Suzuki SC

De Japanse 'Kei-car' is inmiddels een begrip voor minutieuze autootjes - de Japanners zijn er gek op vanwege de flinke belasting- en verzekeringsvoordelen in combinatie met veelal krappe parkeerplaatsen; Suzuki was echter de allereerste met de Fronte. En de auto die wij kennen als SC100GX was direct afgeleid van Fronte.

Het is een coupé-uitvoering die in Japan al vanaf 1971 te koop werd aangeboden als Cervo, naar een ontwerp van niemand minder dan Giorgio Giugiaro. Voor de Japanse markt was het mini-coupéetje (net geen drie meter lang) uitgerust met een 359 cc tweetaktmotor (goed voor een slordige 35 pk), toen de auto in Europa arriveerde was hij uitgerust met een viertaktmotor met vier cilinders, een inhoud van 970 cc en een vermogen van 47 pk. Die motor lag trouwens net als in het geval van de tweetakt achterin.

Tegen die tijd was het overigens al 1979 en was het model al in zijn tweede generatie belandt en een tikkie langer geworden. De naam die er aan deze kant voor de wereld voor werd bedacht was het wat onbeduidende SC100GX. Het piepkleine wagentje had een topsnelheid van ruim 140 km/h en kwam met een handgeschakelde vierbak, onafhankelijke wielophanging rondom met schijfremmen vooraan.

In theorie moesten er vier volwassenen in passen, maar in de praktijk bleek twee meer dan genoeg. Suzuki bouwde het autootje in enorme aantallen, en tegen sommige verwachtingen in, werd de SC100GX ook in Nederland een groot succes. De Suzuki-importeur verkocht er hier een slordige 3.400 en moet het ongetwijfeld jammer hebben gevonden dat Suzuki in 1982 stopte met het model. De Japanners kwamen overigens wel met een opvolger, maar die maakte nooit officieel de grote oversteek naar Europa.