Weblog Bas - De neergang van Stellantis
Klap na klap incasseert het Franse Stellantis. Het gedoe met de PureTech-motorblokken nam geen einde. Afgelopen maand volgde het tumult over de levensgevaarlijke Takata-airbags bij Citroën, nu het gelazer met de nokkenaskettingen van de 1.5 BlueHDI. Verbaasd ben ik allang niet meer. Weinig autoconcerns zijn jarenlang zo slecht bestuurd. Ik reed de laatste jachtseizoenen veel Stellantis-auto’s en los van de technische problemen was ik te vaak not amused.
Het schort bij dat concern behalve aan betrouwbaarheid aan doelmatigheid, intelligente architectuur en marktconforme EV-technologie. Stellantis rommelt maar wat aan. In de B-segmenters kun je achterin niet fatsoenlijk zitten. De voorstoelen van de Ypsilon en Fiat 600 vond ik dramatisch. Van range en verbruikscijfers word je te vaak niet vrolijk. De laadprestaties blijven soms ver achter bij de beloften. De ontwerpen zijn soms interessant maar ergonomisch klunzig. In de reusachtige Peugeot e-5008 kon ik niet eens de fiets kwijt die in mijn stokoude Volvo 850 makkelijk paste. Nee, ik zeg niet dat vroeger alles beter was, maar dat dus wel. Ook bij Peugeot trouwens.
Stellantis steekt verder te veel tijd en geld in bijzaken en kansloze experimenten. De Lancia Ypsilon is een exclusief bedoelde flauwiteit die ze hier aan de straatstenen niet kwijtraken. De Jeep Avenger is geen Jeep. Wat moet je met zo’n pantservoertuig als de Peugeot 408? De nieuwe Alfa’s zijn karikaturen. Elektrische Alfa’s zijn zinloos. Stellantis had een streep moeten trekken en dat merk in waardigheid moeten begraven. Maar nee. Zo probeert het met steeds nieuwe marginale auto’s, hoe fraai ook, het doodgeboren DS in de race te houden. Dat merk sjort ofwel aan dode paarden of het zit frivool de lolbroek uit te hangen.
De e-308 was meteen zo niet-concurrerend dat Peugeot de prijs net na de introductie moest verlagen, en nog kon hij de concurrentie niet het hoofd bieden. Voor het geld van zo’n Peugeot had je een Tesla Model 3 waarin je wel achterin kon zitten, en in zijn prijsklasse kwam bijna iedereen al verder op een lading. De elektrische Opel Grandland vertikte het eerder dit jaar normaal te snelladen. In de buurt van de beloofde 150 kW kwam hij geen moment. Ook de nieuwe, best leuke Citroën ë-C3 laadde met een toch behoorlijk lege accu voor geen meter. De loodzware Peugeot e-5008 shockeerde met een hoog stroomverbruik, belabberd uitzicht, te kleine spiegels en een absurd overbemeten laadpoortklep. Toen ik hem op de RDW-site checkte, stuitte ik op een verontrustende terugroepactie die de media klaarblijkelijk nog moest bereiken, kuch. De bevestigingsbouten van de fuseekogel op de voorwieldraagarm bleken te kunnen breken en dat kon, begrijpt u zo ook wel, ‘van invloed zijn op de bestuurbaarheid van de auto’. Gold dus ook voor de Grandland en de 3008. Sinds mijn test zijn daar nog drie terugroepacties voor de Peugeot bij gekomen, zag ik net bij de dubbelcheck. Omdat de brandstofleiding naar de hogedrukpomp kan gaan lekken en de hoofdsteunen op de voorstoelen ‘mogelijk niet goed blijven staan door een fout in de vergrendelingspallen’. Verder kan de lagedrukbrandstofleiding ‘mogelijk in contact komen met de bevestigingsbout van de bobine.’ Mijn hemel.
Kijk intussen naar de concurrentie. Mij hoor je niet zeggen dat daar alles beter is. Daar ontkomen ze ook niet aan het terugroepspook, de autopandemie van deze tijd. Maar de gemotiveerde spelers staan op hun tenen om je in te pakken met een mix van slimme techniek en ruimte, als het even kan in een onverslaanbare prijs-/kwaliteitsverhouding. Zelfs het aangeslagen maar strijdvaardige Volkswagen heeft nu een ID.3 voor 29.990 euro in de aanbieding. Of het een verkooptopper wordt weet ik niet, maar de auto snijdt hout. Hij heeft een nieuwe, 170 pk sterke motor, is aanmerkelijk zuiniger dan de eerste generatie ID.3, rijdt uitstekend en de binnenruimte is riant. Krankzinnige aanbieding voor die prijs, al krijg je geen warmtepomp. Een etage lager zetten de Chinezen en de Koreanen Stellantis – en VW, dat laat komt met zijn kleine EV’s - steeds verder op achterstand met elektrische B-segmenters die voor minder dan 30.000 euro veel tot alles goed doen. De Hyundai Inster en de BYD Dolphin Surf brachten me met hun voorbeeldige binnenhuisarchitectuur en efficiency in verrukking. En nu ben ik weer verrast door die gekke Chinese Firefly met zijn fraaie interieur en prima rijeigenschappen. Achterin de Firefly, Inster en Dolphin Surf kunnen volwassenen bovendien wél prima zitten. Had ik dat enthousiasme afgelopen jaren maar voor meer Stellantis-auto’s gevoeld, zucht deze ongeneeslijke Peugeot- en Citroën-liefhebber. Ik zou nu niet graag CEO zijn van Stellantis.

Bas van Putten
Columnist/Schrijver
Bas van Putten is schrijver en columnist voor diverse kranten en tijdschriften. Zijn wortels liggen in de muziek, maar zijn hart gaat al jaren uit naar auto's.