Fiat 132

​De Fiat 132 werd in 1971 geïntroduceerd als opvolger van de 125, maar was een tikkie groter. De lijnvoering sloot aan op het topmodel van toen: de nog grotere Fiat 130. Daarmee was het eveneens een vierkant gestylede sedan met een lel van een kofferbak. Onder de motorkap lag standaard een viercilinder met dubbele bovenliggende nokkenassen die was gekoppeld aan een vijfbak, maar binnen het gamma had je alsnog een keur aan mogelijkheden. Het begon met een 1.6 liter benzinemotor met 98 pk en liep door via een tweeliter benzine met Bosch-injectie en 132 pk (vanaf 1979) tot een 2.5 liter diesel met 72 pk - de diesels waren er vanaf 1978. De eenvoudige vormgeving werd niet door iedereen op waarde geschat en het weggedrag liet volgens de pers van toen ook nogal wat te wensen over. De verkoopcijfers waren niettemin bovengemiddeld; vooral in Italië zelf deed de 132 het goed.

In 1977 volgde een lichte facelift waarbij kunststoffen bumpers de stalen exemplaren vervingen. Daarnaast kwamen er dikke stootstrips, een nieuw dashboard en andere bekleding. De Fiat 130 was tegen die tijd uit het Fiat-gamma verdwenen en dus werd de 132 het vlaggenschip van de firma. Pas tien jaar na zijn introductie - in 1981 - kondigde Fiat een opvolger van de 132 aan: de Fiat Argenta. Dit was echter niet meer dan een wat uitgebreidere facelift, want technisch bleef de auto vrijwel gelijk. Opnieuw werden dashboard en interieur nu aangepakt,en er kwamen nieuwe wielen, spiegels en vierkante in plaats van dubbele ronde koplampen. De motoren werden eveneens aangepakt, maar dat nam niet weg dat productie van de Argenta al na twee jaar gestaakt werd. Van de 132 en de Argenta samen zijn tussen 1972 en 1984 exact 975970 stuks gebouwd. Overlevenden zijn echter schaars.

Giovanni Michellotti ontwierp een fraaie 2+2 Berlinetta op 132-basis, maar die auto schopte het nooit verder dan het prototype-stadium.