De Vluchtstrook: Asymetrische Renaults
Op het typeplaatje, de tankdop en de plek van het stuurwiel na zijn de meeste auto’s keurig...
Met een account kun je:
Om te kunnen inloggen op Mijn AutoWeek moet u akkoord gaan met onze privacy voorwaarden.
Heel veel van de uiterlijke kenmerken van de Renault 16 - introductie 1965 - zijn terug te vinden in de Renault 6, zij het dat alles een maatje kleiner is. De hatchback-achterdeur; de derde zijruitjes; de typische laag uitgesneden wielkasten achteraan. Het idee van de R6 was dan ook dat het een tussenmodel werd die het gat van Renault 4 naar Renault 16 opvulde. De auto werd in 1968 geïntroduceerd, maar een jaar later kwamen de eerste R6-en pas op de markt. Al leek hij op een verkleinde 16: technisch was het een Renault 4 en hij kwam dus ook met de 845 cc viercilinder uit die auto (34 pk), maar kon naar wens ook worden afgeleverd met de 1.108 cc viercilinder (van 47 pk) die in de Renault 8 was te vinden. Een jaar na de introductie volgde de luxer uitgevoerde TL-versie, die ondermeer was uitgerust met ruitverwarming en van binnen uit te verstellen koplampen. In 1974 volgt een facelift en worden de ronde koplampen door vierkante vervangen en is de grille met de typerende aluminium bies (ook al om m op de 16 te laten lijken) verdwenen en vervangen door zwart kunststof. De R6 was een goede zet van Renault, want de ruime maar eenvoudige en relatief goedkope auto sloeg enorm aan. In twaalf jaar tijd werden er 1.773.304 exemplaren verkocht. Waar die vandaag de dag allemaal gebleven zijn is een raadsel, want de R6 is inmiddels een zeldzaamheid op de wegen te noemen.