Hoe moet je vlot achteruit inparkeren?

Waarom hebben we hier speciale aandacht voor achteruit inparkeren? Als je vooruit het parkeervak uitrijdt, heeft dat het voordeel dat je bij het wegrijden overzicht hebt. Dat is vooral bij grotere auto’s handig. Je ziet anders bij het achteruit wegrijden helemaal niet wat er achter de auto gebeurt waardoor je gemakkelijker een aanrijding krijgt met iemand die achter de auto loopt en niet in de gaten heeft dat je zelf in beweging komt.

De kunst van achteruit inparkeren

Het achteruit inparkeren is voor iedereen eenvoudig onder de knie te krijgen. We laten je hier weten hoe het werkt.

Om achteruit in het vak terecht te komen, moet je eerst een mooi parkeervak vinden. De breedte moet natuurlijk voldoende zijn voor jouw auto. Heb je dit gedaan, dan moet je ongeveer drie plaatsen verder rijden. Laat hierbij ook een gat van grofweg een meter aan de zijkant, dan kun je een goede draaicirkel maken. Dan heb je voldoende ruimte om in te sturen.

Is dit alles gelukt, dan kun je langzaam achteruit rijden en richting het vak sturen waar je wil parkeren. Dit kun je doen door het stuur zoveel mogelijk de tegengestelde kant op te draaien, totdat je parallel rijdt aan de auto’s waartussen je wil parkeren. Je kunt daarbij goed gebruik maken van de buitenspiegels. En als je parkeerhulpen hebt als sensors of zelfs camera's, dan wordt het helemaal gemakkelijk.

Minder het sturen in de laatste fase om een nette draaicirkel te maken. Het stuur kan weer recht wanneer je parallel staat met de auto’s om je heen.

Sneller en veiliger wegrijden

We hebben het al gezegd: het is gemakkelijker om vooruit weg te rijden na het achteruit inparkeren. Dat kan handig zijn, in sommige situaties veiliger. Bij een aantal bedrijven waar met bijvoorbeeld gevaarlijke stoffen wordt gewerkt is achteruit inparkeren verplicht. Bij een incident kunnen de mensen dan sneller wegrijden waardoor grotere gevolgen en schades worden beperkt.