharger blaast na iets minder dan twee uur rijden de accu zo weer vol en met twintig minuten meldt de app al dat je voldoende hebt voor de volgende passage. Terwijl jij nog in de rij staat voor de koffie of de plee. Zo gaat het bij alle stops. Bij elke doorstart laadt de accu binnen die tijd op tot ruim 90%. Ik nam op gegeven moment de verse koffie snel mee de auto in. Warm aan het snoer, geluidsinstallatie aan, relaxen. Bij welke Burgertent zijn we nu weer beland? Vaak sta je buiten, een enkele keer onder een hemel van zonnepanelen (Geiselwind, wat een naam!). Het saldo van Musk z’n product is bij mij vooralsnog batig. Of is het haat-liefde? Wordt vervolgd.

Referral?

  • 25.000 km

Mocht u, beste lezer, ergens tussen deze twee uitersten in, dit merk (auto, accessoires of een proefrit) overwegen, voel u vrij om daarvoor onderstaande referral-link te benutten. De kortingsaanbiedingen van Tesla veranderen voortdurend, maar een bestelling langs deze weg levert altijd voordeel op.

[Tesla referrallink verwijderd. Dit is niet toegestaan, zie de huisregels. - moderatie.]

Armpje drukken

  • 26.385 km

Sinds enige tijd bekwaam ik ongevraagd mijn spierextremiteiten. In minder neutrale termen zou je het een vechtsport kunnen noemen. Keuze heb ik niet. Het heet armpje drukken. Bij EV’s vraagt de automatische piloot, beter gezegd de veredelde stuurassistent, na een x-aantal tellen een beroering van het stuurwiel, zodat hij weet dat je niet zit te slabakken, slaapt of tijdens het rijden in het dashboardkastje zit. Beroering is een begrip dat Tesla een geheel eigen interpretatie verleent. Je moet zo ongeveer aan het stuur gaan hangen om de software ervan te overtuigen dat je nog voldoende stuurvaardig aanwezig bent. Waarna je je greep even mag laten verslappen. Al spoedig begint het scherm blauw op te lichten en sommeert het je het wiel te grijpen, steeds nadrukkelijker in je pupillen priemend als je niet reageert. Het voelt ietwat dreigend. Een houding van wie heeft deze auto eigenlijk gekocht helpt je niet verder. Onvoldoende respons naar het oordeel van de auto levert een soort strafpunten, die vlot oplopen tot verlies van autopilot voor een aantal weken. Daar zit je dan, kapitein op een schip dat jou doodleuk degradeert tot lichtmatroos. Is dat tikje tegen het stuur dan zo moeilijk? Andere merken schijnen de bestuurder nog met het nodige respect te behandelen. Ik zag op een testfilmpje een Mercedes genoegen nemen met een aai van het lederen stuur, zoals een heer van stand dat zou welgevallen. Niet bij Tesla. Je moet haast wrikken, het duivels rode stuurtje verschijnt, het blauw laat zich niet vermurwen, ik krijg ‘t niet uit - shitterdeshit! - je raakt geïrriteerd. U doet niet (meer) mee, zegt het systeem doodkalm. Armpje drukken. Soms denk je geslaagd te zijn voor de test, maar blijkt autopilot gewoon te zijn uitgeschakeld omdat je door het gewrik z’n tolerantie hebt overschreden. En rij je met los stuur, terwijl jij dacht dat de piloot nog geactiveerd was. Is me een paar keer overkomen. Meest effectief lijkt te zijn met je armen iets uit het midden onderaan het stuur te hangen. Als alternatief zijn aftermarket zelfs domme hanggewichtjes voor deze superslimme auto te koop. Verleidelijk, maar niet zonder risico. Voor juristen een interessante vraag. Is autopilot een vaste producteigenschap, waarvoor bij de kassa netjes is afgerekend? Mag Musk die zomaar, tijdelijk of niet, aan jouw auto onttrekken? Over de uitslag is vast te corresponderen. Vooralsnog wacht ik op een sofwareupdate om dit regime te verzachten. Om met de Britten te spreken: take back control!

[Tesla referrallink verwijderd. Dit is niet toegestaan, zie de huisregels. - moderatie.] (met dank aan de gebruiker(s))

Alarm!

  • 31.000 km

Ik wist niet dat ik het in mij had! Het zijn de woorden van onze nationale stripfiguur die zichzelf allerminst laag inschatte. Hoewel je je kunt afvragen of de generaties van heden zich bij heer Bommel en de Oude Schicht iets kunnen voorstellen. De Oude Schicht, een zichzelf tegensprekend wonder op wielen waarvan snelheid wel de laatste de eigenschap was die je je bij het vehikel kon voorstellen, voorzien van een cabrio-klaphemel die de heer van stand met behulp van een ijzerwerkje harmonicagewijs boven zich kon uittrekken. Verplaats deze uitspraak naar de EV van vandaag en hij krijgt nieuwe betekenissen. Zo parkeer ik de voiture ergens in een Vlaamse straat en ga vervolgens argeloos op zoek naar een achteraf als straatmeubilair verstopte betaalzuil voor mijn inbeslagnemen van de publieke ruimte. Na het ontsleutelen van de gebruiksaanwijzing en het doneren van de juiste som keer ik op mijn schreden terug zie vanuit de verte de Tesla in alle staten. Pèp-pèp-pèp toetert hij onafgebroken en strooit er ritmisch aangesloten lichtsignalen bij uit. Wat gebeurt er? Mijn vrouw zat nog in de auto te wachten. Er zal toch niet iets? Van alles gaat in een paar tellen door je hoofd, terwijl je hartslag een porretje krijgt. Ik graai ondertussen naar telefoon en Tesla-app. Alarm gaat af, zegt het ding. Een loepzuivere constatering die weinig nieuwe inzichten biedt. Versnelde draf autowaarts. Weer schalt pèp-pèp-pèp omhoog tegen de gevels van de straat. Daarna zwijgpauze van de als een doorgedraaide puber ontketende Tesla. Aangekomen bij de auto straalt mijn eega gelukkig de nodige ruist uit. Het alarm ging af, zegt ze, terwijl ik om de auto heenliep om de kofferbak te openen. Mijn van slag geraakte denkraam komt snel bij zinnen. De telefoon. De telefoon zit in mijn mobiele zak. Mijn vrouw heeft ook een telefoon, maar die is niet verbonden met de auto. Moesten we nog eens doen, niet aan toegekomen. Volgens de auto zat er dus een ongeautoriseerde in, die ook nog eens een portier opendeed en doodleuk in de kofferbak wou snuffelen. En had ik niet ooit gedachteloos in het menu het vinkje bij ‘Alarm’ aangezet? Dat zou wel niet veel uitmaken, dacht ik, wie wil er nou een EV stelen met een verhoudingsgewijs beperkte actieradius en kortademige topsnelheid om buiten bereik van het blauwe zwaailicht te blijven? En wat zou dat alarm voorstellen? Maar de auto maakt er dus serieus werk van. Ik wist niet dat hij het in zich had! Standaard ingebouwd alarm in deze volks-EV die door velen zowel gekoesterd als gehaat wordt om nagenoeg dezelfde eigenschappen. Nog een opgave voor het denkraam: hoe zet ik het alarm op afstand weer uit? Terwijl ik me probeer niet te generen voor de blikken van voorbijgangers, speur ik op de app. Een aan/uit-knop ontbreekt. Die zit wel op het menu van de wagen. Uitzetten geschiedt door op een willekeurige functie van de app te klikken, lees ik later. Mijn gebrekkig ICT-denken loopt duidelijk achter bij dat van de programmeurs.

Ik ben het gedoe alweer vergeten, wanneer een paar maanden later een buurman aanbelt. Mijn auto staat een paar straten verderop alarm te slaan, vertelt hij, het is maar dat je het weet. Ik voel het porretje weer. Een blik op de app die gepaard aan de telefoon onderin een tas bivakkeert. Frunk staat open, luidt de diagnose. Ik zie daarbij een plaatje van de voorklep die als een wijd gapende muil openstaat. Had ik hem niet goed toegedrukt bij het uithalen van de laadkabel? Heeft iemand het ding bruut opengewrikt? Wat ligt er voor het grijpen, behalve een oude deken? Jas van de kapstok gegrist en in een ongemakkelijk snelwandeldrafje koers gezet naar de rampplek. Bij het naderen zie ik niks geks, evenmin de gapende bek van het EV-monster. Eens beter kijken. De frunk heb ik blijkbaar niet helemaal in de vergrendeling gedrukt. Hij zit er half in en kiert een grove centimeter. Niet gezien en op m’n gemak weggelopen.

In de online gebruiksaanwijzing lees ik later dat het alarm zichzelf na een minuut activeert. Maak er maar een paar minuten meer van. Enigszins ongeruststellend. Een geluid- en lichtshow als je de hoek om bent of thuis net je pantoffels hebt aangetrokken. Een heus ingebouwd alarm in mijn EV, slechts met een vinkje te activeren. Ik heb het nu toch maar uitgezet. Rust is nedergedaald. Stelen uit een auto is een algemeen risico. En een Tesla stelen? Dergelijke Golf-ambities kent de wagen niet.

In de knijp

  • 37.000 km

Nooit had ik gedacht nog eens in de knijp te komen zitten. Een horizon zonder stress. Immers, heeft Tesla niet het eigen laadnetwerk, waarin de wagens zijn opgehangen als bolletjes aan een zeewierstreng? Instappen en gaan, zonder vooraf naspeuren van routes en het aantekenen van laadstops. Zat ik vroeger als LPG-rijder niet tot ‘s avonds laat voor vertrek nog kromgebogen over een Europese wegenkaart uit te vogelen waar die pufjes gas onderweg verkrijgbaar waren? M’n ogen prikten achter de brilleglazen van vermoeidheid. Minerale laadangst avant la lettre. Gelijkenis met het e-tijdperk: ik kwam er niet veel verder dan 400 kilometer mee. De snelle bajonet- en de meer omslachtige LPG-schroefaansluiting, wie kent ze nog? Ik heb de ijzeren reisadapters (verkrijgbaar bij uw ANWB!) met de Subaru meegegeven aan de nieuwe eigenaar, een LPG-adept met een hoog aantal wekelijkse kilometers. Maar nu! Zonder morsen en morrelen de stekker van Musk zijn rode stroomzuilen in de flank van de auto steken. De software rekent op een haar na uit waar je moet laden en hoeveel je overhoudt, met een nauwkeurigheid en zekerheid die iedere twijfel doet verbleken.

Deze zomer wordt het mij niettemin bleek om de neus. Kan niet, het computerprogramma waar dagelijks door de fabrikant ingehuurde nerds aan slijpen is onfeilbaar. En toch. We bevinden ons bij de supercharger in Merklingen, in de buurt van Stuttgart op de terugreis uit het zuiden. Reisdoel is Kortrijk ofwel Courtrai, zoals de verkeersborden het net over de grens vernoemen. De computer meldt dat de volgende stop niet eerder dan in Arlon is, even boven Luxemburg, voor vaderlanders een welbekende stop om zich te laven aan goedkope brandstoffen. In de accu zou dan nog wat minder dan 10 procent prik zitten, na maar liefst een kleine 400 km. Dat is een grote sprong voor dit voertuig met een netto accu van ongeveer 57,5 kWh volgens de ev-database. Ik had nattigheid moeten voelen. Dit voelt als de grote oversteek (liefhebbers, zie deze oude Asterix). Maar als de auto het nu aangeeft? En ik wil graag opschieten.
We wagen het erop. In Merklingen laad ik door tot boven de 90% om snippers ongerustheid in mezelf het zwijgen op te leggen. Achteraf niet onbelangrijk detail: het is op dat moment nog stralend zomerweer. Maar dat wordt snel anders.
De route door de Duitse Pfalz is een aantrekkelijk groen stukje Heimat, maar vergt geduld vanwege trage stukken. Terwijl ik slalom door de Pfalz met eindeloos broccolibos, betrekt het meer en meer. Een rasechte zomerse weeromslag. Met nog zo’n tachtig kilometer voor de boeg regent het inmiddels intensief. En als er iets killing is voor reikwijdte is het water op het wegdek in een land waar zoab een zeldzaamheid is en spatteren de regel. Op het beeldscherm blijkt Arlon inmiddels stilletjes ingeruild voor een enkele tientallen kilometers dichterbij gelegen supercharger net even buiten de stad Luxemburg. Het is duidelijk dat Musk nu ook in de smiezen heeft dat Aarlen wel erg hoog gegrepen was. Nog vervelender is dat het restpercentage op het scherm met de regen verder blijft terugzakken, ondanks de nu dichterbij geplande laadstop. Zeven procent wordt zes, vijf, vier, drie … Met ieder treetje omlaag klimt de nervositeit van deze chauffeur. Met nog een grove tien tot vijftien kilometer smelt in de stromende regen drie procent naar twee tot een vliesdunne rest van … één procent.
Ik ken de lokkende filmpjes van Youtubers, ‘I drove the car until he died’. Ja, zelfs bij nul procent kun je nog een stukkie vooruit. Interessant vermaak, maar niet onderweg in de regen naar de laatste strohalm in Luxemburg. In de nu ontstane lichte paniek moet ik mezelf toespreken niet steeds op het schermpje te kijken. Helpt niet. Ongewild wordt de auto mijn tegenstrever. A Space Odyssey anno 2024. Hij weet dat ik hem niet vertrouw. Één procent is bluf. Hij wist al veel eerder dat het doel buiten bereik was. Denkt dat ik hem niet doorheb. De laatste supercharger was bijna 125 km terug. Daarna was het dus alles of niets. Hij weet ook dat ik er alles aan zal doen om die ene procent in leven te houden. Zodat hij aan het eind van de rit kan zeggen zie je wel, ik had het voorspeld. Niets aan de hand. This car never fails. Je zuster op een houtvlot. Ik rijd gaandeweg niet harder dan honderd. Nu durf ik al niet meer boven de zeventig en kleef een stukje achter een vrachtwagen. Airco al lang uit. Zelfs de ruitenwissers die immer onopgevoed heen en weer zwiepen zet ik op de traagste stand. Absurde ingreep. Maar in de knijp doe je van alles. Met nog één kilometer te gaan voor de afslag naar het laadpunt is de weg ineens heel onoverzichtelijk. Een spaghetti van in de regen slecht zichtbare banen door wegwerkzaamheden. Ik besef dat als ik nu de verkeerde afslag neem, het met me gedaan is. Een visioen van een sleepwagen doemt op. En dan eindelijk, hier moet het zijn. Grote gebouwen, een winkelcentrum, ik rijd de hoek om en zie niets. Parkeerplaatsen, maar geen superchargers. Auto met nog steeds die ene procent aan de kant zetten. De zenuwen terug in het gareel duwen. De app toont op deze locatie plaatjes van friet en hamburgers. Ik zoek stroom! Het beeldscherm in de auto geeft soelaas: de laders staan in de aanpalende parkeergarage. Op min drie. Op de laatste procent laat ik de auto zakken in de buik van deze gigantische parkeergarage. Omhoog en terug kan niet meer, maar dat hoeft ook niet. Ik ben geland.
Blijkens een later overzicht in de app laad ik hier 58 kWh. Ik zat dus echt op de bodem. Het verhaal is echter nog niet af. Na het laden tik ik de eindbestemming in, nog ongeveer 320 kilometers verwijderd. De auto wil er in één ruk naartoe en vermeldt erbij ‘maar niet harder dan 110 km/u’. Geen opties voor laadstops, niks. Ik roep ontremd of hij van de pot is gepleurd. Tijd voor korte metten. Ik selecteer supercharger Namen, ongeveer halverwege. Gemoedsrust.
Dat bij aankomst ‘s avonds in Namen een supercharger niet functioneert, kan de stemming dan niet meer drukken. Een andere doet het. Zelfs de confrontatie met het wegdek op mijn route door de Ardennen, een proeve van de hoogste graad van ontbrekend wegcomfort die onze Belgische buren te bieden hebben en waar de auto overheen bonkt en raspt, kan mijn euforie niet meer wegnemen.

En nu, achteraf, is het de vraag of de software feilloos is. Natuurlijk niet. Eigen gezonde verstand blijven gebruiken. Niet op de laatste procenten (laten) aankomen, zelfs als de auto het zelf zo uitrekent. Twee uur rijden is sowieso wel de max voor de eigen fysiologie. Zonodig eerdere superchargers kiezen en eventueel als zelfstandig reisdoel intikken, zodat de auto deze niet tussentijds vervangt door iets dat je niet altijd beter past. En hoewel de auto goed is in het meerekenen van hellingpercentages, niet ervan uitgaan dat hij ook Jan Pelleboer is. Nog niet, tenminste. Maar die ene procent blijft toch knagen.

Spijker

  • 43.500 km

Goed. Een spijker dus. Hoe een stukje rondslingerend ijzer alle lucht uit je voornemens kan laten lopen. En waar komt zoiets vandaan? Een nageltje dat van een laadklep rolt? Over de rand schiet van een overvol kartonnen doosje? Of uit de handen van de timmerman glipte en, ter aarde geworpen, achteloos aan z’n lot werd overgelaten? Het was een gewone stadsrit geweest. Een paar gewone straten. Maar misschien zijn die wel het meest riskant, gewone straten met gewone mensen. Met gewone spijkers. Waar je in een verleden vóór de EU pas op panne werd geattendeerd, wanneer je zowat op het staal van de velg over klinkers of asfalt bonkte, is er nu het display van de auto met een alarmerend icoontje. Een soort opbollend bandje met een uitroepteken. Mensen die zoiets weten te tekenen verdienen een medaille. Ook al heb je het nog nooit gezien, bij de verschijning weet je foute boel. Aan de kant. Dat ook Tesla zo’n icoontje op voorraad heeft is dan ineens wel erg traditioneel. De auto van de toekomst zou eigenlijk immuun moeten zijn voor zoiets laag bij de gronds. De werkelijkheid lacht je uit. Een spijker maakt iedereen gelijk.
Nu is bij ons in de buurt een bandenprikker gesignaleerd. Of liever gezegd een schroever. Hij (of zij) heeft de lokale pers gehaald. Hij (het lijkt me toch meer iets voor een type mannen) is slechts kenbaar door de resultaten van zijn handelen, zoals je muizen herkent aan hun keutels en aangeknaagde verpakkingen. Op verzoek van de benzineburen heb ik de Sentry Mode van de auto ‘s nachts een weekje laten draaien. Het leverde spannende filmclips van in- en uitstappende buurtgenoten. De dader-muis liet zich echter niet spotten of vatten. Omdat al die nachtjes wel steeds een kilowatt of drie opvreten, ben ik ermee gestopt. Vorige week toonde een buurman echter een venijnig klein schroefke dat uit z’n band kwam. De ANWB joeg er een prop in en het was gedaan. De muis schroeft nog voort.

Dat het een spijker was heb ik van de baliemedewerker die me de rekening toeschoof. Hier ontspint zich een niet zo duidelijk samenspel tussen de firma Tesla en wat ik wat oneerbiedig de Bandenboeren (ze zijn onmisbaar!) noem. Aanvankelijk loopt de band heel langzaam leeg, met tienden van een bar en ik kan nog naar huis rijden.
De Tesla-app heeft een menu voor bandenpech dat je in verbinding stelt met RoadSide Assistence. Al na korte tijd krijg ik reactie via sms, in het Engels. Gewoon door blijven tikken in het Nederlands - waar leven we uiteindelijk? - wordt netjes beantwoord in - alweer - het Engels. Afslepen naar een Tesla servicecenter is de enige optie die zij bieden. Vlakbij m’n huis is echter een vestiging van Profile. Plakken? Ik stel de beslissing een nachtje uit.
De volgende ochtend staat de rechtervoorband echter al op 1.7, bijna de helft van m’n standaard 3.1. Naar Profile en mogelijk de band of velg kapotrijden? Een vriendelijke sms, nu in het Nederlands. Of ik nog gebruik wil maken van de afsleepdienst. Ja dus. En zo word ik vanaf m’n eigen voordeur door een sleepbedrijf naar Tesla op Rotterdam-Zuid getakeld. Alwaar Tesla ons verwijst naar Euromaster een paar deuren verderop. Wij kunnen als Tesla Rotterdam niet aan deze band komen. Niet? Fabriek-af wordt deze MY op Hankooks afgeleverd. En er zullen er toch wel meer van rondrijden? En bovendien, banden plakken, daar doen ze niet aan bij Elon. De auto die net van de oplegger was afgetakeld wordt doorgetakeld naar de buren. Hankook voor Tesla? Ja hoor, hebben wij op voorraad. Plakken? Dat doen we niet met deze band. Mag zelfs niet van Tesla.
Later realiseer ik me nog ergens in de kelder een 12 Volt-compressortje te hebben liggen. Even bijpompen en naar de bandenplakker rijden. Wijsheid achteraf. Ja, deze banden zijn voor EV’s en hebben een dempende of isolerende laag. Maar onplakbaar? Ik tik ruim 300 euro af voor een nieuwe band, inclusief montage en de hele rataplan. En het moet gezegd, de service is uitstekend. Bak koffie en de heren doen à la minute de rest. In zo’n twintig minuten is alles gefikst, inclusief een minicheck van banden en remmen. Maar hoe dik was die spijker eigenlijk? Bij ieder gaatje een nieuwe band is een dure hobby. En dat met een schroefmuis in de buurt. De baliemedewerker heeft er geen antwoord op. Spijkers en schroeven slingeren overal op straat, zegt hij. Soms zijn ze nog zo mooi en nieuw dat hij ze meeneemt naar huis. Komen nog van pas. Ik moet denken aan een ander bandenbedrijf waar een grote jampot gevuld met nagel- en schroefwerk in allerlei maten op de balie stond. Stille getuigen van reparaties. Als aanmoediging of troost. Tesla en de Bandenboeren, schelmenroman of stripverhaal. Ik weet het niet. Ik zou haast zeggen: ‘you’re screwed’.

Uur der waarheid?

  • 48.500 km

Dat uur lijkt nu aangebroken. Met een uitgebreid opfrismodel Y in de showroom en de geopolitieke strapatzen van grootaandeelhouder Musk is er meer dan ooit aanleiding om ons te bezinnen op de auto. To be or not to be. Als gebruiker en potentiële koper voldoende excuus om de nieuwe onder de loep te nemen. En daarbij, wat is in de huidige voor verbetering vatbaar? Om bij het laatste te beginnen. De vering. Stug, erreg stug. Maar ook wat onvergeeflijk. Een gat is een gat en blijft een gat. Er wordt niet gestrijkijzerd. Nergens. Na twee jaar enigszins gewend. De nieuwe scoort hier beter, veel beter als we sommige journalisten moeten geloven. Maar, uitgenodigd door fabrikanten om als eerste op maagdelijk (nep)leer te zitten, roepen die al gauw dat nieuwe modellen bakens verzetten. Tel al die momenten bij elkaar op en we zouden inmiddels de ultieme auto voor de deur hebben staan.
Niets is minder waar. De standaard gaat omhoog, individuele zwakheden blijven. De ruitenwissers. Grillig, zot en halsstarrig en alom beklaagd. Producteigenschap dus reken maar niet op verbetering. De hoedenplank, een mallotig ding dat terugklapt als jij inklapt, zoiets. Die schijnen ze nu getemd te hebben. Een hele stap voorwaarts voor de mensheid. Dan de stoelen met wat ik Toyota- of kauwgumleer noem. Nadrukkelijk nep, maar een echte koe staat tegenwoordig op stal. En ja, het nieuwe model heeft een lichtstrip in het interieur. Toch nog een bakentje. Maar wat is al goed, eigenlijk steengoed en juist bij menige andere fabrikant voor verbetering vatbaar? De geluidsinstallatie. Zodra ik instap verwent deze beide oren, een wereld van verschil met de veredelde transistorradio van veel voorgangers. Zuiver van onderuit de bassen tot op ijle sopraanhoogte. Zit er standaard op. De efficiëntie. Met een bruikbare accu van niet meer dan zo’n 57 kWh tik je haast 400 kilometers aan in de zomer, mits niet sneller dan de stikstofarme 100 km/u. Wintersport? Verbruik tussen de 20 en 21 kWh op 100 kilometer bij een gangetje van 120/130 km/u. De electrische variant van fossiele zuinigheid. Een relatief laag gewicht voor de sip kijkende belastingambtenaar. Het onderhoud, dat nauwelijks nodig is. En dat stroompedaaltje, wat is dat mooi gecalibreerd. Aai het met je voet, en de auto laat meteen voelen dat ‘ie je gesignaleerd heeft. Kruipen, sprinten, accellereren of gezapig kruisen, alles wat je maar wit. Een proefrit in een hypergestroomlijnde EQE was de introductie een andere wereld. Alsof ik het pedaal door de vloer moest trappen om er vaart in te krijgen. Om van het verbruik nog te zwijgen. Vast een kwestie van wennen, maar op voorhand ben ik dus al erg ontwend. Of verpest? O ja, de autopilot. Een puber met ADHD, oneerbiedig gezegd. Geef ‘m onderweg niet teveel afleiding en hij doet ‘t best aardig. Maar hou ‘m in de gaten. Nieuw model? Zelfde software, zelfde eigenschappen.
Maar de echte toetssteen lijkt inmiddels niet de auto, maar de grootaandeelhouder, die de overheid reduceert tot nachtwaker. Of nog minder. Voor wie alles te koop is, maar niets gratis. Hoe lang houdt de man stand? Z’n baas is voor vier jaar gekozen. Z’n eigen pseudodienstverband is zo voorspelbaar als de ruitenwisser van mijn Model Y. Wie wordt er over vier jaar in het zadel gehesen? Zijn we dan nog steeds vijand van onze eerdere vriend? Kopen we voortaan auto’s van kameraad X(i), beste vriend, want vijand van onze vijand? Of hierna een Europese Neue Klasse? Auto’s en onderdelen worden globaal geproduceerd. Tesla’s idem. Hoe bepaal je wat Europese waar is? Dilemma’s genoeg. Niet meer winkelen bij meneer Bezos. Mailaccounts en socials opzeggen. Kunnen we trouwens nog op vakantie naar Hongarije? Een geluk, ik heb nog tijd. Inruilen of verkopen? We gaan ‘t zien. Als het dat ooit al was, dan is gedrag nu strategie geworden.

9,0
  • Betrouwbaarheid
  • Prestaties
  • Comfort
  • Kosten
  • Zou u weer een auto van dit merk kopen? ja

PRIVATE LEASE Tesla Model Y

Gerelateerde forum topics

Lezersreacties (23)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.