Weblog Marc – Waarom de hele redactie verliefd is op de Subaru Forester
Is het de heimwee naar vroeger?
Subaru is een lekker eigenzinnig merk en houdt ondanks alles vast aan zijn principes, dus heeft ook de nieuwste Forester een boxermotor en permanente vierwielaandrijving. Wij hebben er een zwak voor, want er valt misschien genoeg op de Soeb aan te merken, toch is het bijna dagelijks vechten om de sleutel van deze duurtester!
Onlangs nam ik voor het eerst de duurtest-Subaru mee. De prijs van €75.000 schept weliswaar hoge verwachtingen, maar je weet vooraf al dat er slechts 136 pk beschikbaar is, gekoppeld aan een cvt-transmissie. Van dat bedrag is maar liefst €38.000 bpm, meer dan de helft van de catalogusprijs. In omringende landen stap je voor minder dan vijftig mille in, en als je genoeg hebt aan de basisversie zelfs voor net iets meer dan veertig mille. Tijdens de eerste kilometers krijg je echt een sterk jaren 90-gevoel, vooral na een paar keer stevig accelereren, gewend als we zijn aan EV’s die als een raket worden gelanceerd. En toch… en toch… met het vorderen van de kilometers groeit de waardering en maakt de aanvankelijke scepsis plaats voor affiniteit. Naar blijkt ben ik ook niet de enige, want nagenoeg iedereen die de Forester regelmatig rijdt, is een beetje verliefd op die eigenzinnige en oerdegelijke Japanner geworden. Die eigengereidheid begint al bij de koude start, als de motor bijna kortstondig 2.000 tpm draait en doet denken aan de tijden van de (automatische) choke.
Heerlijk analoog, gewoon klokken met naalden
Het dashboard is deels nog heerlijk analoog. Klokken met witte naalden, knopjes voor vrijwel alle functies en een robuuste versnellingspook op de middenconsole. Of neem de ruitensproeiers: zes krachtige stralen in plaats van de nevel die we tegenwoordig gewend zijn. Dat je toch echt in een hedendaagse auto onderweg bent, merk je al na de eerste kilometers. Inderdaad: de bekende bemoeizuchtige en mateloos irritante piepjes voor de snelheid en voor het niet exact tussen de lijntjes rijden. Ook de mate van oplettendheid wordt in de gaten gehouden. Het kan gelukkig allemaal uit. Eenmaal op snelheid daalt het toerental steeds verder, vooral op een vlakke weg, bij 100 km/h naar zo’n 1.600 tpm. De viercilinder – die overigens totaal niet als boxer valt te herkennen – bromt ergens diep in het vooronder. Tijdens het afremmen en bij stapvoets rijden gaat de Forester in de EV-modus. Besturing en onderstel zijn verre van sportief en eerder comfortabel. Zo rol je heel ontspannen en onopvallend mee met het overige verkeer. Onthaasten, even weg uit de waan van de dag. Zo heeft die ogenschijnlijk ouderwetse en trage Japanner ons allemaal weten in te palmen.

Marc Klaver
Columnist/schrijver