Panhard 24 (1965)
autoreview
Signalement
Versnellingen | 4, Handgeschakeld |
---|---|
Bouwjaar | 1965 |
Jaar van aanschaf | 2022 |
KM-stand bij aanschaf | 106.000 km |
KM-stand laatst | 7.000 km |
Een onbekende klassieker
- 7.000 km
Ik heb een zwak voor (klassieke) auto's van merken die niet meer bestaan of auto's die op de een of andere reden geflopt zijn of onbemind. Niet zelden zijn dat auto's waar er op design en/of techniek vlak een gedurfde keuze werd gemaakt. Soms uit een visie en soms ook uit geldgebrek. Sommige van die auto's waren aanvankelijk wel een success maar later niet zo zeer.
Een auto die zeker in die categorie valt (of eigenlijk zelfs het hele merk) is de Panhard 24. Panhard was een merk van dure en grote auto's zoals Frankrijk er voor WOII zoveel van had. Maar Panhard was de oudste en is op 1 of 2 andere fabrikanten na de oudste autofabrikant. Zaken als motor voorin, versnellingsbak erachter, cardanas en differentieel met haakse overbrenging naar de achterwielen (Systeme Panhard) maar ook de Panhard-stang en nog veel meer uitvindingen laten dat goed zien.
Na WOII kreeg elke Franse fabrikant een eigen marktsegment en Panhard werd een beetje vergeten. Ze besloten daarom om een beetje tussen de segmenten in te gaan zitten. Via allerlei omwegen konden ze aan het concept komen van een aandrijflijn met luchtgekoelde 2-cilinder, een versnellingsbak met voorwielaandrijving en een voorwielophanging bestaande uit dwarse bladveren. Nadat Panhard klaar was met de ontwikkeling hiervan stond er een motor met 40 of 50pk (uit slechts 850cc) en de motor, versnellingsbak en voorwielophanging werden als een zelf-dragend geheel aan het schutbord gehangen; een beetje zoals Formule 1 auto's toen en nu worden gebouwd. Gecombineerd met een aluminium koets waren de prestaties uitstekend en met een beetje passen en meten konden er 5 a 6 personen in.
Toen ging het echter mis. De kostencalculatie van de aluminium koets bleek verkeerd te zijn gedaan en ze maakten op elke auto verlies. Citroen deed een investering om in ruil daarvoor tegen kostprijs gebruik te mogen maken van de Panhard fabriek. De investering van Citroen liep steeds verder op waardoor ze meer zeggenschap kregen. De Panhard modellen evolueerden verder en uit diezelfde motor kwam inmiddels 60pk.
Een nieuw model was nodig voor de jaren 60 maar Citroen blokkeerden diverse concepten omdat ze bang waren voor concurrentie in eigen huis. Het zou nog jaren duren voordat de GS zou komen maar de plannen ervoor hadden ze al wel.
Uiteindelijk mocht Panhard alleen een coupe en 2-deurs sedan maken en de oude motor moest blijven. Dat werd de 24. Toen de 24 niet goed verkocht (2-deurs was niet geliefd en als relatief dure coupe was een 2-cilinder moeilijk te verkopen) besloot Citroen het hele merk over te nemen en uiteindelijk op te doeken. De fabriek zelf bleef Citroen gebruiken en het ontwikkelteam werd aan het werk gezet om de GS te ontwikkelen.
Voor mij is de techniek en het design van de 24 het ultieme wat Panhard gemaakt heeft. De motor halt zijn 6-pk dankzij een krukas in kogellagers, kom-vormige verbrandingskamers (hemi) en torsieveren als klepveren (hogere toeren mogelijk). Omdat het een luchtgekoelde 2-cilinder boxer is lijkt het geluid een beetje op een 2CV maar gezien dat het een totaal andere motor is, geavanceerde techniek en een veel hoger vermogen klinkt het tegelijk ook veel stoerder. Qua rijden is het onderstel Frans comfortabel maar tegelijk ook met veel minder overhellen en een sportieve wegligging. De trommelremmen rondom vormen het hart van het wiel en koelen daardoor goed af. Natuurlijk zijn schijfremmen beter maar dit is een erg fraaie en leuke oplossing.
Het design met hints van de Chevrolet Corvair en wat ook inspiratie gaf aan de Citroen DS (met afgedekte koplampen) is prachtig. Het dashboard met een uitgebreide hoeveelheid meters ook.
Zodoende wist ik dat een Panhard 24 ooit in mijn toekomst was. Maar waar er van de aandrijflijn wel onderdelen zijn (het helpt dat het grootste deel daarvan tussen 1947 en 1967 vrijwel ongewijzigd geproduceerd werd) is dat van plaatwerk en dergelijke nauwelijks. Van de 24 zijn er maar een stuk of 25.000 gemaakt ooit en als er 250 overgebleven zijn zou me dat niet verbazen. Een project was dus nooit een optie, maar mooie exemplaren zijn in handen van verzamelaars die ze niet snel weg doen.
En toen gebeurde dat juist wel. Iemand moest vanwege de leeftijd afstand doen en toen kwam er een 24 te koop. In Nederland gewoon. Die auto heb ik begin 2022 gekocht.
Het gaat om een 24 B (de 2-deurs sedan/berline) die in 1965 geproduceerd is. Daarna is de geschiedenis onduidelijk. In 1978 kreeg de 24 een Nederlands kenteken maar dat werd ook aangegeven als de 1e toelating wereldwijd. Of de 24 in de jaren daarvoor nooit is toegelaten of dat men bij de RDW wat slordig was zullen we wel nooit meer kunnen achterhalen. Het lijkt erop dat in 1965 de 24 B niet geleverd werd in Nederland en dan zou het dus een import zijn; maar die gegevens zijn niet heel betrouwbaar.
Ergens eind jaren 80 is deze 24 gespot in Nijmegen. Niet al te lang daarna is hij gerestaureerd. Bij de restauratie werd het van een 24 B naar een 24 BT geconverteerd (de T voor Tigre staat voor de sportversie met ander dashboard, motor (60pk), uitlaat, etc.) en tegelijkertijd van blauw naar rood omgezet. In 1995 te koop gezet een paar keer (eerst met beige interieur en later met het zwarte wat er nu in zit) en uiteindelijk verkocht. Daarna tussen 1995 en 2018 in de regio Nijmegen in een stalling gestaan met geschorst kenteken.
In 2022 dus bij mij terecht gekomen met wat onderhoud en een APK. Sinds 1995 misschien iets van 500km gereden. Vrij kort na het ophalen begaf de motor het.. ineens nog maar 1 cilinder beschikbaar.
Bij een Panhard specialist de motor laten controleren en het bleek een slechte afdichting te zijn op het inlaatspruitstuk (in 1995 gemonteerd) die voor valse lucht zorgde en daarmee een gat in de zuiger smolt. Een set nieuwe zuigers, gehoonde cilinders en gelijk ook allerlei preventief werk aan motor en koppeling en het geheel was weer klaar. En toen kon ik er eigenlijk pas mee gaan rijden.
De 24 blijkt (na het inrijden) lekker soepel te rijden en graag toeren te maken. Je hebt nooit het gevoel te weinig vermogen te hebben, maar met een klassieker zijn je verwachtingen natuurlijk toch al anders. De motor maakt een leuk geluid en bij stationair draaien staat de hele auto zachtjes mee te wiegen. Tegelijkertijd ook een auto waarmee bochtige wegen erg leuk zijn.
Maar verder is vooral ook de reacties van anderen erg leuk. Mensen die er wel van gehoord hebben maar het nog nooit in het echt gezien hebben. Mensen die geen idee hebben waar ze nu naar kijken maar wel een bijzonder ontwerp zien.
Ondanks de valse start met motorschade ben ik nu heel erg blij met mijn 24. Ik hoop komend jaar er weer veel ritten mee te maken en verschillende oldtimer evenementen mee te bezoeken.
- Betrouwbaarheid
- Prestaties
- Comfort
- Kosten
- Zou u weer een auto van dit merk kopen? ja
Beoordeel deze review
Geef uw mening over schrijfstijl en bruikbaarheid. Bij tenminste vijf binnengekomen waarderingen zal de gemiddelde beoordeling getoond worden.