Zeuren

Vingertje (foto ANP)

Sorry; de beste manier om een hekel aan mensen te krijgen is als autojournalist een filmpje of fotoreportage te maken in den lande. Waar je ook gaat, de saboteurs loeren overal. Landgenoten die je op openbaar terrein de doorgang willen beletten, die je vragen of je wel toestemming hebt om te parkeren/filmen/fotograferen, en van wie dan wel. Nederland lijkt af en toe één groot politiekorps.

Terecht? In mijn beleving bijna nooit. We veroorzaken geen overlast. We rijden nergens 120 in 30 kilometer-zones. We gaan niet driftend over straat. Maar sommige medeburgers laten niets na om je dwars te zitten. En dankzij die zeurpieten ga ik nu doen wat ze ons aandoen. Ik klaag terug. Het is om gek van te worden.

Met fotograaf/filmer Jacco, de beschaving zelve, moet ik foto's schieten voor een reportage. De keus valt op de Zaanse Schans, dé hot spot voor de betere sfeerplaat. We komen niet ver. Voor de historische Albert Heijn-winkel worden we door een woedende bewoner aangehouden. Kalm leggen we onze plannen uit, alsof we godbetert verantwoording schuldig zijn aan een onbeschofte schreeuwlelijk. We willen de auto's tweehonderd meter verder bij de mosterdmolen neerzetten voor wat foto's, de Zaan op de achtergrond. Als geboren Zaankanter kan ik de lezer verzekeren dat we een dag voor kerst, op een vrijwel lege Schans, voor niemand een obstakel of een bron van overlast zullen zijn.

Ik kan praten als Brugman.

Dit is een autoluw gebied, snauwt de man, 'ga bij parkeerbeheer maar een ontheffing halen'. Wat te doen? Verstandig zijn. We zouden gewoon kunnen doorrijden, met het risico dat die vent echt de politie belt. Maar dan kunnen we met de blauwe petten in conclaaf en het krappe schema staat geen tijdrovende incidenten toe.

Parkeerbeheer zit bij het grote parkeerterrein achter de Schans. Na enig zoeken vind ik het kantoortje. Daar krijg ik een preek van een parkeerwachter, die meteen de vermanende vinger naar me opsteekt. "Wel auto's regelen en hier naartoe rijden, maar geen vergunning reserveren". Nee man, ik wist als Zaankanter niet beter dan dat ik vrije doorgang had. Ik onderdruk een opkomende woede-aanval. Wat nu? Nee, natuurlijk kan of wil mijnheer ons niet helpen. Bovendien, stel dat je je verantwoordelijkheid zou nemen of de hand over het hart zou strijken; hij 'gaat er niet over'.

Hij geeft me het kaartje met de telefoonnummers van de mevrouw die dat mandaat wel heeft. Ze is uiteraard onbereikbaar. Wet van Murphy: een ongeluk komt nooit alleen. Gelukkig ken ik hier de weg. Een paar kilometer verderop weet ik nog een historische locatie waar we als het meezit kunnen filmen; een van de oudste molens van de Zaanstreek, veilig gelegen aan een doodlopende weg zonder doorgaand verkeer. Het oponthoud is inmiddels opgelopen tot een half uur.

Bij de molen gaat het even goed. Dan zien we een politieauto naderen, een hondenwagen. Het zweet breekt me uit, maar de man rijdt door om zijn herder uit te laten. Geluk? Nee hoor. Op de terugweg houdt hij halt. Het raampje glijdt omlaag en voilà, daar is hij weer, de strenge blik van de gezagsdrager die niet met zich laat sollen. Zeg, die BMW, die staat op groene platen. Die mag niet stilstaan op de openbare weg, beseffen wij dat wel? Ik niet. De man ziet het door de vingers, op voorwaarde dat we niet een eeuwigheid blijven staan. We zijn gewaarschuwd. Saved by the bell.

Zo gaat het keer op keer, van obstakel naar obstakel. We houden vol hoor, alles voor het blaadje. Maar soms denk ik met weemoed aan die keer dat ik in Los Angeles, cameraploeg en fotograaf in mijn kielzog, een Dodge Viper voor eenmaal wèl op op een verboden plek parkeer, fotolocatie uit duizenden. Ik stap uit. Een passant houdt halt. Ik verwacht een Hollandse berisping. Nee. Hij kijkt naar de bolide en zegt uit de grond van zijn hart: 'Great car, gefeliciteerd man!'

Zo kan het dus ook.

Lezersreacties (97)

Reageren

Maak melding van misbruik

Let op! Deze functie is niet bedoeld om zelf een commentaar toe te voegen. Optioneel kun je er een opmerking bij plaatsen.

Er is iets mis gegaan. Probeer het later nog eens of e-mail ons.