Maserati Biturbo

Maserati heeft meer dan eens moeilijke perioden meegemaakt en de jaren zeventig en tachtig horen daar zeker bij. In 1975 is het merk door Citroën doorverkocht aan motorfietsfabrikant Benelli en staat Alejandro DeTomaso aan het roer, een Argentijnse coureur die ook onder zijn eigen naam auto's bouwt. DeTomaso besluit het principe van de sportwagen met midscheeps geplaatste motor radicaal overboord te zetten en kwam eind 1981 met de Biturbo.

Het is een Maserati die niets meer gemeen heeft met de volbloed achterwielaangedreven sportwagens die het merk decennialang heeft gebouwd - al helemaal wat betreft vorm. De Biturbo is een vierkant gevormde sedan met achterwielaandrijving en onder de motorkap een V6 met – de naam gaf het al aan – een dubbele turbo. Die truc gebruikte Maserati vooral om veel vermogen uit een lichte motor (twee liter) te kunnen persen: de Italiaanse wetgeving maakt auto's met motoren onder de 2,0-liter-grens aantrekkelijker omdat ze worden kwijtgescholden van de extra 38 procent belastingregeling.

Vanaf 1982 krijgt de Biturbo injectie en eind 1983 werd de cilinderinhoud vergroot naar 2,5-liter. Het vermogen steeg naar 187 pk. Ongeveer tegelijkertijd verschijnt ook een versie met vier deuren – de 425. Weer een jaar later komt Maserati met een cabriolet-versie: de Biturbo Spider. Zagato is verantwoordelijk voor het ontwerp van die auto. Op papier was het een 2+2, maar het achterbankje bood amper ruimte aan een huisdier. In 1989 werd de cilinderinhoud van de V6 nogmaals vergroot tot 2,8-liter (250 pk), twee jaar later valt het doek voor de Biturbo. Weer twee jaar later verkocht DeTomaso het merk trouwens alweer door. Dit keer aan Fiat.